"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De gelukvinder

Dinsdag, 20 augustus, 2019

Geschreven door: Edward van de Vendel
Artikel door: Bea Ros

Echte levensverhalen

[Recensie] De begin dit jaar [2008/red.] gestarte Slash-serie biedt jongeren van vlees en bloed. Per deel vertelt een jeugdboekenschrijver het bijzondere levensverhaal van een jongere na. Dat levert aangrijpende verhalen op.

Initiatiefnemer van de Slash-serie is Edward van de Vendel. In zijn Annie M.G. Schmidt-lezing van 2006 kondigde hij zijn plannen al aan. Hij vond dat er meer jeugdboeken over “de polsslag” van de hedendaagse samenleving moesten komen, boeken over hoe het bijvoorbeeld is “om Abdel van vijftien, of Janita van veertien op een zwarte praktijkschool te zijn”. Samen met enkele collega-schrijvers ging Van de Vendel op zoek naar jongeren tussen de vijftien en 25 jaar “die zich staande hebben weten te houden in heftige levensstormen”. Er werden koppels gevormd van één auteur en één jongere. De laatste vertelt zijn of haar levensverhaal en de schrijver vervat dit vervolgens in een leesverhaal. Inmiddels zijn de eerste twee Slash-delen verschenen: Van de Vendel beschrijft in De gelukvinder het verhaal van Anoush Elman, die op de vlucht voor de Taliban enkele jaren geleden met zijn familie in Nederland belandde. En Mirjam Oldenhave vertelt in Voor jou tien anderen over het leven van Cynthia van Eck in pleeggezinnen en opvanghuizen.

Authentiek

Natuurlijk is het Slash-concept niet nieuw. Tien jaar geleden al schreef Joke van Leeuwen bijvoorbeeld samen met Malika Blain Bezoekjaren. Nieuw is wel dat het nu seriematig gebeurt, zij het zonder de negatieve associatie die dit woord aankleeft. Beide auteurs zijn namelijk hun eigen stijl geheel trouw gebleven. Ook in die zin zijn het authentieke verhalen. Van de Vendel is bijvoorbeeld breedsprakiger, met meer poëtisch taalgebruik en overpeinzingen; Oldenhave is juist bondig en ontwapenend direct. “Het mengen van de adem van jonge helden met de adem van eigenzinnige auteurs”, noemde Van de Vendel dat in zijn Schmidt-lezing. Ofwel: één concept met een veelkleurige invulling.

De gelukvinder is een prachtig geschreven en indringend verhaal. We maken kennis met hoofdpersoon Hamayun als hij nog in Afghanistan woont. Het klimaat wordt er steeds grimmiger voor een “vrij denkende man” als zijn vader, Padar. De Taliban neemt hem gevangen en pas na een jaar is hij weer vrij. Ook Hamayun zelf merkt dat hij niet alles kan zeggen en doen wat hij wil. Zijn klas moet op een dag zelfs mee naar een openbare executie in het stadion en verplicht juichen. Is Hamayun blij dat hij weg mag uit dat land? Nee, want zijn boezemvriend Faisal woont er, zijn oma’s en zijn kleine broertje. Zijn taal en geschiedenis leven er. Maar als Padar weer opgepakt dreigt te worden, besluit het gezin toch te vluchten. Van de Vendel beschrijft hun lange reis vol onzekerheden. Eenmaal afgezet in Nederland raken ze verzeild in de molen van asielaanvragen, afwijzingen, opnieuw aanvragen, kortom in de molen van hoop en wanhoop. Toch heeft Hamayun nog dromen. Zo wil hij filmer worden, verhalenverteller. Van de Vendel laat hem het verhaal vertellen, als een grote terugblik. Het ‘nu’ is in 4havo, zijn vijfde jaar in Nederland en zijn verhaal dient als scenario voor een schooltoneelstuk. Behoorlijk geïntegreerd dus, maar of hij mag blijven, is maar de vraag. Dat einde blijft open – en wie weet is dat ook nog steeds open voor Anoush Elman.

Schrijven Magazine

Onderdak

Cynthia van Eck werd als baby samen met haar tweejarige broertje achtergelaten bij “mama Riet”, een vrouw die op een klein flatje acht kinderen – van ‘onhandelbaar’ tot en met illegaal – opvangt. Nou ja, opvangt… ze biedt hen een onderdak, maar de situatie waarin de kinderen leven is schrijnend. Cynthia mag niet naar school en ook niet vaak buiten spelen, omdat ze illegaal is. De kinderen slapen met zijn allen op matrassen en luchtbedden in één kamertje. Verder wordt de flat nog gedeeld met de eigen dochter van mama Riet en drie mastiff-honden. Geen wonder dat hulpverleners regelmatig op de stoep staan. Maar Oldenhave weet in Voor jou tien anderen heel goed te beschrijven dat zij voor Cynthia aanvankelijk geen redders, maar vijanden zijn. Voor haar is de flat van mama Riet haar wereld die ondanks alles een veilige haven is. Pas als ze mama Riet tegen de hulpverleners hoort zeggen dat ze vooral de kinderen mee moeten nemen, want dat zij de volgende dag zo weer tien anderen heeft, knapt er iets bij Cynthia. Als ze zo makkelijk inwisselbaar is, kan ze net zo goed weggaan. Cynthia gaat naar een opvanghuis, in afwachting van een pleeggezin dat nooit komt. Na drie jaar mag ze op begeleid kamer bewonen. Pas hier begint ze langzaamaan haar verleden te verwerken. Dat alles van Hamayun en Cynthia waar gebeurd is, is één ding. Wat de serie echt waardevol maakt, is dat de schrijvers met zorg en vakmanschap mensen – in plaats van (louter) hun problemen – tot leven weten te brengen.

Eerder verschenen op Didactief

Boeken van deze Auteur: