"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Consuminderen met kinderen

Dinsdag, 11 februari, 2020

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Carmen Meuffels

Naar een duurzamer gezinsleven

Het grootste en lastigste misverstand is het idee dat als je wilt besparen, je dat ook op alle denkbare terreinen van het leven zou moeten doen. Dat het huichelachtig zou zijn om het woord consuminderen in de mond te nemen terwijl je een wasdroger in huis hebt staan. Dat je eerst maar eens moet afzien van die vliegvakantie, die nieuwe computer en die dure blouse, voor je geloofwaardig bent. Maar er bestaat geen catechismus van de zuinigheid, er zijn geen tien geboden voor de vrek, geen handvest van politiek correcte spaarzaamheid. De werkelijkheid is, zoals altijd, veel genuanceerder.

Consuminderen met kinderen, het boek waarin Marieke Henselmans tips geeft over hoe je kunt besparen in je leven met kinderen, begint wat mij betreft al heel fijn met dit stukje. Ik las het boek (natuurlijk) uit interesse, omdat consuminderen iets is dat mij erg bezighoudt. En dan niet per se om geld te besparen – dat ook -, maar vooral omdat ik streef naar duurzame alternatieven en naar een eenvoudig(er) leven. Omdat ik geloof dat geluk in kleine dingen zit, en het meest waardevolle niet met geld of spullen te kopen valt. Maar ik ben ook geen heilige – ik heb bijvoorbeeld een droger ;-).

Bovenstaande quote deed mij nadenken over de terreinen waarop ik zelf niet wil besparen. Ik kwam toen tot de volgende twee ‘terreinen’: 1.) verwarming. En 2.) eten uit de supermarkt. We geven al niet heel veel geld uit aan eten omdat we niet vaak uit eten gaan en/of afhalen, maar ik vind het wel fijn, lekker en het geld waard om in de supermarkt af en toe voor de wat duurdere producten te kiezen.

Genoeg over mij. Terug naar dit boek. Volgens Henselmans hoeven kinderen niet duur te zijn en kun je met geduld en creativiteit veel besparen. Waarom geven ouders eigenlijk zoveel geld uit aan kinderen, zelfs nog voordat ze daadwerkelijk geboren zijn? Henselmans kijkt verder dan het symptoom (het kopen), maar gaat ook op zoek naar de redenen die erachter liggen:

Boekenkrant

“Dat we een nest willen bouwen voor de baby is alleen maar goed. Alleen vertalen wij dat in ‘kopen’. Het kopen van dure spullen geeft een beetje zelfvertrouwen. Twijfelen we aan de kwaliteiten die we zelf in huis hebben? Ja, natuurlijk doen we dat. (…) Kunnen wij dat wel, twintig jaar klaar staan en huilende kinderen troosten? Niemand kan je een antwoord geven op die vraag. Wel kun je de lijstjes van de kruisvereniging erbij pakken en gaan afstrepen. Dit hebben we. Dat hebben we. Dit doen we in elk geval goed, kijk maar op het lijstje.”

Mooi, en herkenbaar. Bij mijn oudste zoon was ik ook druk bezig met afstrepen – bij mijn jongste heb ik er weinig meer over nagedacht. Ook omdat we al veel hadden toen, maar ook omdat ik had gemerkt dat je eigenlijk niet zoveel nodig hebt. Dat vindt Henselmans ook, en haar boek staat vol met tips over hoe te besparen. Op de uitzet, maar ook op kleding, sport(spullen), verjaardagen en cadeautjes. Voor mij bracht het boek weinig nieuws in die zin dat ik de tips die zij geeft veelal al toepas, maar ik vond het wel prettig om de mening van een ‘deskundige’ te horen.

Een stellige mening

En die mening, die is nogal stellig en spreekt op vrijwel elke bladzijde uit het boek. Over tv kijken zegt de auteur bijvoorbeeld: “Dat ongelimiteerd en ongecontroleerd tv kijken zie ik als diefstal van leven. Als je tv kijkt doe je niets, is mijn stelling, het is een staat van schijndood of bewusteloosheid.” Ik ben het hier grotendeels mee eens, maar niet 100%. En dat is ook oké. Maar als je een onzekere moeder bent die haar kind dagelijks Nijntje laat kijken, ga je door deze strenge woorden wellicht twijfelen aan jezelf. Of Henselmans als een betweter beschouwen. Dat is mijn enige punt van kritiek op dit boek: het mag hier en daar wel wat empathischer. Wat vriendelijker, en wat meer hart-onder-de-riem, zoals in het citaat helemaal bovenaan.

Behalve over tv kijken heeft Henselmans ook een sterke mening over frisdranken en sappen (die ik overigens wél deel) en over verveling. Volgens haar is verveling niet iets dat bestreden moet worden, maar juist iets nuttigs. Uit verveling wordt creativiteit geboren. Als ik dan toch iets heb geleerd uit dit boek dat ik vaker wil gaan toepassen, is het de manier waarop ik zelf omga met kinderen die zich vervelen. Ik heb dan, zoals vele andere ouders met mij, de neiging om iets te gaan verzinnen om te doen. Terwijl dat in feite niet hoeft. Zoals Henselmans stelt:

“Het vanuit vervelen tot spelen komen is een kwetsbare zaak. Als het kind meldt dat het zich verveelt, is het in een kritieke fase. Jouw reactie is nu van het grootste belang. Niet zeggen ‘Waarom ga je niet lezen?’. Geen semi-leuke suggesties doen in de trant van ‘Ga je kamer maar eens opruimen.’ Een eenvouding ‘Hmm’ of ‘Dat zie ik’, is voldoende. En wat het allerbelangrijkste is: ‘Nee, de tv mag nu niet aan.’

Op zich dus een goed idee, maar wel weer op een belerende toon gebracht. Gelukkig bevat Consuminderen met kinderen ook ‘lichtere’ hoofdstukken. Over paasdecoratie zelf maken, leuke en goedkope verjaardagspartijtjes organiseren en omgaan met mobieltjes. Dat laatste thema, dat er als laatste bij gekomen is, is inmiddels wel weer hopeloos verouderd. Niet zo gek ook als je bedenkt dat de derde druk uit 2002 stamt. Misschien kan ik er zelf een vervolg op schrijven. Dan is de basis zoals Henselmans die in dit boek gelegd heeft in elk geval nog steeds zinnig en bruikbaar.

Eerder verschenen op Mothers and sons


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.