"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De barre tocht van Orpheus

Woensdag, 24 mei, 2023

Geschreven door: Piet Gerbrandy
Artikel door: Jona Lendering

Mythologische gedichten van oud Griekenland

[Recensie] Batman ruziet weleens met Superman. Arsène Lupin was Sherlock Holmes te slim af. Godzilla streed tegen King Kong. Het is leuk als verhalen die traditioneel gescheiden zijn, contact maken. Dat was in de Oudheid niet anders. Het verhaal van Jason en de Argonauten ontleent een deel van zijn charme aan het gegeven dat allerlei helden ook uit andere verhalen bekend zijn: zo is Herakles een van de opvarenden van ’s werelds eerste schip, samen met zijn geliefde Hylas, zijn vriend Admetos en stalhouder Augeias. Verder de goddelijke tweelingen Kastor en Polydeukes, enkele vaders van helden uit de Trojaanse Oorlog, en ook de zanger Orfeus. Het is een antieke League of Extraordinary Gentlemen.

De oudste bron is een hellenistisch gedicht van Apollonios van Rhodos (in het Nederlands vertaald door Wolther Kassies), die vanzelfsprekend oudere stof bewerkt en daarbij Homeros volgt, maar die ook een nieuw type held neerzet. Zijn Jason is geen rauwdouwer zoals we kennen uit de Ilias. Apollonios’ helden zijn weleens onzeker en bang. Moreel gaat het van kwaad tot erger: ze doden weleens de verkeerde, ze geven zich over aan piraterij, ze stelen het Gulden Vlies, ze doden onschuldige mensen. De stof is verder behandeld door de Romeinse dichter Valerius Flaccus, in twee mythologische uittrekselboeken en in een laatantieke tekst die Piet Gerbrandy onlangs in het Nederlands heeft vertaald als De barre tocht van Orpheus.

Perspectiefwisseling – en meer
De anonieme Griekse dichter was dus bepaald de eerste niet om de stof te behandelen. Hij wilde zijn publiek boeien door het verhaal te vertellen vanuit een ander perspectief, namelijk dat van Orfeus. Dat is op het eerste gezicht zoiets als Marion Zimmer Bradleys The Mists of Avalon (koning Arthur vanuit vrouwelijk perspectief) of Mijn reis met Dante door de Hel door Drs.P. (Goddelijke Komedie vanuit het perspectief van Vergilius), maar er is toch iets meer aan de hand.

Immers, de zanger Orfeus is ook de centrale figuur in een religieuze stroming waarin het draait om inwijding, zuivering, ascese en de belofte dat wie het lichamelijke overwint, de cyclus van reïncarnatie kan doorbreken en een aangenaam hiernamaals verwerft. Wie het Argonautenverhaal vertelt vanuit een orfisch perspectief, varieert niet op de Argonautenstof maar varieert op het Orfeusverhaal.

Boekenkrant

Dat dit ook met de Orfische Argonautika het geval is, blijkt uit de selectie die de dichter heeft gemaakt. “Orfeus” slaat bekende Argonautenverhalen (zoals de tocht door de Libische woestijn) geheel over. Soms suggereert hij dat de geadresseerde, zijn leerling Mousaios, het al wel weet. Tegelijk laat deze Orfeus weten dat muziek wonderen kan bewerken en beschrijft hij in enig detail orfisch aandoende rituelen, zoals inwijding in de mysteriën van Samothrake. De orfische ascese, die ook celibaat omvatte, denk ik te herkennen in de wijze waarop Jason Medeia ontmaagdt. De stof is traditioneel maar de dichter van de Orfische Argonautika stelt alles in het werk om het onromantisch te laten lijken. Dit is eerder grensoverschrijdend gedrag dan een van de werken van Gouden Afrodite.

Het dodenrijk
De orfische stof gaat voor een deel over het dodenrijk. Orfeus is immers – althans volgens Dodds’ beroemde The Greeks and the Irrational (1951) – te beschouwen als een soort sjamaan die, eenmaal in trance, ervaring had met the undiscovered country. De Argonauten van de Orfische Argonautika maken een soortgelijke reis. Apollonios had zijn helden al over de Donau naar het verre westen laten varen, de laatantieke auteur beschrijft een reis over de Dnjepr en de Oostzee naar een Rijk van de Langlevenden en de Kimmeriërs (die al bij Homeros wonen in een soort Dodenrijk).

De beschrijving van de noordelijke wateren – van licht verstoken, donderende kolken, ijskoud land, zilverkleurig water – laat aan duidelijkheid weinig te wensen over. Ze doet overigens denken aan Albinovanus Pedo, die soortgelijke claims doet over de Waddenzee. Angst voor de rand van de aarde was in de Oudheid maar al te reëel. Het is misschien niet eens nodig een bezoek aan de Noordzee allegorisch te lezen als afdaling in de Onderwereld, want de mensen meenden destijds echt dat de wereld hier eindigde.

Allegorie
Evengoed lijkt het gedicht een allegorische laag te bevatten. In de inleiding van De barre tocht van Orpheus schrijven Piet Gerbrandy en Guusje van der Meij:

“Het gedicht suggereert … dat de figuur van Orpheus een brugfunctie vervult tussen onze wereld en die Andere, die we nog niet, of niet meer, kennen. Als we ons vervolgens realiseren dat Orpheus de dichter bij uitnemendheid is, betekent dat wellicht dat hij staat voor de spirituele kracht van poëzie in het algemeen. Dit impliceert dat wie in de juiste stemming De barre tocht leest, mogelijk een louterende ervaring doormaakt en misschien heel even iets opvangt van het mysterieuze, dat per definitie ongezegd moet blijven.”

Suggereert, wellicht, mogelijk, misschien: Gerbrandy en Van der Meij zijn niet al te stellig. Ik weet ook niet of er echt een diepere betekenis moet zijn om te genieten van een gedicht, zeker als de vertaling vlot leest en een lekker bekkend ritme heeft. Ik heb veel plezier aan De barre tocht van Orpheusbeleefd, zittend in een lentezonnetje op een afgelegen bankje aan het IJ.

Eerder verschenen op Mainzer Beobachter