"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De filosofie van een kat

Zondag, 14 februari, 2021

Geschreven door: John Gray
Artikel door: Robin Hurkens

Katten en de zin van het leven

[Recensie] We zouden net zo moeten leven zoals katten dit doen, meent de Britse filosoof John Gray (niet te verwarren met de Amerikaanse relatietherapeut die meent dat mannen van Mars komen en vrouwen van Venus). Een goed leven is niet het leven dat je nastreeft of wilt maar een leven dat simpelweg voldoening geeft. Zoek dus niet naar betekenis, streef niet ‘het goede’ na – waarom zouden we – maar doe alleen waar je zin in hebt, dan komt de zin vanzelf.

Katten en de zin van het leven leest gemakkelijk weg. Iets te gemakkelijk wat mij betreft; Gray maakt het niet alleen de lezer, maar bovenal zichzelf niet erg moeilijk. Zijn filosofie is zonneklaar: het belang van ons bewustzijn wordt schromelijk overschat, denken in algemeenheden verzandt gemakkelijk in een bijgelovig vertrouwen in de taal, een groot deel van de geschiedenis van het denken bestaat dan ook uit de verering van taalkundige ficties, en wie geïnteresseerd is in filosofie is simpelweg depressief.

Zelf pleit hij dan ook voor een soort anti-filosofie, een filosofie die niet is gebaseerd op argumenten maar op verhalen. Heel consequent begint Gray zijn boek dan ook met een verhaal, of eigenlijk veeleer een journalistiek verslag, over een kat die uit Vietnam wordt meegenomen wordt door een Amerikaanse journalist en zo de oorlog aldaar overleeft. Er volgen nog veel meer katten-verhalen, maar gelukkig komt Gray wel degelijk zelf met een filosofie op de proppen, die hij uitdrukkelijk baseert op de evolutieleer. De evolutie gaat niet in de richting van steeds, zonder plan, zonder doel en zonder enige voorbestemde betekenis. Of zoals hij het zelf formuleert: Eén van de afsplitsingen van natuurlijke selectie leidde tot de mens, een andere tot de octopus. In geen van beide gevallen was dit voorbestemd. En hij vervolgt:

“Een wereld van licht en schaduw, die af en toe wezens voortbrengt met een gedeeltelijk zelfbewustzijn, is interessanter en meer de moeite waard om in te leven dan een wereld die zich koestert in het constante licht van zijn eigen reflectie. Wanneer bewustzijn in zichzelf gekeerd raakt, staat het een goed leven in de weg. Zelfbewustzijn heeft geleid tot een verdeling in de menselijke geest, die voortdurend probeert pijnlijke ervaringen weg te duwen in het deel dat van het bewustzijn is afgesloten. Onderdrukte pijn ettert voort in vragen over de zin van het leven. De kattengeest daarentegen is één en onverdeeld. Pijn wordt geleden en weer vergeten, waarna de vreugde van het leven terugkeert. Katten hoeven hun leven niet te onderzoeken, omdat ze er niet aan twijfelen dat het leven de moeite waard is. Menselijk zelfbewustzijn heeft de eeuwige onrust veroorzaakt die de filosofie tevergeefs probeert te genezen.”

Jammer genoeg mondt deze filosofie al snel uit in een soort ‘zelfhulpboek’, zeker omdat Gray eindigt met tien tips die katten ons zouden geven ‘als zij daar belang bij zouden hebben gehad’. De tips geef ik hieronder omdat ze wel duidelijk en zeer compact aangeven waar John Gray precies voor staat:Volgens Plato is filosofie een oefening in sterven, net als wiskunde overigens, omdat je door zo abstract mogelijk te redeneren alvast afstand neemt van je fysieke bestaan. Wanneer John Gray nu beweert dat filosofie een teken van depressie is, zet hij feitelijk exact dezelfde lijn van Plato. Hij gaat net zo goed uit van een strikte tweedeling tussen het lijfelijke en het geestelijke (oftewel het materiële en het immateriële). Het enige verschil met Plato is dat Gray in tegenstelling tot Plato het lijfelijke veel waardevoller vindt dan het geestelijke.

Heaven
  1. Probeer nooit om mensen te overtuigen zich redelijk te gedragen. (Mensen zijn nu eenmaal hopeloos irrationeel, aldus Gray)
  2. Klaag nooit dat je niet genoeg tijd hebt (maar besteed je tijd alleen aan iets leuks of aan iets nuttigs, dan heb je tijd genoeg)
  3. Zoek geen betekenis in je lijden (onderga het en ga verder)
  4. Leef zo onverschillig mogelijk t.a.v. andere mensen. (Universele mensenliefde is een van de meest schadelijke idealen die we ooit hebben gehad, aldus Gray)
  5. Streef niet naar geluk, doe gewoon waar je zin in hebt, dan vind je vanzelf voldoening en daar gaat het om, niet om geluk.
  6. Maak van je leven geen groot verhaal. Accepteer dat bijna alles uit toeval ontstaat.
  7. Streef niet naar kennis, je kunt heel goed dingen doen zonder dat je weet waarom of waarvoor je dit zou doen.
  8. Slaap niet alleen om uitgerust te zijn voor de volgende dag, maar geniet van het slapen zelf. Dat is een doel op zich.
  9. Wantrouw mensen die zeggen voor anderen te leven en niet voor zichzelf. Elk mens is – net als een kat – extreem egoïstisch, aldus Gray. In tegenstelling tot mensen zijn katten echter wel onzelfzuchtig, dat wil zeggen dat zij geen beeld van zichzelf hebben dat ze trachten op te houden en te versterken. Ze worden dan ook gekenmerkt door onzelfzuchtig egoïsme.
  10. Zoek geen troost of betekenis voorbij je eigen particuliere bestaan.

Volgens Plato is filosofie een oefening in sterven, net als wiskunde overigens, omdat je door zo abstract mogelijk te redeneren alvast afstand neemt van je fysieke bestaan. Wanneer John Gray nu beweert dat filosofie een teken van depressie is, zet hij feitelijk exact dezelfde lijn van Plato. Hij gaat net zo goed uit van een strikte tweedeling tussen het lijfelijke en het geestelijke (oftewel het materiële en het immateriële). Het enige verschil met Plato is dat Gray in tegenstelling tot Plato het lijfelijke veel waardevoller vindt dan het geestelijke.

Voor wie niet meegaat in deze dualistische levensvisie hebben noch Gray noch Plato heel veel te bieden. Filosofische vragen ontstaan wanneer het leven niet vanzelf spreekt. Op dat punt ben ik het wel met Gray eens, maar ik persoonlijk kan me weinig voorstellen bij mensen voor wie het leven wel altijd vanzelf spreekt. Hoewel ‘Katten en de zin van het leven’ mij persoonlijk niet kan bekoren, vond ik het toch de moeite waard om er aandacht aan te besteden. Wie dit boekje (140 pagina’s) niet al te serieus neemt, kan er wel degelijk wat van opsteken en kattenliefhebbers zullen er zeker plezier aan beleven.

Eerder verschenen op Robin Hurkens

Boeken van deze Auteur:

Seven Types of Atheism

Zeven vormen van atheïsme

De filosofie van een kat