"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Feind invasie

Zaterdag, 18 juni, 2022

Geschreven door: Frank Dongen
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Meeslepend eind van Nederlandstalig SF-epos

[Recensie] Disclaimer: ik werkte mee aan een interview met Frank van Dongen op het Youtube-kanaal Schrijver Omnia. De auteur en ik hebben regelmatig contact via Facebook, maar hebben elkaar nog nooit werkelijk ontmoet. Ik kocht dit boek omdat ik nieuwsgierig ben naar nieuwe Nederlandstalige SF en goede recensies las.

8,5. Het voelt bijna oneerlijk een boek dat zo spannend is, zo vol staat met goede ideeën en onverwachte wendingen, en dat ook nog eens van Nederlandse bodem is, niet de volle vijf sterren te geven. Per slot van rekening kende ik die wel toe aan de eerste twee delen van deze reeks. Maar daarvoor had ik toch iets te veel op het boek aan te merken. En mijn opmerkingen zullen toch niemand ervan weerhouden dit boek te lezen, want als het goed is hebben mensen die dit boek oppakken de eerste twee delen al achter de kiezen en in mijn ervaring kun je na het tweede deel niet anders dan snel verdergaan in dit boek. En daarmee hebben ze gelijk, want in het landschap van de Nederlandstalige genrefictie zijn er voor zover ik het kan overzien weinig SF-boeken waar deze niet met kop en schouder bovenuit steekt. De achtergrond van de auteur als evolutiebioloog geeft de trilogie een basis in wetenschap en filosofie die ik in andere Nederlandstalige SF nogal eens mis. Zijspoor misschien, maar het is me vaker opgevallen dat ook SF-schrijvers in Nederland vaak uit de literaire hoek komen, en dat er cursussen SF-schrijven worden gegeven aan literaire auteurs, maar dat er weinig wetenschappers zijn die SF schrijven. Jammer, want het gaat in SF toch om de speculatie op grond van wetenschappelijke kennis en inzichten. De wetenschappelijke basis is hier in elk geval dus prima in orde. Van Dongen gebruikt zijn verhaal om zijn visie over de toekomst van de mens te verbeelden. Dit heeft (zoals ook het geval is in Engelstalige SF geschreven door wetenschappers) als keerzijde dat zijn karakters nogal eens spreekbuis worden voor verschillende visies. In dit boek was dat weer vaak het geval. Dat hoofdpersoon Jack zo heen en weer wordt geslingerd tussen verschillende standpunten maakte het moeilijk hem te zien als consistent karakters. Bovendien doet hij in dit verhaal gruwelijke dingen, zelfs helemaal aan het einde. Ik denk niet dat Van Dongen hem ziet als absolute held, maar wat hij doet en wat Redmond eerder deed op een andere planeet, maakt hem moreel op zijn best donkergrijs.

Ik noemde al het einde van het boek – daar komen we als lezer opeens in een stroomversnelling terecht. Buitengewoon interessant en boeiend, maar onderbroken door pagina’s lange uitleg en met een erg plotseling einde. Gelukkig weet ik dat er een boek 4 aankomt, want het einde riep bij mij wel veel vragen op. Aan de andere kant, als er toch nog meer volgt, hadden de ontdekkingen uit de infodump van Redmond daar misschien op organische wijze in gedeeld kunnen worden.
Verder vond ik nogal wat schoonheidsfoutjes in dit boek. Zinnen direct na elkaar met dezelfde opbouw. Woorden die in een paar regels meerdere keren herhaald werden (b.v. ‘Ze ademde zwaar, zweet stond op haar lippen. Hij kuste haar mond, likte het zweet van haar lippen.’). En een aantal woorden klopten niet. Zo voelt de hoofdpersoon zich ergens ‘onuitputtelijk’. Moest dat niet ‘onvermoeibaar’ zijn geweest? Het haalde me niet uit het verhaal, maar het viel me wel op.
Dat zijn mijn argumenten om niet de volledige vijf sterren aan dit boek toe te kennen. Maar de positieve kanten hadden voor mij zeker de overhand. Van Dongen laat in dit boek gebeuren wat voorspeld was in de eerdere boeken. Als lezer zit je op het puntje van je stoel. Ontsnappingspogingen mislukken, beloftes worden gebroken, wie het eerder overleefde, komt later toch aan zijn of haar einde. De invasie van de Feind waar al zo lang naartoe werd gewerkt, is grimmig en bijna onweerstaanbaar. Heel goed beschreven. Maar ook wat daarna gebeurt, hoe mensen proberen te overleven en hoe een profeet een nieuwe religie begint, is meeslepend weergegeven. Ook geloofwaardig, want zo wordt religie ook misbruikt. De hoofdpersonen geven af op godsdienst en religie, maar ironisch genoeg zoeken ze wel naar manieren om de mensheid te redden, hun leven zin te geven en wellicht zelfs uit de gevangenis van de tijdruimte te breken – kortom, ze hebben religieuze motieven. Heel fascinerend vond ik de buitenaardse invasiemacht en andere volken (waarvan een volk niet met taal communiceert, maar via radiogolven en daarom geen leugen of andere vormen van onwaarheid kent – dit deed me weer denken aan de boeken van Liu Cixin, waar de trisolarianen ook niet kunnen liegen). Het duizend eilanden experiment wordt ook verkend in dit boek en dat levert fascinerende scenes op.
Waar ik nog steeds mijn vraagtekens bij heb is bij de rol van de vrouwen in deze trilogie. Van de auteur heb ik begrepen dat hij juist commentaar wilde geven op de manier waarop mannen vrouwen door de geschiedenis hebben onderdrukt en dat naar zijn mening een samenleving beter door vrouwen geleid kan worden. Maar zijn punt zou beter tot zijn recht komen als er meer vrouwen een actieve rol hadden gespeeld in dit verhaal. Naar mijn mening zijn ze in dit verhaal teveel slachtoffers, of manipuleren ze mannen via seksuele aantrekking. Wie trouwens getriggerd wordt door seksueel geweld kan dit boek misschien beter niet lezen, want het is een ruwe wereld, wat dat betreft. De auteur stelt expliciet de vraag of de mens niet ten diepste een vernietigend monster is, dat ertoe neigt de wereld om zich heen en zichzelf leeg te roven. De vraag wat de natuur van de mens is, is met dit boek nog niet beantwoord en ik kijk net als de andere lezers van deze trilogie met spanning uit naar deel vier!

Eerder verschenen op Hebban

Archeologie Magazine