"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De boekhandelaar en de detective

Zaterdag, 24 oktober, 2020

Geschreven door: Ramiro Pinilla
Artikel door: Ger Groot

En altijd weer: “Weg met die vuige fascisten!”

[Recensie] Al een kleine vijfentwintig boeken heeft de ruim tachtigjarige Baskische schrijver Ramiro Pinilla op zijn naam staan, maar pas in 2004 wist hij een groot publiek te bereiken met zijn triologie Groene dalen, rode heuvels. [Deze recensie is uit 2011/red.] Het zijn enigszins knoestige romans waarin het Baskische levensgevoel zich teweerstelt tegen invloeden van elders (moderne verhoudingen, ‘Spaanse’ overheersing) die het dreigen te verdrukken. Vrijwel steeds is de Spaanse Burgeroorlog op de achtergrond voelbaar: het grote drama waarin ‘Basken’ bij Pinilla het hoofd bieden aan vuige fascisten die alleen maar minachting hebben voor de grootheid van de Baskische natie.

Ook in de twee romans die onlangs in het Nederlands werden vertaald (in de jaren zestig verscheen er al een vertaling van een van zijn vroege boeken) is de Burgeroorlog en de bullebakkerij die de zegevierende franquisten daarna naar hartelust mogen uitoefenen prominent aanwezig. Ze spelen allebei deels in en voornamelijk kort na de strijd die Spanje verscheurde.

In De vijgenboom (oorspronkelijk verschenen in 2006) draait alles rond een boetvaardig lid van een doodseskader, dat tot inkeer komt na een onderwijzer (per definitie een ‘rooie’) en zijn zoon te hebben vermoord. Jarenlang houdt hij de wacht bij de vijgenboom die hij op hun graf heeft geplant, wordt vereerd als een heilige kluizenaar en ten slotte door zijn vroegere strijdmakkers vermoord.

Aanzienlijk lichter van toon is de daarna verschenen en nu vertaalde speurdersroman De boekhandelaar en de detective (2009), door Pinilla opnieuw gesitueerd in het havenplaatsje Getxo waar menig roman zich afspeelt. Boekhandelaar Sancho Bordaberri heeft al veel van de detectiveromans die hij tracht te schrijven door uitgevers afgewezen zien worden, wanneer hij besluit een echte ‘zaak’ te onderzoeken en tot onderwerp van een nieuwe roman te maken.

Boekenkrant

De Burgeroorlog ligt nog vers in het geheugen en de franquistische terreur woedt nog volop. Bordaberri meet zich een nieuwe identiteit aan, gemodelleerd naar de grote helden uit de Amerikaanse hardboiled detectiveromans die hij in zijn winkel verkoopt, en weet zo het raadsel op te lossen van een inmiddels al meer dan tien jaar oude moord.

Anders dan De vijgenboom bezit De boekhandelaar en de detective een zekere charme omdat Pinilla op zijn verhaal een fikse dosis ironie loslaat. De figuur van een imitatiedetective die met een quasi-Amerikaanse naam (Samuel Esparta), uitdossing en optreden in een Baskisch kustplaatsje de plaatselijke Sam Spade uithangt, is even curieus als onwaarschijnlijk. Maar de ideologische boventonen van het Baskische nationalisme waar Pinilla ook in deze roman niet zuinig mee is, worden er wel enigszins door gedempt.

De boekhandelaar en de detective is ongetwijfeld een van de wonderlijkste bastaardproducten die het klassieke Amerikaanse speurdersverhaal ooit heeft voortgebracht. Raymond Chandler had zich er geen voorstelling van kunnen maken en ook de huidige lezer moet zich bij de opschorting van zijn natuurlijke neiging tot ongeloof, behoorlijk blijven inspannen. Maar vergeefse moeite is dat niet. Pinilla heeft met dit verhaal misschien geen grote, maar wel een heel ongewone speurdersroman geschreven.

 —

Eerder verschenen in NRC