Prozaïsche hergeboorte van Homerische vergelijkingen
Herman Leenders wordt in 1960 geboren te Brugge. In 1982 debuteert hij met de dichtbundel Mijn landschap, een beeldinventaris. Zijn prozadebuut Het mennegat verschijnt in 1994 bij de Arbeiderspers, evenals de dichtbundels Ogentroost (1992), Landlopen (1995) en Speelgoed (2000). Leenders ontving in 1993 voor Ogentroost de C. Buddingh’prijs voor nieuwe Nederlandse poëzie en de Hugues C. Pernathprijs. De echtbreukeling is Leenders’ eerste roman.
K. ontvangt van zijn echtgenote Frida een aangetekende brief waarin hij gedaagd wordt bij de rechtbank te verschijnen voor een echtscheiding. Tijdens de bittere strijd om de huiselijke raad en kinderen neemt Leenders de lezer fragmentarisch mee in de voorgeschiedenis van de breuk. Terwijl Frida zich bedient van zowel reguliere als emotionele chantage om zoveel mogelijk uit het proces te slepen verliest K. gaandeweg het contact met zijn kinderen en de rest van zijn omgeving. Als hij de echtelijke woning verlaten heeft onderneemt hij pogingen tot nieuwe relaties maar de negatieve herinnering aan Frida blijft hem achtervolgen. Omdat de gebeurtenissen alleen vanuit het perspectief van K. beschreven worden krijgt hij een slachtofferrol toegewezen maar de lezer kan desondanks sympathie voor het personage opbrengen omdat Frida’s gedrag weliswaar van rancune getuigt maar zij nergens onmenselijke proporties aanneemt.
Wegens het schiftend hanteren van tegenwoordige en verleden tijd is het aanvankelijk moeilijk om verhaalheden en -verleden van elkaar te kunnen scheiden, waardoor de lezer het gevoel krijgt een beeld te moeten construeren uit twee door elkaar gehusselde legpuzzels. Naar mate het verhaal vordert raakt men echter gewend aan de stijl en is er ruimte voor bewondering voor de zinnen die op kunnen lopen tot dertien regels en toch nergens ontsporen.
‘Die rechter sloeg nooit eens met zijn hamertje
zoals in Amerikaanse speelfilms, dat hamertje bleef
daar werkloos op zijn plankje liggen hoewel er een
hoop onzin werd uitgekraamd en grove leugens en
halve waarheden en er zaken werden verteld die er
met de haren bij gesleurd waren en er eigenlijk niets
mee te maken hadden totdat de advocaat van zijn
vrouw een briefje op tafel legde waarop K. zwart op
wit geschreven had: “Laat mij a.u.b. met rust. Je bent
een wolf in schapenvacht!” Dat was een school-
voorbeeld van een grove belediging zoals vermeld
in artikel 231 van het burgerlijk wetboek al mat het
briefje slechts vijf bij tien centimeter en had hij het
inderhaast neergekrabbeld als een bezetene die
wanhopig riep naar zijn geliefde dat hij haar niet
liefhad, zoals je op een deur bonkt die niet opengaat,
altijd maar harder, eerst omdat ze je zouden horen
daarna uit wanhoop om die onverschilligheid!’
Bovenstaand citaat getuigt eveneens van de Kafkaëske manier waarop de auteur omgaat met de vermoeiende bureaucratische verwikkelingen van de echtscheidingsprocedure. De naam van het hoofdpersonage doet al denken aan Der Prozeß en net als Joseph K. laat Leenders’ hoofdpersonage zich uiteindelijk gedwee naar de executieplaats brengen, zonder ooit echt te weten wat zijn misdaad was.
De roman is voorzien van talrijke metaforen en poëtisch taalgebruik, zonder overdadig lyrisch te worden. In het boek zijn daarnaast nog twee gedichten opgenomen die aantonen dat Leenders zijn poëtische achtergrond naadloos bij zijn proza kan doen aansluiten. Zij verrijken de roman, net als
een opschrift in een liftcabine dat tekent voor de, incidenteel terugkerende, komische noot.
De kern van de kwaliteit van het boek ligt echter in het inhoudelijke. Leenders weet alledaagse momenten uit te vergroten en van een nieuwe zijde te belichten, waardoor het boek meer wordt dan de standaardformule rechtbankdrama. De schrijver heeft een goede balans gevonden in de beschrijving van het falende rechtssysteem, de wrok tussen voormalige minnaars en de eenzaamheid van het bestaan, als gescheiden ouder maar tevens in universele zin.
De echtbreukeling grijpt de lezer bij de keel en laat niet los tot dagen na de laatste pagina.
—
Eerder veschenen op Recensieweb