"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De grote angst in de bergen

Vrijdag, 19 april, 2019

Geschreven door: Charles-Ferdinand Ramuz
Artikel door: Ger Leppers

De wraak van een Zwitserse Alpenwei

[Recensie] Als u al eens van de Zwitserse schrijver Charles-Ferdinand Ramuz heeft gehoord, dan is dat vermoedelijk omdat hij de tekstschrijver is van Igor Strawinsky’s meesterlijke Histoire du Soldat uit 1918. Het is één van de eigenzinnigste werken voor het muziektheater uit de vorige eeuw, waarvan de tekst in 1930 briljant in het Nederlands werd vertaald door Martinus Nijhof. Het compacte stuk, waarin de duivel het leven van een soldaat ontregelt door hem een toverviool te schenken, prijkte jarenlang op het repertoire van het Nederlands Dans Theater in een schitterende versie van Jiri Kylian. De vertellersrol in het werk is in het verleden onder meer vervuld door beroemdheden als Jean Cocteau en Sting, en de rol van de duivel leek Peter Ustinov indertijd op het lijf geschreven. Vanessa Redgrave glorieerde ooit in de vrouwelijke hoofdrol.

De grote angst in de bergen is de bekendste van Ramuz’ tientallen andere werken, en is zojuist – eindelijk! – in het Nederlands uitgekomen in een mooie en doordachte vertaling van Rokus Hofstede. Het stuk Geschiedenis van de soldaat is een pantomime, gebaseerd op een Russisch volkssprookje, en je zou dus denken dat de roman, die zich grotendeels afspeelt op een hoge, verlaten alm in Zwitserland, daarmee weinig gemeen heeft. Maar dat is nu juist niet het geval. De twee werken hebben een paar verrassende kenmerken gemeen. In beide teksten heb je als lezer, dankzij de handige verwerking van een keur aan archaïsche en tijdloze elementen, de bedrieglijke indruk dat je te maken hebt met een werk dat de culminatie vormt van een lange traditie. Er zijn nog meer overeenkomsten: in beide werken staat een verstoring van de traditionele orde centraal. Het theaterstuk bevat bovendien een prachtige rol voor de duivel, terwijl ook in de roman het Boze, het Kwaad, een belangrijke rol speelt, onder meer geïncarneerd in het eenogige, louche personage Clou, dat zich afzijdig houdt van de dorpsgemeenschap, en zich uiteindelijk ontpopt als een trawant van het Boze. Beide werken waren in hun tijd naar de vorm heel vernieuwend, maar ze hebben – dat is al bijzonderder – beide vandaag de dag nog niets aan frisheid ingeboet.

De grote angst in de bergen is het verhaal van de ondergang van een besloten dorpsgemeenschap. Ver weg, hoog in de Alpen, ligt een wei die al twintig jaar ongebruikt is gebleven, nadat er indertijd onder de koeien een vreselijke ziekte is uitgebroken. Ook de veehoeders zijn toen op mysterieuze wijze om het leven gekomen. Maar de jonge voorzitter van de dorpsraad vindt dat inmiddels de tijd gekomen is om die grote wei, met zijn prachtige gras, opnieuw te verpachten. De gemeentekas kan de inkomsten goed gebruiken. De jongeren van het dorp zijn dat met hem eens, de ouderen, die zich de gebeurtenissen van twintig jaar geleden nog goed kunnen herinneren, waarschuwen voor onheil, maar zij zijn in de minderheid, en verliezen de stemming.

De weide wordt dus opnieuw in gebruik genomen. Het is een lange klim naar de hooggelegen alm, en het landschap wordt allengs ongenaakbaarder:

Heaven

“nu kwam het slechte land, dat akelig en griezelig is om aan te zien. Het ligt boven de bloemen, de warmte, het gras, alle goede dingen, boven het zingen van de vogels, want de vogels hierboven kunnen alleen nog krassen (…) en verder is er hier niets en niemand meer, omdat je boven het goede leven bent, boven de mensen – intussen kwam de zon op en trof hen alle vijf tegelijk in hun linkerzij – en het jaar duurt hier twee maanden, drie maanden op zijn hoogst.”

Prachtig zijn in het hele boek de natuurbeschrijvingen. Het landschap groeit al snel uit tot een volwaardig personage, met menselijke trekken: de gletsjer ‘hoest’, en aan het einde hoort één van de veehoeders de berg, die op het punt staat hem te verzwelgen, lachen. De natuur – en dat aspect van het verhaal is in onze tijd weer uitgegroeid tot een modern element van het boek – wreekt zich op wie zich aan haar vergrijpt. Eén van de ouderen had al gewaarschuwd: “er zijn plaatsen die de bergen voor zichzelf willen houden, er zijn plaatsen waar ze geen indringers dulden”.

Dat dit niet goed zal aflopen is van meet af aan duidelijk. En inderdaad, ‘de ziekte’ breekt opnieuw uit onder de koeien, die achter elkaar wegkwijnen. De zeven veehoeders moeten in quarantaine boven blijven. Ze zijn tot elkaars gezelschap veroordeeld als drenkelingen op een vlot en kunnen het isolement moeilijk verdragen – vooral de jonge Joseph, die verliefd is en met zijn verloofde herenigd wil worden. De oude Barthélémy wilde wel mee naar boven. Hij wist zich beschermd door zijn talisman, een papier dat drie keer in wijwater was gedoopt, maar die verliest hij – met het te voorziene gevolg. Het boek eindigt met de apocalyptisch beschreven ondergang van het dorp en de dorpsgemeenschap.

Het verloop van het verhaal is dus nogal voorspelbaar. Maar dat blijkt allerminst een bezwaar. Het is zoals Victor van Vriesland al in de jaren twintig in de NRC schreef naar aanleiding van een ander boek van de schrijver: bij de romans van Ramuz is het niet het wat maar het hoe dat de eigenlijke waarde van het werk uitmaakt: “Modern in de beste zin is hij ongetwijfeld omdat hij nieuwe wegen heeft gevonden. Zijn proza, uitermate suggestief, heeft een technische vernieuwing gebracht. Deze taal is beeldend zonder in het minst breedsprakig te zijn. Zij is naakt en direct, maar door de manier van uitlezing en groepering der materie van ongemeen poëtische kracht.”

De mooie vertaling van Rokus Hofstede, die in een nawoord het werk uitstekend toelicht en op een ook voor de leek boeiende wijze verantwoording aflegt van de ingrepen die hij nodig vond om Ramuz’ bijzondere Frans in vlot leesbaar Nederlands om te zetten, laat het nog maar eens zien: de bloemen die bloeien op de weinig betreden paden van de literatuur zijn minstens zo gevarieerd en zeker niet minder mooi dan de fauna langs de druk bewandelde hoofdwegen.

Eerder verschenen in Trouw

Boeken van deze Auteur: