"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De akte van mijn moeder

Vrijdag, 7 december, 2018

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Roeland Dobbelaer

“Mijn moeder was een agent, of een verklikker. Niet waar. Wel waar. Nietes”

[Recensie] Christoph Buchwald, uitgever bij Cossee, vertelde een maand geleden bij DLVAlive over Arc de Triomphe van Erich Maria Remarque waarom hij boeken uitgeeft: “We willen boeken publiceren die een nieuw gezichtspunt bieden”, stelde Buchwald, “een nieuwe kijk op de wereld.” En daarom publiceert Cossee veel buitenlandse romans in vertaling, boeken met on-Nederlandse ideeën en vergezichten.

Een recente publicatie van Cossee met zo’n weinig alledaagse gezichtspunt is De akte van mijn moeder van de Hongaarse schrijver András Forgách. Een aantal jaren geleden kreeg de schrijver een pakketje met brieven en andere documenten onder ogen van en over zijn moeder, Bruria Avi-Shaul. Bruria werd geboren in 1922 in Jerusalem en trouwde na de Tweede Wereldoorlog met landgenoot Marcel Forgács. De documenten waren afkomstig van de geheime dienst van Hongarije ten tijde van het communistische regime, waar het echtpaar zich vestigde. ‘Mama,’ zoals Forgách zijn moeder consequent blijft noemen, was een verklikker en zelfs een beetje een spion. Ze schreef rapporten over haar reizen naar Israël, waar veel van haar familie nog woonde en waar ze als Jodin gemakkelijk toegang toe had. Maar ze deed meer. Ze maakte in Hongarije ook rapporten over haar buren, kennissen, vrienden en zelfs over haar gezin en haar vier kinderen en hun vrienden. Mama was een overtuigd communist, was tegen het zionisme dat ijverde voor een eigen Joodse staat en dat was de reden dat ze na de oorlog met haar man naar Hongarije waren gegaan. Ze zagen wel dat het nodige mis was in Hongarije en wilde werken aan een beter communisme. Haar man was journalist, een tijdje gestationeerd in Londen, en zoals de meeste journalisten kluste hij ook bij voor het Hongaarse regime. Toen haar man die toch al niet gezegend was met sterke zenuwen, steeds meer paranoia werd en uiteindelijk in een gesticht belandde, nam Bruria in 1975 zijn verklikkers taken over die ze tot haar dood in 1985 bleef vervullen.

De akte van mijn moeder is geen gemakkelijk boek om te lezen. Forgách heeft een aantal dingen met het boek willen doen. Allereerst reconstrueert hij in romanvorm hoe het contact tussen de geheime dienst en zijn moeder moet zijn verlopen. Hij drukt daarvoor tientallen officiële verslagen af van de gesprekken tussen Mama en agenten van de geheime dienst en vertelt hierom heen wat er gebeurde. Hij laat zien hoe zijn moeder in alle oprechtheid als overtuigd communist wantoestanden rapporteert, maar vooral hoe ze haar gezin zoveel mogelijk uit de wind probeert te houden en de dienst uitlegt waarom haar kinderen weliswaar wat opstandig zijn en dat dat past bij opgroeiende jeugd. Daarnaast vertelt hij zijn herinneringen aan zijn jeugd en zijn moeder en vader. Het zijn liefdevolle portretten van zeer gecompliceerde mensen die uit idealisme Israël verlieten om de goede zaak te dienen in Hongarije, maar daar gaandeweg gedesillusioneerd raken en nauwelijks hun grote gezin konden onderhouden. Een baantje als verklikker met wat extra inkomsten was meer dan welkom. Tot slot doet Forgách verslag van zijn gevoelens over zijn spionerende moeder en vader en gaat op zelfonderzoek. Want wat moet je als je  ontdekt, dat je moeder verslag deed aan de geheime dienst van hoe jij opgroeide, wat voor ideeën je ontwikkelde, met wie je optrok en wie je liefje was. Forgách worstelt er mee in zijn boek, een echt antwoord heeft hij niet. “Er zijn dingen die we pas kunnen begrijpen als we ze zelf meemaken. Er is geen andere manier om ze te doorgronden…“

Al deze drie vormen drie lopen door elkaar. Ook in de tijd springt het boek van de hak op de tak: dan zit het gezin in Londen in de jaren zestig, dan zitten zijn ouders in de jaren veertig nog in Israël en dan praat zijn moeder in de jaren tachtig weer met de geheime dienst en zijn haar kinderen vervelende pubers.

Boekenkrant

Ook al is De akte van mijn moeder een echt ‘Cossee-boek’ met het een intrigerend thema, de schokkende ontdekking dat je moeder een spion en verklikker was, het boek had wel wat meer structuur mogen krijgen. Met de gevoelens van Forgách is niets mis. Hij wijst zijn moeder niet rigoureus af, hij hield zielsveel van zijn Mama, hij verdedigt haar zelfs hier en daar, vindt het afschuwelijk wat ze heeft gedaan en moet de rest van zijn leven met deze dubbelheid terugkijken op zijn leven met en zijn liefde voor zijn Mama. Hartbrekend.

“Mijn moeder was een agent, of een verklikker. Niet waar. Wel waar. Nietes. Welles. Goed dan, ze was geen verklikker maar een spion. Geen echte spion, maar iets wat er op lijkt. Ze was geen van beide, ze was een minuscuul radertje in een kleinzielig, onderdrukkend apparaat, een totaal onbelangrijk tandwieltje. Het onderdeel dat nooit klein genoeg kon zijn. Dat nooit onbetekenend genoeg kon zijn. Elk ogenblik dat je hebt doorgebracht met dit piepkleine radertje en onderdeeltje, elk ogenblik dat je hebt beleefd met deze gm. cn., wordt door een ander ogenblik geheel herschreven. Alsof de wetten van perspectief en zwaartekracht op het ene moment veranderd zijn. En ziedaar, ze blijken inderdaad te kunnen veranderen.”

Voor het eerst verschenen op De Leesclub van Alles