"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Daf van mijn vader

Woensdag, 2 oktober, 2019

Geschreven door: Thomas Vaessens
Artikel door: Henk Slechte

Een eerlijk beeld van de Nederlandse Kever

[Recensie] Dafje dat Van Doorne’s Aanhangwagen Fabriek van 1958 tot 1976 produceerde, was bedoeld als de Nederlandse Lelijke Eend of Kever, maar is te vroeg aan slechte marketing ten onder gegaan. Achter de kneuterige titel gaat de boeiende cultuurgeschiedenis schuil van ruim twintig jaar naoorlogs Nederland, met Daf als treffende representant.
Vaessens noemt de auto die Hub van Doorne in de jaren ’50 bedacht, een icoon met een januskop. Hij staat voor de vooruitgang én de saaie burgerlijkheid van de wederopbouw.

Pas in de late jaren ’60 maakte die saaiheid plaats voor spannende fenomenen als het feminisme, de seksuele revolutie en het begin van de multiculturele samenleving. Vaessens voorziet in een leemte. De volksauto die de Daf technisch maar ook cultureel was, heeft in de wetenschappelijke literatuur over de wederopbouw geen plek gekregen. Pas bij de heropening van het Rijksmuseum in 2013 is in Gijs van der Hams Geschiedenis van Nederland in 100 Voorwerpen een blikken schaalmodel opgenomen met de correcte cultuurhistorische context van de Daf: de wederopbouw, de automobilisering en de industrialisering. Het complete mobiele erfgoed heeft tot 2016 moeten wachten op een plek in de erfgoedwetgeving.
Vaessens biedt ook terecht een tegenwicht tegen het ridicule imago van de DAF als ‘truttenschudder’ in de populaire cultuur en de serieuze literatuur. Wim Noordhoek maakte nog in 2015 in Nederland. Een objectief zelfportret in 51 voorwerpen de Daf belachelijk en gaf niet alleen een fout beeld van die auto maar ook van de tijd waarin hij door Nederland reed.

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine