"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De bloei van het leven

Zondag, 5 mei, 2019

Geschreven door: Simone de Beauvoir
Artikel door: Tea van Lierop

Woorden schieten tekort

“Wat mij, bij mijn terugkeer in Parijs in september 1929 het meest van al verrukte en naar mijn hoofd steeg was mijn vrijheid. Daar had ik, sinds mijn kinderjaren, van gedroomd als ik met mijn zus ‘grote mensje’ speelde.” (openingszin blz. 11)

“Zo dreef ieder boek me weer naar een nieuw boek, omdat de wereld zich aan mij geopenbaard had in zo’n volheid, dat ik nooit al mijn gevoelens en ervaringen onder woorden zou kunnen worden.” (slotzin: blz 603)

[Recensie] Wanneer je een boek, waarvan een aantal bladzijden loszitten en dat vol plakbriefjes zit, voor de derde keer leest, moet het simpel zijn er iets over te vertellen. Toch is het niet eenvoudig, omdat er op elke pagina zoveel geschreven staat. Alles schreeuwt om aandacht. Maar goed, dit wordt mijn persoonlijke bespreking van een autobiografisch boek van een bewonderenswaardige vrouw die leefde in een bijzondere tijd.

Dit deel is het tweede boek uit de vierdelige autobiografie. De andere drie delen zijn ook echt de moeite waard, maar deze verdient extra aandacht vanwege de tijd en de ontwikkeling die Simone de Beauvoir doormaakte. Zij doet hierin verslag van de periode 1930 tot 1944, ze is dan 21 tot 35 jaar. De Beauvoir beschrijft de nauwe banden die ze had met haar vrienden. In het bijzonder haar relatie met Jean-Paul Sartre, haar werk als onderwijzeres, auteur en filosoof en haar ontwikkeling van een individualistisch mens naar een mens dat zich solidair verklaart met het verzet.

Hereditas Nexus

De aanloop naar WO II en de oorlog zelf hebben, net als voor iedereen, een grote rol gespeeld in haar leven, de bijzonderheden daarover krijgen een prominente plaats in het boek. Deel een, Een welopgevoed meisje, gaat over haar jeugd waarin ze zich probeert te ontworstelen aan een drukkend katholiek milieu.

Contract

Waarom spreekt deze vrouw zo tot de verbeelding? De autobiografie bevat natuurlijk alleen datgene wat de auteur gedrukt wil hebben. De intiemere details van haar leven heeft ze er bewust uitgelaten, ze was daar eerlijk in en eigenlijk zit een lezer daar ook niet op te wachten. Maar dat ze een turbulent leven had wordt zonder die details ook wel duidelijk. De gesprekken die ze voerde met Jean-Paul Sartre over welke vorm hun relatie zou moeten krijgen laten zien dat hun voorlopig 2-jarig ‘contract’ veel meer was dan een liefdesrelatie tussen twee mensen. Sartre noemde het ‘een noodzakelijke liefde’, waarbij ook ’toevallige liefdesverhoudingen’ konden bestaan. Een aanvulling op het contract was dat ze elkaar beloofden niet tegen elkaar te liegen en niets te verzwijgen. En wie denkt dat dit contract, dat uiteindelijk een levenslange verbintenis werd, zonder problemen nageleefd werd heeft het mis, want er was wel degelijk jaloezie, maar hun liefde hield stand tot de dood van Sartre.

Filosofie

Simone de Beauvoir als Jean-Paul Sartre waren beiden filosoof en auteur. De een kon niet zonder de ander, ze inspireerden elkaar en door alles te bespreken en kritisch te beoordelen kwamen ze elk tot een eigen inzicht en zo schreven, schrapten en herschreven ze hun oeuvre.

Sartre leerde De Beauvoir haar ogen te openen voor de vele heerlijkheden van het leven en ze moest er over schrijven om die mooie beelden vast te houden.

“Ook al formuleerden wij het dan niet in dergelijke termen, we benaderden daarbij een vorm van kantiaans optimisme waarbij ‘je moet’ betekent ‘je kunt’. En hoe zou inderdaad iemands besluit kunnen wankelen op het ogenblik zelf van keuze en aanvaarding? Op dat punt vallen wil en geloof samen.” (blz 15)

De optimistische toon blijft het hele boek klinken, ook in moeilijker tijden waarin er geen geld is voor eten of er helemaal geen eten te krijgen is, toch is er iedere keer een oplossing.

Wereldbeeld

Zo goed als ze hun eigen zaakjes in orde hadden en dachten te begrijpen, zo weinig beseften ze aanvankelijk wat er in de wereld gebeurde. De Beauvoir las geen kranten, was enorm met zichzelf bezig en had niet in de gaten dat er een ramp afstevende op Europa. Dat verwijt maakte ze zichzelf later, het getuigde van zelfinzicht dat de eigen vrijheid en alles wat daarbij hoorde, vooral op cultureel en relationeel gebied, voorrang kreeg op veranderende politieke situaties.

Toen ze een rondreis maakten door Duitsland in de zomer van 1934, vroegen ze zich af:

 “In de rustige straten van Lübeck met zijn prachtige, bakstenen kerken en in Stalsond met zijn frisse zeewind zagen we hele kolonnes bruinhemden in hun onverzoenlijke pas marcheren. Toch zagen onder het gewelfde plafond van de ‘Ratkeller’ de mensen er vredelievend uit. Mannetje aan mannetje zittend dronken ze bier en zongen. Kon je zó verlangen naar menselijke warmte en toch dromen van massamoord? Die beide dingen leken mij onverenigbaar.” (blz. 194)

Cultuur en wetenschap

Het boek is behalve een persoonlijk verslag ook een document geworden waarin een cultureel tijdsbeeld gevangen wordt. Aandacht is er voor auteurs zoals Faulkner en Hemingway, voor Amerika en zijn films en muziek (blues, negro-spirituals en de arbeidsliederen) en voor filosofen zoals Hegel (‘Elk bewustzijn streeft naar de dood van een ander’) Nietzsche en Kierkegaard. Het optimisme waarmee deze memoires zijn geschreven komt helemaal tot zijn recht wanneer de Beauvoir haar vele reizen beschrijft. Vaak is ze alleen. Dit citaat komt uit een passage waarin ze een reis maakt ergens in Frankrijk en mag overnachten in een zeer eenvoudig huisje:

 “Met gesloten ogen liet ik me tussen slapen en waken in wegdrijven, gevangen tussen de herinnering aan voorbije morgens en het licht dat nu achter mijn jaloezieën geboren werd. Ik deed mijn deur open en zag het groene gras en de bloeiende bomen.” (blz.192)

Zoals gezegd, ik las het boek drie keer en vind het nog steeds een prachtig boek over een intelligente vrouw met karakter, die haar leven in vrijheid leeft zonder daarbij de ander te vergeten. Het tijdsbeeld met de beschrijvingen van historische en sociale ontwikkelingen geven een enorme meerwaarde aan dit boek. De filosofische beschouwingen worden geïntegreerd in het verhaal, ze zijn goed te volgen.

En niet te vergeten: het feminisme!

“Je bent niet als vrouw geboren, je wordt er een.”
(“Origineel: On ne naît pas femme: on le devient.”

(Bron: Le deuxième sexe 1949)

Over de auteur

Simone-Lucie-Ernestine-Marie Bertrand (Simone) de Beauvoir (Parijs, 9 januari 1908 – Parijs, 14 april 1986) was een Frans filosofe, schrijfster en feministe. In 1983 ontving ze de Deense Sonningprijs. Haar omvangrijk oeuvre bestaat uit vele romans waaronder: 1943 L’Invitée; (Ned. vert.: 1964; Uitgenodigd; door: Greetje van den Bergh); 1946 Tous les hommes sont mortels (tweemaal vertaald, nieuwste in 1982; Alle mensen zijn sterfelijk; door: Greetje van den Bergh). Ook schreef ze een verscheidenheid aan essays zoals: 1949 Le Deuxième Sexe; (Ned. vert.: 1982; De tweede sekse; door: Jan Hardenberg) en memoires, toneel en brieven. [Bron: Wikipedia]

Eerder verschenen op met de neus in de boeken

Boeken van deze Auteur: