"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De gezichten

Vrijdag, 13 januari, 2023

Geschreven door: Tove Ditlevsen
Artikel door: Nico Voskamp

Gek? Ik niet

[Recensie] De werken van Tove Ditlevsen beleven een revival. Boekenjunks die haar boeken niet op hun literatuurradar hadden staan, kregen sinds 2020 de kans te zien wat ze al die jaren gemist hebben. Dankzij Das Mag. De onvermoeibaar dwarse uitgeverij publiceerde in dat jaar de magnus opus-serie: de Kopenhagen-trilogie van haar, ‘Kindertijd, Jeugd en Afhankelijkheid’.

Die uitgave was een daad van barmhartigheid. Nederlandse (en wereldwijde) lezers namen kennis van haar wonderlijk wispelturige wereld. Helaas had die wispelturigheid een neveneffect: ze raakte geestelijk in de problemen. Een nare periode, maar zoals het een echte schrijver betaamt, roerde ze in het residu voor een nieuw verhaal.

Dit gave boek (sorry Mark), grijpt je vanaf pagina 1 door de intense stijl, de onlogische logica van de schrijfster, de goed verpakte messcherpe vergelijkingen, de met bladgoud omhulde, dodelijke beledigingen. Maar ook de wanhoop, de donkere schaduwen van de waanzin die haar omringen, schaduwen die steeds een stapje dichterbij komen tot er geen uitweg meer is, alleen nog het gesticht, de inrichting, het gekkenhuis met het rustgevende grasveld eromheen waar ze tot bezinning kan komen.

Dit is de premisse: kinderboekenschrijfster Lise Mundus krijgt geen letter meer op papier. Een writer’s block belet haar om haar geliefde bezigheid uit te oefenen. Wat ze ook probeert, ze zakt steeds verder weg in het moeras van ongewilde incompetentie.

Geschiedenis Magazine

Het helpt niet echt dat ze ook stemmen begin te horen, en gezichten ziet die nauwelijks menselijk meer zijn. Angst met een Hoofdletter slaat toe en maakt het onmogelijk zoiets te doen als werken of nadenken. Nog meer angst: haar leven is zinloos – zonder schrijven en bovendien hoort ze steeds vaker stemmen. Niet in haar hoofd, o nee, maar gewoon, in de muren van haar huis, bij de pijpleidingen van de badkamer, overal zijn kwaadaardige stemmen die haar nare dingen influisteren.

Klinkt dat allemaal loodzwaar en deprimerend? Dat is het niet. Ditlevsen weet haar verhaal subtiel te kruiden met humor, grappige beschrijvingen (van de stemmen, bijvoorbeeld), verwondering om welke rare gemoedstoestand haar nu weer overvalt, verbazing over het bereik van de stemmen die zelfs in een anonieme badkamer weten door te dringen. Van die dingen.

Fijne beschrijvingen hierboven, maar het fijnste citaat leest u hieronder, als de hoofdpersoon in de kliniek is opgenomen en nog niet echt aan de beterende hand is:

“Ze zat in haar bed te breien. Vijf recht en vijf averecht. Het moest een pannenlap worden… Ze was er trots op dat ze dat kon. Bij elke vijfde steek viel er een druppel uit de kraan van de badkuip, zoals het hoorde. Er was orde en regelmaat in alles. Ze hadden de riem van het bed gehaald. Ze was in bad geweest met schoon, warm water, want ze hadden geen reden meer om haar te vermoorden. Ze at en ze dronk wat ze haar voorzetten, want nu ze geestesziek was deden ze er geen gif meer in.’

Ook verschenen op Nico’s recensies

Boeken van deze Auteur: