"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Dagen op Aarde

Dinsdag, 9 oktober, 2007

Geschreven door: Willem Brinkman
Artikel door: Bob Hopman

Binnen geen resultaat

Dagen op aarde vertelt het verhaal van de ambitieuze wetenschapper Van Marum, die aan het begin van de roman vastbesloten is een Godsbewijs te vinden. Een Godsbewijs dat volledig past in het mechanistische tijdperk waarin het boek zich afspeelt. Om tot dit bewijs te kunnen komen wendt hij zich tot een duister genootschap dat hem van vooral financiële steun kan voorzien op zijn zoektocht. Het genootschap geeft hem vreemde boeken en geschriften, stuurt hem op reis en biedt hem eigenlijk alles behalve wetenschappelijke ondersteuning.

De zoektocht van Van Marum is overduidelijk vanaf het begin een hopeloze taak. Het onderzoek bestaat uit geneuzel op zolderkamers, gesnuffel in oude geschriften en discussies over fysica versus metafysica die nergens op uitkomen. Terwijl buiten het huis vliegmachines en automobielen worden ontwikkeld, boekt men binnen geen of nauwelijks resultaat. Ten slotte slaat dan ook twijfel toe bij Van Marum zelf, en vooral tijdens de studiereis waarop hij wordt gestuurd sterft zijn ambitie langzaam. En met de ambitie is de wetenschapper zelf gedoemd te sterven.

Het hoofdthema van de roman is goed neergezet. Niet gaat het hier om een religieus onderwerp, maar om het verlies van het geloof in de wetenschap en de psychologische aftakeling die een personage meemaakt tijdens dat verlies. Aan het begin van de roman betrapte ik mij er op een stiekeme hoop te koesteren dat Van Marum zou slagen in zijn opzet, al is zijn doel nog zo uitzichtloos. Dit geeft aan hoe sterk de plot en het begin zijn. Ook rijzen er in het begin nog allerlei vragen over eventuele symboliek in me op. Wat is bijvoorbeeld de betekenis van de mysterieuze ooievaar die tot twee keer toe zo’n sterke invloed op de wetenschappelijke en religieuze obsessie van de hoofdpersoon heeft?

Als Van Marum eenmaal goed aan zijn onderzoek is begonnen, daalt het niveau van het boek snel. De hoofdpersoon gaat andere wetenschappers of theologen bezoeken, en spreekt met hen over de bezigheden van het genootschap waarvoor hij werkt. Steeds ontstaat van de karakters uit het genootschap meer een beeld van mensen van vlees en bloed. En met dat beeld verdwijnt juist de duistere, mysterieuze sfeer die de aan het begin mijn aandacht zo goed wist vast te houden. De aanwezigheid van te veel menselijke karakters laat ook langzaam een realistische wereld ontstaan waarin een hopeloos onderzoeksdoel als het bewijzen van Gods bestaan, op de manier waarop Van Marum dat probeert, niet op zijn plaats is. Om die reden verdwijnt mijn meeleven met de hoofdpersoon en zijn wereld.

Boekenkrant

Willem Brinkman (1969) heeft met Dagen op aarde zijn literair debuut gemaakt. Het boek past naadloos binnen het genre van de existentialistische wetenschappelijke roman. Brinkman betreedt daarmee het pad waarop grote schrijvers als W.F.Hermans of J.P.Sartre hem zijn voorgegaan. En daarmee maakt een debuterend schrijver het zich niet gemakkelijk. Het boek blijkt binnen dit genre dan ook een matig, en teleurstellend werk. Ik had graag meer antwoorden gezien, meer verduidelijking van symboliek (de zo opvallende ooievaar bijvoorbeeld, keert na de eerste twee optredens niet meer terug), en een zorgvuldiger sfeervorming. Omdat deze zaken uitblijven of door de schrijver zijn vergeten, blijf ik aan het einde van de roman met een tamelijk onbevredigd gevoel achter.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: