"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De dageraad van Holland

Woensdag, 8 februari, 2023

Geschreven door: Henk 't Jong
Artikel door: Quis leget haec?

Dit boek bevat wat mij betreft een stuk noodzakelijke geschiedenis

[Recensie] De dageraad van Holland van heraldicus en historicus Henk ’t Jong beschrijft de geschiedenis van het graafschap Holland in de periode 1100-1300. Het sluit naadloos aan op het boek Strijd om West-Frisia van Kees Nieuwenhuijsen, dat de periode 900-1100 behandelt.

Floris II, Dirk VI, Floris III, Dirk VII, Willem I, Floris IV, Willem II, Floris V, Jan I; daar gaan we weer. Even het hoofd erbij houden want dit zijn alleen de hoofdrolspelers. Ook hun familieleden lopen over het toneel, vaak met dezelfde namen of varianten daarop. Concentreren dus, maar de auteur helpt daar goed bij. Voor in het boek staat een duidelijke stamboom waarin die verbanden in één oogopslag duidelijk worden. Iedere graaf heeft ook zijn eigen hoofdstuk en we lezen keurig in de tijd mee, dat scheelt ook.

De auteur maakt zich er sterk voor dat hij alleen afgaat op de feiten. Hij schroomt ook niet te zeggen als hij iets niet weet en geeft in het begin al aan dat we van de eerste twee graven, Floris II en Dirk VI, zo goed als niets weten. Van de volgende vier wat meer (in een glijdende schaal) en van de laatste drie behoorlijk veel. De bronnen waaruit geput is zijn onder meer het Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, de Annales Egmundenses ofwel de jaarkroniek uit de abdij van Egmond (1120-1205) en de berijmde geschiedenis van de grafelijke klerk Melis Stoke, de zogenaamde Rijmkroniek.

Nu is graaf Floris V de enige die het tot de canon van de Nederlandse geschiedenis heeft geschopt. Wellicht is bekend dat zijn ‘veroveringen’ ertoe hebben geleid dat ‘zijn’ edelen tegen hem in opstand kwamen en hem doodden. Veel lesmethodes en websites geven aan dat hij dit aan zichzelf te danken had maar dat ligt toch wat genuanceerder zoals uit dit boek blijkt en daarom is het ook een nuttig boek. Het kwam allemaal niet uit de lucht vallen.

Pf

Maar er is meer. We reizen door een Holland zoals we dat niet meer kennen en we zijn bij het ontstaan van steden als Dordrecht, Amsterdam, Gouda en Delft. Ik ben benieuwd hoevelen weten waar überhaupt de naam ‘Holland’ vandaan komt:

“Het gebruik van de naam Holland, of eigenlijk Holtland, laat zich terugvoeren tot rond 1061. In een mogelijk Utrechtse bron, die als basis voor de Egmondse Annalen kan hebben gediend, komt die naam voor het Friese graafschap al voor…De naam wijst eerder op een bosrijk gebied, ‘holt’ is hout, maar dan ‘hoog opgaande eikenbossen’ in plaats van ‘lage elzen- en wilgenbossen…[die] woud genoemd’ werden.”

In al die verhalen over de graven spelen de belangen mee in het graafschap Holland, maar wordt ook het grotere beeld nooit vergeten. De onlusten met West-Frisia (in wat nu Noord-Holland is), gedoe met het bisdom Utrecht of de graven van Gelre en natuurlijk de betrekkingen met de Duitse keizer, met de Vlaamse graven of de pauselijke invloed uit Rome. Maar ’t Jong blijft ook vaak heel dichtbij ‘huis’, als hij ingaat op het uiterlijk van de graven of gravinnen of wat zo’n graaf nu eigenlijk de hele dag doet. Zo kan Floris II wel ‘de Vette’ als bijnaam hebben, maar ’t Jong zoekt zelfs uit of dit geen erfelijkheidskwestie was in plaats van vraatzucht. Mooi bronnenwerk.

Wat wel blijkt is dat graaf zijn niet de makkelijkste betrekking is. De kans dat je op hoge leeftijd vredig de geest geeft is vrij klein. Dat lees je terug in de verhalen. Sommigen kwamen relatief onschuldig om op een toernooi of aan een ziekte, maar vaak gebeurde dat in de strijd, al of niet in het buitenland. Zo stierf graaf en tevens Rooms-Duitse koning Willem II van Holland in de strijd tegen de West-Friezen toen hij door het ijs zakte met zijn paard. Zijn moordenaars namen hem mee en begroeven hem onder de haard in een huis in Hoogwoud. Daar was de aarde nog warm genoeg om een graf te graven. Zijn zoon, Floris V, liet hem daar later opgraven:

“De graaf nam, volgens Melis Stoke, ontroerd de schedel van zijn vader die hij nooit gekend had in de hand, dankte God en Maria en sprak:
Dat ic so vele dus mach scouwen
Vanden vader di mi ghewan.”

Vertaald; ‘Dat ik dit nog mag zien, van de vader die mij verwekte’. Een mooi moment van een man die ook niet fijn aan zijn einde kwam en waar veel over geschreven is. Heel in het kort werd hij omgebracht vanwege zijn steun aan de lagere standen en zijn steun aan de Franse koning. Hij werd vermoord door een aantal voormalige getrouwen toen hij weerloos in een sloot lag na een val van zijn paard. Hij was, geboeid nog, op de vlucht geslagen nadat hij ontvoerd was. ’t Jong schrijft:

“Werd graaf Floris door zijn edelen vermoord omdat hij hen tegen zich in het harnas had gejaagd? De van oorsprong Stichtse edelen Amstel en Woerden waren destijds ontegenzeggelijk op hun plaats gezet, maar daar hadden ze het ook wel naar gemaakt.”

Aldus de nuance en dat levert boeiende leesstof op. Net zoals wordt beschreven dat Floris verantwoordelijk is voor de bouw van de nu zo bekende Ridderzaal op het Binnenhof en hoe die zaal gebruikt en gefinancierd werd. Dit boek bevat wat mij betreft een stuk noodzakelijke geschiedenis.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur: