"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De arrogantie van het doorgeefluik

Vrijdag, 29 december, 2017

Geschreven door: Willem Frederik Erné
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Freek de Jonge als SP senator

[Recensie] De babyboomers gaan met pensioen en dan wordt het tijd voor velen van het afhandelen van lange bucket lists en voor een aantal betekent dit: nu eindelijk die roman schrijven waar ik mijn hele leven al van droomde dat ik die zou schrijven. En daar schuilt natuurlijk een groot gevaar in. Meestal zijn dat soort romans een poging om nog een keer alles te zeggen wat er gezegd moet worden. De laatste weken krijgen we een behoorlijk aantal romans van met name mannelijke schrijvers, geboren rond 1950, toegestuurd die zich aan het schrijven van een roman hebben gewaagd. Of dat een stroom aan mooie boeken oplevert valt nog te bezien.

Deze week las ik De arrogantie van het doorgeefluik, van Willem Frederik Erné. Iemand met deze voornamen legt de lat voor zichzelf natuurlijk al heel hoog. Veel te weten kom ik niet over Erné, mogelijk een pseudoniem. Hij studeerde musicologie en werkte lang als musicus in het theater, waarschijnlijk in dienst bij een of meerdere cabaretiers. De helft van zijn roman gaat over de theatershow met de titel De arrogantie van het doorgeefluik van de gevierde cabaretier Bimmer Goorhuis, waarvoor Freek de Jonge model lijkt te hebben gestaan. Erné beschrijft woordelijk diens show en alles wat er bij komt kijken zoals muziek- en lichteffecten. Dat vereist kennis van het theater vak en die heeft hij blijkbaar willen gebruiken in zijn roman.

De arrogantie van het doorgeefluik begint veelbelovend. De eerste scenes van de theatershow van Bimmer Goorhuis zijn grappig. In een razendsnel tempo behandelt hij de verloedering van de samenleving. Erné laat Goorhuis de meerwaardetheorie van Marx nog eens uitleggen: te veel actoren staan tegenwoordig tussen de mensen die producten maken en diensten verrichten en de eindgebruiker. Goederen worden gemaakt door arbeiders of boeren en dan volgt er een lange keten van mensen die er ook aan verdienen door dingen te verhandelen, verkopen en aan te bieden. De daadwerkelijke arbeid wordt te laag betaald. Alleen de doorgevers worden rijk. Het is deze arrogantie van het doorgeefluik, van mensen die zelf niets maken, maar er mee handelen en speculeren die de wereld steeds rotter maken en waardoor de rijken rijker en de armen armer worden. De theaterscenes wisselt Erné knap af met de beschrijving van het leven van de geluidstechnicus en chauffeur van Goorhuis, Liffert Klooker, geboren in 1952.

Klooker is een nakomertje in een katholiek middenklasse gezin uit Utrecht. Vader heeft door de oorlog zijn opleidingen niet af kunnen maken maar is toch in het leger opgeklommen tot majoor. Moeder is een hardvochtige dame die wel van het liefdesspel hield, maar zich minder om de gevolgen van dat spel – de kinderen – bekommert. In de tijd dat haar man in het buitenland is wordt ze zwanger van de jongste. Haar echtgenoot weet natuurlijk dondersgoed dat er een andere man in het spel is en dat legt een bom onder het huwelijk. Als Lifferts broers en zussen oud genoeg zijn om zelfstandig te gaan wonen, vertrekt ook de vader het huis uit, zogenaamd op buitenlandse missie. Liffert is dan overgeleverd aan zijn moeder en als zij haar broer met pedofiele neigingen op hem loslaat komt de jongen in verzet. Hij spijbelt, raakt betrokken bij relletjes in Utrecht tussen Mods en Sjorsen (mooi zijn de beschrijvingen over dit stukje geschiedenis van de stad Utrecht) en moet hij naar een instituut voor moeilijk opvoedbare jongens. Liffert weigert zich te schikken en uiteindelijk komt hij in Parijs terecht waar zijn zus hem mee naar toe neemt. Hij ontdekt er de liefde en de revolutie van 1968.

Dans Magazine

Onderwijl worden de theatershow van Goorhuis er niet vrolijker op. De wereld hangt van complotten aan elkaar en alles heeft met alles te maken. Pagina’s lang wijdt Erné aan de Amerikaanse politiek van de jaren zestig en de moord op Kennedy. Dat is het minste stuk van de roman. We weten natuurlijk wel dat Youp van ‘t Hek en Freek de Jonge op het dwangmatige af hun shows van moraliserende teksten voorzien, maar de heren zijn wel zo slim om te zorgen dat er altijd wat te lachen blijft. Bij Goorhuis neemt het moralisme de overhand en daarmee doet Erné zijn lezers geen plezier. Gaandeweg lijkt je eerder het partijprogramma van de SP te lezen (antialles zo ongeveer, maar wel met links-economische snit) dan een cabaretprogramma. Dat Goorhuis privé een arrogante klootzak is die gesteld is op zijn luxe en liefjes in elke theaterstad heeft, is dan wel weer grappig.

Veel blijft onduidelijk in het boek. Zo wordt de relatie tussen de twee oude vrienden (Goorhuis en Klooker kennen elkaar van het instituut voor moeilijk opvoedbare jongens) wordt niet goed uitgewerkt. Volgens Klooker heeft Goorhuis alles en zelfs het idee voor zijn laatste theatershow aan hem te danken, maar Klooker krijgt hier geen waardering voor. Waarom Goorhuis de wat morsige zestiger die teveel drinkt aan blijft houden als zijn chauffeur en geluidstechnicus wordt ook niet duidelijk. En zo zijn er wel meer onuitgewerkte lijntjes. Het slot van de roman is al helemaal onbevredigend omdat er als een soort van duveltje uit een doosje onverwacht een geweldsdelict uit de kast wordt gehaald om een einde aan het boek te brouwen. Hoe het nu echt afloopt blijft onduidelijk. Heeft Erné nog plannen voor een vervolg?

Erné heeft een vlotte schrijfstijl, daarom was het geen straf om deze roman over de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw te lezen, met name de beschrijvingen over Utrecht zijn mooi. Dat het een boek zou zijn over het verlies van idealen was op de eerste bladzijde al duidelijk. Maar de vraag blijft wel wat we daar dan mee moeten? En wat is de rol van de generatie van de jaren zestig dan zelf geweest? Komt deze generatie niet verder dan zelf genoegzaam, zoals Groothuis, kankeren op wat er mis is? Of is het hen allemaal maar overkomen is, dat is wat Erné eigenlijk zegt met de levensbeschrijving van Klooker. De theatershow van Groothuis zorgt voor verdieping in de roman. Maar ook de cabaretier heeft het tij niet kunnen keren. De arrogantie van het doorgeefluik wil vooral zeggen: “We hebben het altijd wel gezegd, maar niemand heeft willen luisteren.” Met deze roman zal ook daar geen verandering in komen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Van de liefde en de zee

De arrogantie van het doorgeefluik