"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Dag vader,

Dinsdag, 18 januari, 2022

Geschreven door: Sam Graeve
Artikel door: Marnix Verplancke

Een ode aan het ongrijpbare leven

De eerste zin

“Moeder belde.”

Recensie

Wanneer zijn vader op zijn tachtigste in het ziekenhuis belandt en hij omwille van corona niet op bezoek mag, beslist Sam De Graeve dat hij hem een brief zal schrijven, een brief over de wandeling die ze vijf jaar eerder samen maakten, langs de muur van Hadrianus, op de Schots-Engelse grens, 75 mijl lang. Vader Jan De Graeve, bij de oudere Knack-lezers wellicht nog bekend als cartoonist IAN, was van plan geweest om die wandeling samen met een vriend te maken, maar omdat deze afgehaakt had, was zoon Sam ingesprongen. “Gesprekken zouden we hebben, groots en meeslepend,” herinnert de schrijver zich zijn voornemens van toen, “Over leven, en welja, over dood ook, en alles wat ertussenin ligt.”

Boekenkrant

Dag Vader, is die brief waarin het minder over het wandelen door het deprimerende noord-Engeland gaat, met als triest hoogtepunt Carlisle, waar iedereen gekleed gaat in trainingspak en een vrouw ‘Exit only’ net boven haar bilspleet heeft laten tatoeëren, en meer over de relatie tussen de vader en de zoon, en hoe die gegroeid is. Hun reis bestaat vooral uit herinneringen, aan die dag dat vader hem op zijn twaalfde in een Benedictijneninternaat dropte bijvoorbeeld, waar ze met honderd in een grote zaal sliepen, gewekt werden met hel licht en een gierende bel en dan meteen naast hun bed moesten beginnen bidden. Wat had hij misdaan op daar ongevraagd gedumpt te worden? Dat hij niet veel later voor zijn verjaardag een nieuwe vader vroeg, zal er wel iets mee te maken hebben gehad. Alleen had die nieuwe vader nooit kunnen voldoen natuurlijk, beseft hij tijdens het schrijven van zijn brief, want het origineel is altijd beter dan de kopie.

Dag vader, begint als een mitrailleur die een spervuur van grappen en guitige herinneringen over de lezers sproeit om bijna ongemerkt over te schakelen op een meer berustende en begrijpende toon. Het is een klein boekje dat wil verduidelijken zonder het mystieke aura dat over de relatie tussen een zoon en zijn vader hangt te ontluisteren, een uiting van liefde en respect. En een ode aan het ongrijpbare leven ook. “Het licht gaat aan, je opent je ogen, en het licht gaat na verloop van tijd ook uit,” schrijft De Graeve, “Het zou zo fijn zijn mocht het allemaal betekenis hebben.”

Drie vragen aan Sam De Graeve

Is wandelen in je boek een metafoor voor een bepaalde manier van omgaan met de wereld?

De Graeve: “Zeker als je het naast rennen plaatst. Dat is meedoen aan de ratrace, terwijl wandelen een poging is om de dingen stil te zetten, ze vanop een zekere afstand te overschouwen en de gedachten te ordenen. Ik betrap er mezelf op dat wanneer ik alleen ga wandelen ik inspanningen moet doen om niet de hele tijd op mijn telefoon te kijken. Wandelen is vandaag moeilijk geworden. Vandaar wellicht die tsunami aan wandelboeken de laatste tijd. Na die week wandelen met mijn vader voelde ik me een ander mens. Fysiek viel het beste mee. Een goede twintig kilometer per dag is goed te doen. Maar ik merkte dat mijn geest opeens een pak lichter was. Op een heel mensenleven stelt zo’n week qua tijd niets voor, maar emotioneel en psychologisch zal ze altijd een bijzonder belangrijke episode blijven.”

Jouw brief aan je vader doet natuurlijk aan Franz Kafka’s Brief aan de vader denken. Geen toeval wellicht?

De Graeve: “Ik las die brief van Kafka lang geleden, maar hij is altijd door mijn hoofd blijven spoken als een van de meest intense stukken proza ooit. Het is pas een jaar of drie geleden dat ik het idee kreeg om ook zo’n brief te schrijven, na de wandeling dus. Toen Kafka in 1919 zijn brief schreef had hij het over een unieke, maar tezelfdertijd ook herkenbare relatie met zijn vader. Het was een afrekening. Vandaag zijn vaders anders, het zijn geen boemannen meer. Vandaar dat ik denk dat wat ik beschrijf ook voor veel mensen herkenbaar zal zijn.”

Gaat je boek uiteindelijk niet over de onmogelijkheid van echte communicatie en echt begrip?

De Graeve: “In een mooi ouderschap is de conclusie vaak dat de mensen in kwestie het over heel veel oneens zijn, maar dat er toch die band is. Je kan niet alles zeggen. Ik zou ook niet weten wat dat alles dan wel zou zijn. Toen het boek klaar was heb ik het mijn vader laten lezen. Hij heeft toen op een van de mooist mogelijke manieren gereageerd. Nadat hij me vier dagen gaar had laten stoven, stuurde hij me een sms: ‘Boeiend’. Maar hij had wel twee tekeningen gemaakt voor in het boek, wat ik zag als een erkenning dat hij erbij betrokken wilde zijn.”

Eerder verschenen op Knack