"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De bekentenissen van Frannie Langton

Vrijdag, 3 mei, 2019

Geschreven door: Sara Collins
Artikel door: Marnix Verplancke

Ingenieus opgebouwde postkoloniale gothic

“Hoe zou u herinnerd willen worden? Als u een laatste bladzijde en een laatste uur had, wat zou u dan schrijven? Uiteindelijk is dit mijn keus geworden. Mijn relaas over mezelf. Het enige wat ik kan nalaten.”

[Recensie] In de lente van 1826 wacht Frances Langton in een Londense cel op het verdict van haar proces. Ze wordt ervan beschuldigd haar werkgevers George en Marguerite Benham vermoord te hebben, wat Frances, die door de rioolpers ook wel De Moordende Mulattin wordt genoemd, hevig ontkent. Waarom zou ze Marguerite gedood hebben, vraagt ze zich luidop af, zij waren immers geliefden.

Zo begint De bekentenissen van Frannie Langton, het verbazingwekkend originele debuut van Sara Collins, een eigentijdse, vlot vertelde gothic die, net zoals Jean Rhys’ een halve eeuw geleden gepubliceerde De wijde Sargasso Zee een feministische, post-koloniale twist wil geven aan Charlotte Brontës Jane Eyre, en aan nog wel een paar andere klassieken uit de Britse literatuur. Om te begrijpen hoe Frances in die Londense cel is beland, neemt Collins ons anderhalf decennium mee terug de tijd in, naar de Jamaicaanse suikerrietplantage met de sarcastische naam Paradise. Frances is dan tien en het lievelingetje van de vrouw des huizes Miss-bella. Deze door heimwee naar haar thuisstad Bristol geplaagde jonge vrouw leeft op bij de intellectuele nieuwsgierigheid van het kind en leert haar lezen, tegen de regels in want slaven moeten ongeletterd blijven.

En ook Miss-bella’s  man Langton ziet wel iets in Frances, zij het op iets latere leeftijd, wanneer het kind een jonge vrouw geworden is en zij hem zowel op lichamelijk als op geestelijk vlak iets te bieden heeft. Langton waant zich immers een heuse wetenschapper die in de frenologie een rechtvaardiging zoekt voor de suprematie van het blanke ras. Hij werkt aan een wereldschokkend boek, Crania, waarvoor hij meer dan zeshonderd schedels van over de hele wereld naar Paradise laat sturen, waarna hij deze zorgvuldig opmeet en documenteert. Frances is daarbij zijn assistente en klerk. Zij bepaalt de inhoud van de schedels en noteert alles wat Langton haar dicteert, waardoor zij, Zwarte Fran, paradoxaal genoeg de auteur wordt van een boek dat de intellectuele inferioriteit van alle zwarten moet bewijzen.

Dans Magazine

Misschien wel net daarom verzet Frances zich met hand en tand tegen het uit handen geven van haar eigen Bekentenissen. Wanneer ze vijf jaar later samen met Langton in Londen belandt, wil iedere abolitionist horen hoe misbruikt ze wel is, maar ze denkt er niet aan haar verhaal aan hen toe te vertrouwen. Mannen schrijven om zich los te maken van de gemeenschappelijke geschiedenis en vrouwen om er zich bij aan te sluiten, rechtvaardigt ze dit. Frances’ verhaal is er een van vele, beseffen we. Het maakt deel uit van een historische lijn die niet alleen goedkope suiker, maar ook de Pharmacopeia of the West Indies opleverde, een geneeskundig boek dat zogezegd door de Britse wetenschapper Aloysius Thomson is geschreven, maar in realiteit inheemse kennis over de helende kracht van planten bevat. Ook Langtons Crania is trouwens geen verzinsel van Collins. In 1839 publiceerde Samuel Morton zijn intussen beruchte Crania Americana, waarin tientallen tekeningen op ware grootte van Indiaanse en Afrikaanse schedels stonden die moesten bewijzen dat de kolonisatie een daad van grootmoedigheid was omdat het blanke ras zo de nodige leiding en kennis kon schenken aan deze kleinschedelige stumpers.

Boeken spelen trouwens wel vaker een rol in de roman van Sara Collins. Voltaires Candide verbindt Frances met Miss-bella, net zoals Shelley’s Ozymandias haar later met Marguerite zal verbinden. Daniel Defoes Moll Flanders, het relaas over een vrouw die haar weg zoekt doorheen de mannenwereld en daarbij regelmatig misbruikt wordt, hangt als een donderwolk boven Frances’ hoofd en dat ze de Jamaicaanse plantage heeft moeten inruilen voor een Londense baan als dienstmeid en later zelfs vrouw van lichte zeden, verwijst natuurlijk naar John Miltons Paradise Lost. Boeken hebben Frances gemaakt tot wie ze is, beseft ze. Ze heeft haar Bekentenissen neergeschreven om finaal betekenis te geven aan haar bestaan. “Want op de keper beschouwd stelt het leven niets voor,” vervolgt ze het citaat waarmee deze recensie begon, “maar romans maken het mogelijk te geloven dat het wel iets voorstelt.”

Eerder verschenen in De Morgen