"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De grote vlucht inwaarts

Dinsdag, 4 oktober, 2016

Geschreven door: Thijs Lijster
Artikel door: Jochem Dijkstra

Verinnerlijking, Verstarring en Sterke verhalen

Dit voorjaar presenteerde filosoof Thijs Lijster zijn boek De grote vlucht inwaarts: Essays over cultuur in een onoverzichtelijke wereld. Een essaybundel waarin telkens vanuit een ander perspectief de problemen van de huidige tijdsgeest aan het licht worden gebracht. De essays zijn goed los van elkaar te lezen, maar wie de bundel van kaft tot kaft leest merkt dat Lijster wel degelijk een rode draad in gedachten heeft.

[Verslag] De stuwende kracht achter De grote vlucht inwaarts van Thijs Lijster is niet zozeer dat het een weergave is van een afgerond filosofisch systeem. Het is juist de brede toepasbaarheid van Lijsters cultuurkritiek die inspireert, zo blijkt onder andere tijdens de presentatie van zijn essaybundel in Amsterdam. De sprekers, bestaande uit popfilosoof Coen Simon, essayiste Nina Polak en cultuurfilosoof René Boomkens weten moeiteloos de thematiek van de essays over te hevelen naar onderwerpen zoals religie, de waarde van kritiek en Bildung 2.0. En deze lijst laat zich niet gemakkelijk uitputten. Sla de krant open, maak een stadswandeling of ga naar je werk, onderwerpen die zich laten begrijpen aan de hand van Lijsters cultuurbeschouwingen vind je overal.

Ondanks het brede scala aan onderwerpen dat Lijster bespreekt, vallen de tien essays van De grote vlucht inwaarts uiteen in een drietal overzichtelijke hoofdstukken: Verinnerlijking, Verstarring en Sterke verhalen. De eerste twee hoofdstukken van het boek draaien vooral om het in kaart brengen van de problemen in de hedendaagse onoverzichtelijke samenleving, maar, zoals we zullen zien, draagt Lijster in het laatste hoofdstuk ook een oplossing aan om deze problematiek te lijf te gaan.

Verinnerlijking

Kookboeken Nieuws

De titel van de essaybundel verwijst naar Mao Zedongs beruchte De grote sprong voorwaarts, het boek dat van China een supermacht moest gaan maken, maar daarvoor in de plaats een maatschappelijke ramp veroorzaakte. Vandaag de dag is het boek exemplarisch voor wat er gebeurt zodra je de samenleving naar je hand probeert te zetten en fungeert het als schrikbeeld van de maakbare samenleving. Lijster merkt op dat de hoop op een zelfgecreëerde utopische maatschappij nu is omgeslagen in de verinnerlijking van het individu. De blik van de moderne mens is niet langer naar buiten gericht, maar naar binnen, naar datgene wat nog klein en overzichtelijk genoeg is om enigszins te kunnen controleren. Of in Lijsters eigen woorden: “Als de samenleving niet meer maakbaar is, dan wellicht de huiskamer nog.”

De moderne mens heeft geen greep meer op zijn omgeving, terwijl zijn omgeving juist haar greep op het individu alsmaar vergroot. De privésfeer is namelijk een onderdeel geworden van de kapitalistische missie om winst te maximaliseren. Een vrij letterlijk voorbeeld hiervan is het Nederlands elftal van een paar jaar geleden onder leiding van Louis van Gaal: doelbewust nam hij quality time met de familie op in het programma van zijn spelers zodat hun persoonlijk gemak zich kon uitbetalen in rendement op het veld. Op het eerste gezicht lijkt dat alleraardigst van de bondscoach, maar in feite wordt datgene wat per definitie eigen zou moeten zijn – namelijk de privésfeer – schaamteloos ingewijd als productiemiddel. Dit is onder andere terug te vinden in werkvloervoorzieningen zoals flexibele werkuren, lounges in de kantine en gezellige netwerkborrels. Het publieke lijkt wat privé is langzamerhand op te slokken.

Hoe machtelozer het individu, hoe groter de neiging om zich te richten op wat hij nog wel kan controleren, stelt Lijster. En wat het individu nog kan controleren is zijn consumptiegedrag, met als gevolg dat de manier waarop hij zijn geld spendeert bepalend wordt voor zijn gevoel van identiteit. Het gevolg is een ‘ikeaficatie’ van de samenleving; volgens de slogan van het Zweedse meubelconcern – ‘design your own life’ – is dan in ieder geval de woonkamer nog maakbaar door deze in te richten met boekenkast Billy, leunstoel Stockholm en ander design dat bij je zou kunnen passen. Zelfs de hipster kan zich hier niet aan onttrekken, want juist door zijn identiteit te koppelen aan bewust alternatief consumeren bevestigt hij dat ook hij door het kapitalisme in het nauw is gedreven.

In voorbije eeuwen gaf religie de mens houvast in het bestaan, maar deze rol is inmiddels vergeven aan de identiteitszin van het consumeren. Consumptie is het nieuwe opium van het volk, zou je kunnen zeggen. Dat terwijl religie juist aan de wetten van de markt is gaan gehoorzamen, betoogt Coen Simon tijdens de boekpresentatie. Het christendom is volgens hem een snoepwinkel geworden waar ieder naar eigen smaak iets uit kan zoeken. De vraag ‘wat betekent Jezus voor u?’ vraagt niet langer naar de autoriteit van de bijbel, maar naar persoonlijke ervaringen en overtuigingen. Hiermee is zelfs religie onderhevig aan de zuigende kracht van verinnerlijking.

Verstarring

In een tijdperk waarin – bij wijze van spreken – per dag meer copyrighttekens worden toegekend dan verblijfsvergunningen heeft de moderne mens bovendien steeds minder middelen tot zijn beschikking om zelf een cultuur te creëren. Zijn creativiteit wordt ingeperkt doordat de sterke arm der wet hem belet vrijelijk gebruik te maken van al bestaande ideeën. “Als ik later groot ben, dan wil ik René Boomkens worden”, zei Lijster als filosofiestudent. Misschien dat inmiddels zelfs die identiteitswens door juridische restricties onmogelijk is geworden. Al met al is de droom van maakbaarheid verstart: het autootje van de geschiedenis werd voorheen door de mens van hot naar her gereden, maar staat vandaag de dag stevig geparkeerd in de neoliberale cultuur. “There is no alternative”, zei Margeret Thatcher al. Weliswaar wisselen modes en trends zich sneller af dan ooit te voren, maar wezenlijk verandert er niets, waarmee de geschiedenis tot een halt lijkt te zijn gekomen.

Bovendien worden we vooral aangemoedigd om die status quo voor lief te nemen. Zo is visie volgens onze eigen minister-president niets meer dan “een olifant die het zicht belemmerd.” Los van de onwaarschijnlijkheid dat als je een olifant tegenkomt er op dat moment iets interessanters te zien is dan die olifant, rest de vraag wie – of wat – er dan wel regeert als de visie dat niet doet. Volgens Lijster is dit in zekere zin het CPB: meten is weten en geïnformeerde keuzes zijn tegenwoordig gebaseerd op statistiek. Niet de mening van het individu, maar die van de grote, anonieme groep geeft de doorslag. Zo is de democratie gericht op peilingen en producenten en verkopers berusten zich eveneens op de voorkeuren van de massa. In feite lopen machtshebbers achter de kudde aan in plaats van deze te leiden. Tegelijkertijd blijkt het individu zich in de praktijk ook weer aan de groep te conformeren, met een richtingloze samenleving tot gevolg die nog het meest lijkt op een eenheidsworst.

Natuur en geschiedenis zijn in elkaar omgeslagen, stelt Lijster met Adorno. Natuur was altijd een onveranderlijk gegeven terwijl de geschiedenis door de mens zelf werd gecreëerd. Vandaag de dag is het omgekeerde waar: de geschiedenis is niet meer maakbaar, maar de natuur des te meer. Dit begon met opkomst van de natuurwetenschappen gedurende de Verlichting en uit zich vandaag de dag onder andere in genselectie van het nageslacht, penisverlengingen, antidepressiva, maar bovenal neurofetisjisme. “Wij zijn ons brein”, is hier de collectieve gedachte, met als uiteindelijke gevolg dat als je niet goed functioneert in de eenheidsworstsamenleving, je kennelijk je hersens niet goed genoeg getraind of anderzijds gemanipuleerd hebt. Wanneer je niet meekomt in de samenleving, dan ligt dit aan jou: jouw natuur is immers maakbaar, de samenleving niet. Je hebt simpelweg niet het juiste karakter, de verkeerde genen of een onopgevoed brein. De schrale troost van dit alles is dat nu de natuur gemanipuleerd kan worden, het voor Lijster misschien écht mogelijk is om René Boomkens te worden.

 Sterke verhalen

Als we het DWDD-boekenpanel moeten geloven, dan valt er deze maand alwéér niets aan te merken op al die prachtige boeken. Maar, vraagt Nina Polak, wie gelooft er nu een boekverkoper die alles looft? Kritiek lijkt niet van deze tijd, wellicht om de simpele reden dat het huidige filosofische discours – die van het postmodernisme – niet in staat is hiertoe een fundament te bieden. Daarmee is het postmodernisme tegelijkertijd niet in staat de maatschappelijke situatie die Lijster schetst aan te vechten. Het kapitalisme is een allesoverheersend, totalitair systeem, terwijl het postmodernisme de wereld denkt in losse, kleine verhalen en zich juist afzijdig wil houden van het totalitaire. Deze kleine verhalen leken namelijk het enige alternatief nadat de modernistische droom om de wereld in één groot verhaal te vatten onhaalbaar bleek. Het modernisme is dus al knock-out, en het postmodernisme bevindt zich niet in de juiste gewichtsklasse om de kapitalistische, neoliberale cultuur te lijf te gaan. Lijster heeft dus een andere speler nodig om tegenover het kapitalisme in de ring te plaatsen, een die de geschiedenis wakker kan schudden en weer in beweging kan krijgen. Hiervoor lijkt René Boomkens’ notie van sterke verhalen de aangewezen kandidaat.

Een ‘sterk verhaal’ heeft de volgende eigenschappen: allereerst is het een verhaal dat dankzij een bepaalde retoriek extra overtuigingskracht heeft. In de tweede plaats is het ook, in vergelijking met de alledaagse ervaring, een verhaal dat enigszins overdreven of onwaarschijnlijk overkomt. Ten derde presenteert het sterke verhaal zich duidelijk als ‘een verhaal’; ‘een’ omdat er met genoeg creativiteit altijd een nieuw sterk verhaal mogelijk is en ‘verhaal’ omdat het duidelijk is dat het niet om een absolute waarheid gaat. Maar waar is het sterke verhaal goed voor? Kritiek is pas mogelijk op het moment dat je het geheel vanuit een ander perspectief hebt bekeken, waardoor je andere dingen ziet en alternatieve standpunten in kan nemen. Een voorbeeld van hoe een sterk verhaal werkt is Socle de Monde, een omgekeerde sokkel gemaakt door Piero Manzoni. De sokkel maakt in één klap van de hele wereld een kunstwerk, vertelt Lijster. De sokkel daarentegen valt traditioneel buiten het kunstwerk. Ook de gene die wordt meegevoerd door een sterk verhaal staat even buiten de wereld, die er plotsklaps anders uitziet omdat zij, in dit geval, een kunstwerk is geworden.

Het sterke verhaal neemt een klein, schijnbaar onbeduidend, detail en laat de wereld – bekeken vanuit dit detail – er ineens anders uitzien. In feite schept elk sterke verhaal zijn eigen totaliteit, die het postmodernisme zo nadrukkelijk ontbeerde. Een uiterst geschikt format voor dit concept is het essay, betoogt zowel Lijster als Boomkens. De essayist is namelijk niet gebonden aan een specifieke methode en kan vrijelijk bijvoorbeeld kunst met wetenschap combineren en zo een overtuigende, maar toch tikje vreemde invalshoek scheppen. Zo neemt Lijster in één van de latere essays het detectivegenre als uitgangspunt om de rol van de cultuurfilosoof en de ontwikkeling van de geschiedenis te duiden. Maar, in retrospectief, zijn misschien al Lijsters essays wel sterke verhalen. In die zin heeft Lijster in De grote vlucht inwaarts – het zij bedoeld of onbedoeld – zich een omgekeerde ladderanalogie op de hals gehaald: de lezer hoeft de ladder niet weg te werpen, maar kan pas tegen het einde doorgronden waarmee hij boven is gekomen.

Eerder verschenen in De Qualia, tijdschrift van de faculteit Wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit Groningen


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Wat we gemeen hebben: een filosofie van de meenten

Kijken, proeven, denken. Essays over kunst, kritiek en filosofie,

Kijken, proeven, denken. Essays over kunst, kritiek en filosofie

Kijken, proeven, denken. Essays over kunst, kritiek en filosofie

De grote vlucht inwaarts