"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De getekenden

Vrijdag, 6 oktober, 2017

Geschreven door: Ludo van Eck
Artikel door: Annabel Junge

Vier Poolse verzetsstrijders in Auschwitz

[Recensie] De Tweede Wereldoorlog is onlosmakelijk verbonden met de concentratiekampen en de miljoenen mensen die daar gedwongen het leven lieten. Begrijpelijkerwijs is er in de loop der jaren veel literatuur verschenen over de ervaringen van hen die de verschrikkingen overleefd hebben. Maar soms verschijnt er ineens een heruitgave van een boek dat op een bijzondere manier opvalt. Dat geldt beslist voor de historische roman De Getekenden van de Belgische auteur Ludo van Eck.

De roman, gebaseerd op bestaande personen en gebeurtenissen, verscheen oorspronkelijk in 1964, maar de intentie waarmee de waargebeurde oorlogservaringen aan het papier zijn toevertrouwd, is nog steeds goed voelbaar. Bovendien is de boodschap die de aanleiding was voor de auteur om het boek te schrijven, namelijk te waarschuwen voor de gevaren van racisme en het daaruit voortvloeiende onvermijdelijke fascisme, weer zeer actueel.

De Getekenden vertelt het aangrijpende verhaal van vier Poolse verzetsstrijders: Kazimir, Janusz, Genek, en Tadeusz. Ieder komt door zijn eigen strijd tegen de Duitsers in Auschwitz terecht.

Kazimir was door de autoriteiten vergeten om opgeroepen te worden voor dienst. Hij vond het prima, vanaf het begin had hij zich afzijdig van de oorlog gehouden. Tot hij getuige was van een massa-executie van 200 Joden die eerst zelf hun graf moesten graven. Op dat moment maakten wraakgevoelens zich meester van hem. De volgende dag schoot hij zeven Duitse soldaten dood. Kazimir werd overmeesterd en uit represaille werden zeventig dorpelingen geëxecuteerd. Janusz zat in het verzet en was vervalser van papieren. Hij leefde ondergedoken bij de partizanen. Tot hij hoorde dat zijn vrouw aan het bevallen was. Direct wilde hij naar huis, ondanks waarschuwingen. Er bleek echter sprake te zijn van verraad en Janusz werd gevangen genomen en op transport gesteld.

Foodlog

Genek was militair bij de Poolse cavalerie en vocht tegen de Russen. Hij belandde in Russisch krijgsgevangenschap om na een paar jaar weer te worden vrijgelaten. Hij sloot zich meteen aan bij het partizanenverzet. De groep viel echter ten prooi aan de SS’ers. Bij een poging om zijn mannen te bevrijden, werd Genek gearresteerd. Tadeusz had zich eveneens aangesloten bij de partizanen, nadat hij wist te ontsnappen uit een Duits krijgsgevangenkamp. Tijdens een razzia werden hij en zijn vriendin opgepakt.

De vier mannen worden met hetzelfde transport naar Birkenau afgevoerd, waar ze in quarantaine moeten blijven tot ze naar het Stammlager Auschwitz werden doorgestuurd. Vrij snel ervaren ze de verschrikkingen van het kampleven. De mannen worden behandeld als vee en de vrouwen worden nog meer mensonterend behandeld. In plaats van zich bij hun lot neer te leggen, stellen de vier mannen, inmiddels vrienden, zichzelf een doel voor ogen: de wereld moet weten hoe afgrijselijk deerniswekkend Auschwitz is en ze beramen een plan om te ontsnappen. Maar tot die tijd willen ze zo veel mogelijk informatie verzamelen over de gebeurtenissen in het kamp en iedere gelegenheid daartoe grijpen ze aan. Zo wordt Janusz Blockschreiber, een functie die hem in staat stelt om dagelijks de commando’s samen te stellen. Op die manier worden Genek en Tadeusz tewerkgesteld in de grindgroeve en komt Kazimir terecht bij het Himmelfahrtskommando, een groep gevangenen die de lijken moeten ophalen uit de barakken om ze naar het crematorium te brengen. Genek gaat nog verder door een SS’er uit te dagen, waardoor hij in de strafbarak terecht komt. Alles hebben ze ervoor over om de wereld straks te kunnen overtuigen van de gruwelijkheden, begaan door de nazi’s.

Ontsnapping

Of de vier mannen na hun ontsnapping ook werkelijk gehoord werden, vertelt het verhaal niet. Ludo Van Eck, pseudoniem voor Ludo van Eeckhout (1922-1991), heeft hun verhaal pas twintig jaar nadien opgetekend. De auteur bracht de oorlog zelf door in Dachau en dat is goed te merken. De Getekenden is ijzersterk geschreven. De roman is een diepmenselijk relaas, van begin tot eind meeslepend en schokkend tegelijk. Zo realistisch dat je als lezer niet ontkomt aan de twijfel of God bestaat, wanneer je meeleeft met de gevangenen en wat ze moeten doorstaan. “Wie meer dan drie maanden in leven blijft, is een voedseldief,” luidt de leus in Auschwitz en dat is tekenend voor het kampleven. Toch vatten sommige gevangen juist in deze duisternis de moed om in God te gaan geloven, hoe onvoorstelbaar dit ook lijkt. In zo’n donkere sfeer van dood en verderf is God het enige baken geworden om aan vast te houden, wil men de hel kunnen overleven.

Dat Ludo Van Eck boeken schreef over de concentratiekampen – begin jaren zeventig schreef hij ook het indrukwekkende naslagwerk Boek der Kampen – was helemaal niet zo vanzelfsprekend. De auteur was door zijn gevangenschap in Dachau zo getekend dat hij het niet meer aankon om over de oorlog te praten. Als auteur schreef hij eerst vrolijke verhalen en avontuurlijke romans. Jaren later tijdens een herdenkingsbijeenkomst besefte hij dat door ontkenning de oorlogsherinneringen niet verdwijnen en vanaf dat moment schreef hij alleen nog maar waargebeurde oorlogsromans, waarvan De Getekenden er één is. Zonder twijfel kan gezegd worden dat dit één van de beste boeken is over dit onderwerp.Kracht is de kern van De Getekenden. Waar het in andere kampliteratuur gaat over de strijd tot overleven, gaat dit boek over bovenmenselijke kracht. Niet alleen in de gestalte van God, maar ook de kracht in de mens. Van Eck bewijst met dit verhaal dat mensen boven zichzelf kunnen uitstijgen als het noodlot hen daartoe dwingt. Vrijheid is voor de mens onontbeerlijk, zodra die ontnomen wordt, kun je de mens niet tegenhouden om te zoeken naar die vrijheid en die drang naar vrijheid kan maken dat een mens tot veel in staat is. Dat is zeker van toepassing op een gevangene in een concentratiekamp, maar van Eck trekt het verder door in de persoon van Stefan Jaworski. Hij zit gevangen in zijn relatie. Jaworski is één van de burgers die voor de Duitsers werken aan de uitbreiding van Auschwitz. Dankzij een SS’er die een verhouding heeft met zijn vrouw kan hij vrij reizen door Polen. Wanneer zijn hulp gevraagd wordt door de vier Poolse mannen, omdat ontsnappen voor hen niet mogelijk is zonder hulp van buitenaf, aarzelt hij geen moment en legt hij contact met de wereld buiten het kamp. Ook Tadeusz zit gevangen in een relatie wat leidt tot een desastreuze beslissing…

Eerder verschenen op Historiek