"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

The Word, On the Translation of the Bible

Zondag, 12 maart, 2023

Geschreven door: John Barton
Artikel door: Niklas Anderberg

Een geschiedenis van het belangrijkste boek van het Westen

[Recensie] Normaal gesproken gaat men er van uit dat de Bijbel van Luther uit 1534 de eerste vertaling in spreektaal was. Maar John Barton geeft allerlei voorbeelden van eerdere vertalingen. De Hebreeuwse Bijbel werd al in de tiende eeuw in het Arabisch vertaald. Ook zijn er  vertalingen in verschillende Europese talen en in het Ethiopisch bewaard gebleven. In de viertiende eeuw publiceerde Marchwart Biberi uit Zürich een vertaling en in 1477 verscheen de eerste Nederlandse Bijbel. Er zijn zelfs fragmenten van een Bijbel in de Gotische taal gevonden die in de vierde eeuw door bisschop Wulfila geschreven is.

In het eerste hoofdstuk besteedt Barton onder andere aandacht aan het tragische lot van William Tyndale wiens vertaling voor een groot deel ten grondslag ligt aan de King James Bible. Geïnspireerd door Luthers vertaling van het Nieuwe Testament maakte Tyndale ook gebruik van woorden die in zijn tijd als verderfelijk en ketters beschouwd werden. Het gangbare penitance (boetedoening) werd vervangen door het onschuldig klinkende repentance (berouw). Maar voor Luther waren dit soort wijzigingen belangrijke stappen in zijn poging om het middeleeuwse systeem van boetedoening en aflaat aan het wankelen te brengen. De reformatoren vertaalden liever woorden als ecclesia, episkopos en presbyteros met niet-katholieke en minder institutionele termen als ´verzameling´, ´voorganger´ of ´ouderling´.

Aangespoord door Thomas More grepen de kerkelijke autoriteiten met harde hand in; halverwege zijn vertaling uit het Hebreeuws en op de vlucht werd Tyndale opgepakt in Vilvoorde, net buiten Brussel. In 1536 werd hij veroordeeld en ter dood gebracht door wurging. Daarna werd zijn lichaam in brand gestoken.

George Steiner
Het boek After Babel van de seculiere denker en uitgesproken atheïst George Steiner is een verrassende bron van inspiratie voor hoogleraar theologie en priester in de Anglicaanse kerk, John Barton.

Geschiedenis Magazine

Barton gebruikt de terminologie functionele equivalentie versus formele equivalentie. Bij functionele equivalentie wordt een poging gedaan om de tekst naar de lezer te brengen in leesbare, hedendaagse taal. Bij formele equivalentie streeft de vertaler er naar om juist het vreemde, mysterieuze en onverklaarbare van de brontaal te benadrukken; dit wordt dan omschreven als en poging om de lezer naar de tekst te brengen.

De meeste vertalingen zijn natuurlijk hybriden van deze twee opvattingen. Een al te letterlijke vertaling zou onleesbaar worden, een te vrije vertaling zou de Bijbel transformeren tot een ander boek, misschien een mythe of een meer of minder angstaanjagende legende. Neem het voorbeeld van de beruchte slotregels van Psalm 137, onder andere bekend van het liedje ´Rivers of Babylon´. C.S. Lewis heeft een poging gedaan om dash the little ones against the rock metaforisch te vertalen als gedachtespinsels; de kinderenvan Babylon worden dan omgetoverd tot demonen in je eigen hoofd. Lewis sluit zijn redenering tamelijk laconiek af met de ijzingwekkende aanbeveling: Knock the little bastards´ brains out´.

In mijn oren klinkt dit pervers maar blijkbaar is hij niet de enige die een metaforische lezing geeft van deze passage. De vraag rijst of niet alles in de Bijbel met een korreltje zout gelezen kan worden en of het niet iedereen vrij staat om erin te lezen wat het beste uitkomt. In de praktijk worden de verzen 137:8-9 gecensureerd en uit de katholieke liturgie is deze passage ook verdwenen. Gezongen wordt het zeker niet.

Ambivalentie en onzekerheden
Soms wordt bewust gekozen voor vervreemding (foreignizing)van passages die in ondoorgrondelijke taal geschreven zijn. De vertaler die denkt de essentie hier uit te kunnen destilleren moet van goede huize komen. Hoe kan een duidelijke ´boodschap´ geformuleerd worden op basis van zoveel ambivalentie en onzekerheden? De woorden van Jezus bestaan alleen uit overleveringen in het Grieks terwijl zijn taal Aramees was. Eén vertegenwoordiger van het letterlijke kamp gaat zover dat hij slecht geschreven Grieks in het Nieuwe Testament (bij voorbeeld in Marcus en Openbaring) weergeeft in gebrekkig Engels. Hij wil het niet fraaier maken dan het is.

Barton wijst erop dat het Nieuwe Testament dichter bij de Griekse Septuaginta staat dan bij de oorspronkelijke Hebreeuws Bijbel. In de culturele sfeer van het Hellenisme floreerden ideeën over hemel en hel, demonen en engelen, wederopstanding en de onsterfelijkheid van de ziel. Dit gedachtengoed was voor een deel aanwezig in de latere boeken van het Oude Testament zoals Daniël en ook in de deuterocanonieke boeken maar komen vooral tot bloei in het Nieuwe Testament. In het vroege Christendom wasde taal van het Oude Testament niet Hebreeuws maar Grieks.

Een klassiek voorbeeld is het Hebreeuwse woord almah (jonge vrouw) dat in Mattheüs de betekenis van maagd krijgt, parthenos in het Grieks. Geza Vermes, een kenner van de Dode Zeerollen, heeft geopperd dat het idee van een maagdelijke geboorte niet zou zijn ontstaan als Mattheüs geen Grieks had kunnen lezen, een stelling die Barton overigens niet onderschrijft. De vraag blijft of het woord almah beter vertaald kan worden met jonge vrouw of met maagd (vergelijk Jesaja 7:14 met Mattheüs 1:3).


Vertalen met een theologische agenda en een boodschap voor ogen blijft een dubieuze onderneming. Aan de andere kant kan de oorspronkelijke tekst verloren gaan in een ondoordringbare haag van letterlijk vertaalde woorden zonder duidelijke samenhang.

Het manoeuvreren tussen de twee uitersten is een zeldzame kunst die maar weinigen beheersen.

De beroemde uitspraak van Walter Benjamin dat geen enkel gedicht, compositie of schilderij bedoeld is voor een publiek klinkt mooi en misschien ook waarachtig maar is volgens Barton vooral retorisch slagvaardig. Nabokov drukt het nóg stelliger uit: de enige plicht die een vertaler heeft is om te vertalen met absolute precisie. Dat klinkt ook fantastisch maar in de echte wereld is het een droombeeld, een absolute onmogelijkheid.

De problemen beginnen al in Genesis 1:2. De aarde was woest en ledig is in de Nieuwe Bijbelvertaling en ook in de NBV21 woest en doods geworden. Is dat een verbetering?

Martin Buber en Frans Rosenzweig maakten gebruik van de wonderschone oplossing van Luther, Irrsal und Wirrsal, in hun poging om het Hebreeuws te evenaren. Rosenzweig (De ster van verlossing) stierf vroegtijdig en Buber moest het project alleen voortzetten.

In zijn alom geprezen vertaling van de Hebreeuwse Bijbel in drie kloeke delen kiest Robert Alter voor welter and waste. Oussoren prefereert woestheid en warboel. In deze voorbeelden wordt voor alliteratie gekozen van het oorspronkelijke tohu wabuhu. Maar wat is de betekenis ervan? Alter stelt dat wabuhu een gelegenheidswoord is (nonce-word) dat gekozen lijkt te zijn vanwege de klanken en het ritme en niet vanwege de inhoud.

Van brontekst naar doelteks
Het is een wijdverbreide misvatting dat de canon van de Bijbel vastgesteld werd bij verschillende concilies en dat ongewenste geschriften door de kerkelijke autoriteiten goedschiks of kwaadschiks zijn weggelaten. Volgens Barton werden er vrijwel geen officiële beslissingen genomen over wat wél en wat niet in de Bijbel terechtkwam. De afzonderlijke boeken werden niet door manipulatie van de machthebbers maar door brede consensus vrij snel na het ontstaan als heilige schrift geaccepteerd. Al in de tweede eeuw heeft Josephus een lijst opgesteld die inhoudelijk praktisch identiek is aan de Hebreeuwse Bijbel zoals we die nu kennen.

Volgens Barton zijn de evangeliën van het Nieuwe Testament evenmin ´gekozen´, een woord dat hij volledig misleidend vindt. Integendeel: alle essentiële onderdelen van de canon waren vanaf het begin aanwezig. Franz Overbeck, tijdgenoot van Nietzsche en Bijbelkenner, was er zelfs van onder de indruk hoe geruisloos de canon tot stand kwam. In 2019 verscheen A History of the Bible – the Book and its Faiths in Nederlandse vertaling. Dit monumentale werk wordt nu gevolgd door The Word.In deze twee werken heeft John Barton een evenwichtig beeld geschetst van zowel de geschiedenis van de Bijbel als van de problematiek bij vertalingen van brontekst naar doeltekst. Bekende en minder bekende theologen komen aan het woord evenals hedendaagse denkers die je niet direct in verband met de Bijbel zou brengen. Wie had kunnen denken dat een priester in de Anglicaanse kerk Julia Kristeva en postmodernistische ´intertekstualiteit´ onder de aandacht zou brengen?

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur:

The Word, On the Translation of the Bible

De Bijbel - Het boek, de verhalen, de geschiedenis