"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De geschiedenis van de Joden, deel 1

Zondag, 5 juli, 2020

Geschreven door: Simon Schama
Artikel door: Hanneke Arts-Honselaar

De woorden vinden 1000 v.C. – 1492

[Recensie] Ieder die maar een beetje interesse in het Jodendom heeft kent de auteur van dit boek, Simon Schama, ongetwijfeld van zijn indrukwekkende serie The Story of the Jews op BBC, in vijf delen uitgezonden in september 2013. De serie vormt een organisch geheel met dit gelijknamige eerste deel van De geschiedenis van de Joden dat eveneens in 2013 verscheen en het tweede deel dat in 2017 is verschenen onder de titel De geschiedenis van de Joden. Deel 2: Erbij horen 1492-1900.

Schama wilde met deze boeken een geschiedenis voor een breed publiek schrijven die veel nadruk legt op gedeelde ervaring en niet alleen over vervolging en massamoord gaat. Hij wilde laten zien dat de Joodse geschiedenis veel meer omvat dan pogroms en rabbinica. Hij wilde de heroïek van het dagelijks leven beschrijven, maar ook van de grote tragedies.

De geschiedenis van de Joden- deel I vertelt deze geschiedenis tussen 1000 v. C. en 1492 aan de hand van het bronnenmateriaal dat er nog van beschikbaar is. In een eerste deel aan de hand van papyrus, potscherf en perkament en in het tweede deel aan de hand van mozaïeken, perkament en papier.

Het eerste wat me opvalt in deze geschiedenis van de Joden is de intense betrokkenheid van de auteur die eruit blijkt. In het voorwoord noemt hij het samenstellen van de tv-serie en de twee boeken die ermee verbonden zijn een ‘werk van liefde’. Precies dat herken je in het boek. Het is dan ook geen geschiedenis van het Jodendom (van de religie an sich), maar een geschiedenis van de Joden (dus, van ménsen). Dat verhaal van mensen probeert Schama aan de hand van associaties naar aanleiding van archeologische vondsten te beschrijven. Het is daarbij alsof Schama met familie praat hen herinnerend aan gebeurtenissen uit hun gezamenlijke familiale verleden. Zonder veel omhaal, zonder veel uitleg, verhalend. Dat is aantrekkelijk en fascinerend omdat verhalen nu eenmaal aantrekkelijk zijn en je als luisteraar naar die verhalen in zekere zin intieme deelgenoot van dat verhaal wordt gemaakt. Het heeft echter ook nadelen. Als buitenstaander is het me niet makkelijk gevallen om de associaties te volgen en het gehele plaatje te blijven zien. Een inleiding waarin de methodologie beschreven wordt, zou dan ook in mijn ogen een grote aanwinst voor dit boek zijn geweest.

Pf

Al was het alleen maar om duidelijk te krijgen hoe het boek zich tot de serie verhoudt. Daar moet de lezer nu zelf naar raden. Ik heb het idee dat het script voor de tv-serie eerst is ontstaan en het boek grotendeels de neerslag vormt van het onderzoek dat Schama heeft gedaan voor dit script. En misschien is dat wel de voornaamste reden waarom ik dit boek echt werk vraagt van de lezer. De archeologische vondsten aan de hand waarvan Schama de geschiedenis van de Joden beschrijft en de wijze waarop hij deze geschiedenis beschrijft verlangt de beelden die in de serie getoond zijn. Zonder die beelden lijkt het boek te zwalken, tenminste voor een buitenstaander. Dat laat niet onverlet dat er juweeltjes van verhalen over mensen in het boek te vinden zijn, kleine stukjes van het grote verhaal, verhaaltjes in het verhaal, die vanwege hun intimiteit schitterend zijn. Want dat kan Schama als de beste, het vertellen van ‘kleine verhalen’, die aan de hand van een archeologische vondst het leven van een enkeling schilderen in zijn of haar dagelijkse beslommeringen en in de culturele context waarin de hoofdpersoon leeft.

Duidelijk wordt ook dat Schama zich niet thuis voelt bij de orthodoxe stromingen in het Jodendom. Door de tekst heen wordt zijn (seculiere en liberale) houding tot de Tora duidelijk, zijn verhouding tot het Jodendom en zijn kijk op haar geschiedenis. Daarbij speelt de continue aanpassing van de joodse identiteit aan de gegeven omstandigheden een belangrijke rol. Het belangrijkste kenmerk van de Joodse geschiedenis ligt voor Schama in diens diversiteit.

Het boek wordt voorafgegaan door een zestal kaarten. Deze tonen de Bijbelse gebieden van de 10e eeuw v.C. tot 70 n. C; de synagogen in de late oudheid; de joodse nederzettingen in Arabië aan de vooravond van de opkomst van de Islam, in de tijd van Mohammed; de joodse wereld, geopenbaard door de Geniza van Caïro; Joden in christelijk Iberië va. 1390 en moordpartijen en verdrijvingen in het Middeleeuwse christendom. Aan het eind wordt een tijdbalk geboden die loopt van 1500 v.C. tot 1497. Daarnaast biedt het boek een uitgebreid notenapparaat, een bibliografie, een verantwoording van de illustraties (er staan 45 kleurenfoto’s in het boek), een dankwoord en een register (naam en zaak gecombineerd).

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles