"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Congo codes

Dinsdag, 5 juni, 2018

Geschreven door: Dirk-Jan Koch
Artikel door: Miriam Grootscholten

De zin en onzin van ontwikkelingssamenwerking

[Recensie] Dirk- Jan Koch hoefde niet heel erg zijn best te doen om als diplomaat op de ambassade in Congo Kinshasa gestationeerd te worden: er waren geen andere gegadigden. Congo is geen geliefde standplaats en hoewel Koch eigenlijk te ‘linksig’ was, mocht hij erheen. Met een zak geld aan extra vergoedingen toe. Hij is er vijf jaar gebleven maar veranderde wel van werkgever.

De berichten die ambassades naar Nederland sturen over het land waarin ze gevestigd zijn, worden codes genoemd. De ambtenaren geven hierin een overzicht van politieke en economische ontwikkelingen in het land van plaatsing en de codes zijn geheim. Waarom deze geheim zijn, vertelt Koch niet maar hij zegt wel dat het ambassadepersoneel weinig interactie met de omgeving heeft en ‘teveel in een kaasstolp’ zit; dus dat geeft te denken. Het schrijven van codes is een kerntaak van de diplomaten, Koch schrijft in dit boek zijn eigen codes.

Wat is de zin en onzin van internationale samenwerking voor Congo? De Democratische Republiek Congo staat op bijna alle mogelijk denkbare terreinen aan de ontvangende kant van internationale samenwerking en nog steeds is er, ondanks de miljarden euro’s aan hulp en de grootste vredesmissie ter wereld, veel geweld en is de overheid roofzuchtig. Nog altijd slapen twee miljoen Congolezen niet in hun eigen huis en het beleden principe van de internationale gemeenschap om mensen in nood bij te staan, wordt hier niet gehonoreerd.

Koch stelde in zijn promotieonderzoek dat ontwikkelingssamenwerking aan kluitjesvoetbal doet: in bepaalde landen struikel je over hulpverleners en in andere landen met dezelfde problematiek zie je niemand. Dat blijkt zelfs al voor één land te gelden: Congo is zo groot als West-Europa en volgens de laatste telling zijn er 68 miljoen inwoners. Sommige gedeelten van het land zijn qua hulp witte plekken. Op verschillende terreinen van problematiek zag Koch dat de cheques wel degelijk helpen: Ondersteuning van onderwijs, hulp voor verkrachte vrouwen. Zijn kritiek op het feit dat Nederland zich terugtrekt uit Congo is scherp: “Ontwikkelingshulp lijkt het enige beleidsterrein te zijn waar 100% bezuinigd kan worden zonder dat er politieke repercussies zijn.” De ambassade krimpt in en trekt om kosten te besparen in bij de Belgische collega’s, maar dan is Koch allang weg. Hij kan zich niet verenigen met het korten op ontwikkelingshulp en al helemaal niet met de regel dat de eerstejaarsopvang van asielzoekers en de terugzending van migranten ook uit de ontwikkelingspot betaald gaan worden. Hij verruilt zijn luxe diplomatenbaan voor die van landendirecteur van Search for Common Ground. Dat is een organisatie die zich bezighoudt met conflicttransformatie.

Omdat Koch het land vanuit twee verschillende posities heeft kunnen benaderen(of eigenlijk drie: hij doceerde ook nog aan de universiteit) kan hij het goed nuanceren. Het meest hoopgevend noemt hij de Congolezen die niet de moed verliezen: activisten, journalisten en academici die blijven proberen van Congo een succes te maken. En daarom moet het land niet aan zijn lot worden overgelaten.

Boekenkrant

Eerder verschenen  op Afrikanieuws