"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Dode Kamer

Woensdag, 3 december, 2014

Geschreven door: Bronja Hoffschlag
Artikel door: Patrice van Trigt

IJzersterk thrillerdebuut

[Recensie] We maken kennis met de broers Mischa en Lennart Larsen. Werkelijk op ieder vlak elkaars tegenpolen. Misha is de jongste; met een IQ van 150 zeer intelligent maar sociaal ‘apart’ te noemen. Lennart leeft een leven dat al vroeg in het teken van drank, drugs en vrouwen staat maar ook van het vooral niet werken of over z’n toekomst nadenken. “Wie dan leeft…..” lijkt op zijn lijf geschreven. Op jonge leeftijd komen de ouders van de jongens om bij een auto-ongeluk waarbij de dronken spookrijder zelf aan de dood ontsnapt. Hun leven zal daardoor nooit meer hetzelfde zijn…..verre van zelfs.

Gezien de leeftijd van Mischa op dat moment wordt hij, via Bureau Jeugdzorg, geplaatst in een pleeggezin. Lennart gaat bij een oom wonen en belooft Misha voor hem te zullen gaan zorgen op het moment dat hij 18 wordt en dus voogdij kan aanvragen. In plaats van 9 maanden duurt dat echter ruim 3 jaar……. al die tijd gaat Misha door een hel. En Lennart? Die weet van niks, die heeft het dan ook te druk met blowen en drinken. Uiteindelijk komt Misha toch bij zijn broer terecht. Beschadigd maar gedreven studeert hij een tijdje later, ondanks alles, af en wordt een architect met grote internationale successen. Misha heeft zijn leven volledig uitgestippeld en berekend, hij laat niets aan het toeval over. Lennart is wat ie zelf noemt een “beroepswerkloze”. Omdat ze zo verschillend zijn is de relatie tussen de twee jongens minstens gecompliceerd te noemen, ze hebben ook weinig met elkaar gemeen, het contact is moeilijk waardoor ze elkaar niet echt goed leren kennen. Ze leven dan ook grotendeels langs elkaar af. Het is niet dat ze het niet proberen maar het blijft moeilijk, ze verschillen gewoon teveel. Daarbij zijn sommige dingen niet te verwoorden en zorgen daardoor voor nóg meer onbegrip, nóg meer afstand.

Hoe slecht ze elkaar kennen blijkt op het moment dat workaholic Misha ontslag neemt en naar de VS vertrekt om een ‘rondreis’ te gaan maken, zonder daar ook maar iets van te hebben gezegd, zomaar van de ene op de andere dag. Lennart probeert keer op keer contact met hem te krijgen maar vangt telkens bot. En dus gaat ie, min of meer gedwongen, op zoek naar anderen die wellicht wél weten hoe het zit, vrienden van Misha. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Deze zoektocht levert namelijk meer vragen dan antwoorden en al snel heeft Lennart in de gaten dat er heel veel niet klopt. Hij graaft dieper en dieper en stuit alleen maar op nóg meer onduidelijkheid en raakt hierdoor behoorlijk gefrustreerd. Waar is Misha toch mee bezig? De vraag “hoe goed ken ik mijn ‘kleine broertje’ eigenlijk?” houdt Lennart voortdurend bezig. Niets maar dan ook werkelijk niets blijkt te zijn zoals hij dacht, het komt nog niet eens in de buurt…….

De Dode Kamer vertelt in het eerste deel het verhaal van Lennart. Vanuit zijn perceptie ervaar je als lezer het moeizame contact met zijn broertje en dat dat toch wel iets is waar Lennart mee zit. De opgelegde verantwoording valt hem zwaar. Maar Misha is ook zo anders dan hij! Lennart heeft zichtbaar moeite met de manier van leven, de structuur die Misha nodig blijkt te hebben, juist dát kan hij z’n broer niet geven, hij zou daarbij ook niet weten hóe, dat is hem tenslotte nooit geleerd. Op het moment dat Misha begint aan zijn zogenaamde ‘reis’ komen bij Lennart allerlei vragen naar boven. Waarom lukt het hem niet om contact met Misha te krijgen? Waarom neemt ie zijn telefoon niet op en wat is toch al dat geheimzinnige gedoe? Wát is er allemaal aan de hand? Vragen, vragen en nog meer vragen…… Totdat Lennart een telefoontje krijgt uit de VS, dát gesprek verandert alles.

Boekenkrant

Het tweede deel van het verhaal is geschreven vanuit de beleving van Misha. Zijn kijk op de relatie met zijn grote broer en op zijn leven tot dusver. Zijn onverteerbare woede t.a.v. de tijd dat hij bij het pleeggezin moest verblijven. De gedrevenheid en behoefte aan structuur die nodig zijn om te krijgen waar hij op uit is. Niemand, behalve zijn jeugdvriendin Maren, die ook maar iets weet van wat er in zijn jeugd is voorgevallen. Niemand zou begrijpen dat wat hij gaat doen de enige manier is om te overleven, om los te kunnen laten en zo te proberen nog iets van zijn leven te maken. Werkelijk alles blijkt geoorloofd om te krijgen waar Misha op uit is; Wraak !!

Het is moeilijk om een recensie te schrijven over dit geweldig boek zonder teveel vrij te geven. Want dat zou zo jammer zijn. Dit boek móet je als thrillerlezer écht gelezen hebben. Werkelijk alles klopt; de manier van schrijven, het taalgebruik, de spanningsopbouw, de karakters, de situatieschetsen. Je bent als het ware zelf onderdeel van het boek, zó duidelijk is het allemaal omschreven. En dat allemaal zonder ook maar één regel te overdrijven. Ondanks de ruim 700 pagina’s is het boek verre van langdradig te noemen, geen enkel moment van verveling. Tot op het einde toe is het leestempo hoog, je wilt weten hoe het nu zit, je kunt nauwelijks wachten. Het blijft de gehele tijd spannend, je kunt je geen voorstelling doen waar het verhaal heen gaat, want keer op keer word je verrast door de wendingen in het verhaal. Soms is het ronduit schokkend wat er beschreven wordt, hard en meedogenloos, onvoorstelbaar en onbegrijpelijk. De omschrijving van de (on)verwachte vriendschappen, gevaarlijk maar ó zo waardevol, die op een vreemde manier ook onvoorwaardelijk blijken te zijn! Alle emoties in dit boek liggen dicht bij elkaar, prachtig omschreven en vooral ook heel menselijk.

Het zal dan ook geen verrassing zijn dat ik dit boek aaneengesloten heb uitgelezen. Volledig in het verhaal getrokken was het bijna onmogelijk om het weg te leggen. Het is maar goed dat niet alle, ruim 700 pagina’s tellende, boeken van dit niveau zijn en zó goed. Ik zou bijna zelf een boek kunnen schrijven om te beschrijven hoe bijzonder dít boek is, dat deze ‘dikke pil’ vraagt om meer (en dat komt er gelukkig ook) en dan liever vandaag dan morgen.

Dat dit boek een debuut is is bijna niet te geloven. Het gevoel dat dit exemplaar thuishoort tussen de grote jongens en meisjes in schrijfland laat me niet los. Met gemak zet ik straks dit boek in mijn kast tussen namen zoals Jeffery Deaver, John Grisham en Karin Slaughter. Feitelijk zegt dat natuurlijk niets maar het is om aan te geven waar, volgens mij, dit boek thuishoort. Ik verbaas me dan ook niet als De Dode Kamer straks verfilmd gaat worden. Overdreven? Echt niet! Lees het en “beleef” dit boek.

Ik kon het gevoel van de tv-serie Prison Break zo nu en dan ook niet loslaten, sommige delen van het verhaal zag ik bijna als een film voor me. Zó duidelijk, zó goed omschreven. Naar niemand beledigend bedoeld maar het is bijna on-Nederlands te noemen. Zoals ik al eerder aangaf is het voor mij nog niet eerder zó moeilijk geweest om een recensie te schrijven, juist omdat ik zo enthousiast ben, juist omdat het boek zo verdomd goed is. Ik wil het verhaal niet helemaal vrijgeven, ik wil niet teveel vertellen want de verleiding om dit boek zelf te gaan lezen moet oprecht vanuit jezelf komen en niet omdat ik dat zo mooi kan ‘verkopen’. Dan zou ik dit debuut absoluut tekort doen, dit verhaal verdient het om gelezen te worden. Wat ik wél kan vrijgeven is het volgende; wanneer je besluit dit spektakel te gaan lezen, dan krijg je er geen spijt van. Ik kijk uit naar het vervolg

Eerder verschenen op Perfecte Buren

Boeken van deze Auteur: