"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Haanstra’s – vier schilders uit één gezin

Donderdag, 18 augustus, 2022

Geschreven door: Peggie Breitbarth
Artikel door: Jan Stoel

De kunsten zitten bij ‘de Haanstra’s’ in het dna

[Recensie] Bij de naam Haanstra denkt iedereen meteen aan Bert Haanstra (1916-1997), de bekende cineast/filmregisseur  die met films als Fanfare, Alleman, Dokter Pulder zaait papavers, Bij de beesten af veel bekendheid kreeg. Met Glas won hij zelfs een Oscar in 1960. Maar veel minder bekend is dat hij begon als schilder en uit een gezin komt dat bestond uit liefst vier kunstschilders. In het rijk geïllustreerde en mooi vormgegeven boek De Haanstra’s – vier schilders uit één gezin, samengesteld door Henk Lassche en Marthe Koning (dochter van Johan Haanstra) staan zij centraal: vader Folkert sr. (1884-1966) en zijn drie zoons Johan (1914-1991, Bert en Folkert jr. (1920-1985). Het boek is een eye-opener en is een eerbetoon aan vier betekenisvolle schilders. De passie en de liefde voor de Haanstra’s spat ervan af. In alle musea is werk van hen opgenomen! De Haanstra’s zijn – zo blijkt uit het boek – van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van het artistieke klimaat in Overijssel.

Huisschilder – vernieuwing
Het begint allemaal met de vader van Folkert sr. die huisschilder was en in Ee bij Dokkum woonde, maar later naar Amsterdam vertrok omdat daar meer te verdienen was. Het lijkt daardoor wel of bij de Haanstra’s de liefde voor verf en materiaal met de paplepel ingegoten werd. Folkert sr. gaat naar de kweekschool en staat in Amsterdam voor de klas. Hij ontmoet Jansje Schuiveling die tien jaar jonger is en ze gaan uiteindelijk in Espelo in Overijssel wonen waar hij hoofd van school wordt en later in Goor. Er worden vier zonen geboren waarvan er drie schilder worden. De vierde broer, Wim, richt zich op de damsport. Folkert sr. en Jansje hebben een brede culturele en maatschappelijke belangstelling. Hun huis wordt een ontmoetingsplek voor kunstenaars uit de omgeving, zoals Jan Broeze, die op zoek is naar vernieuwing in de kunst. Met hem trekt Folkert er op uit om te tekenen.  De Haanstra’s “deden volop mee in Goor, waren betrokken, en toch een beetje anders.” In de jaren twintig speelde moeder piano, was vader druk aan het tekenen want hij wilde de akte LO Tekenen behalen, en de jongens waren allemaal actief met hun tekenblok, schrijft zoon Johan later. Wanneer hij op zijn 52e met vervroegd pensioen wijdt Folkert sr. zich helemaal aan de kunsten. Hij is autodidact.

De Nieuwe Groep
Eind 1945 was Haanstra sr. een van de drijvende krachten achter de oprichting van De Nieuwe Groep. De oprichters waren Haanstra sr. en zijn zonen Folkert en Johan, Riemko HoltropBen AkkermanWim ten BroekBas Kleingeld en Jan Broeze. Haanstra sr. was voorzitter. De Nieuwe Groep speelde een rol in de doorbraak van de moderne kunst in Twente. “Zij vragen respect voor een kunst die zich in vrijheid mag ontwikkelen, ook al is het resultaat ongewoon, soms vreemd en niet direct te volgen voor de doorsnee kijker. Folkert wordt gewaardeerd, ontvangt de provinciale kunstprijs van Overijssel de in 1954 is ingesteld en krijgt voor zijn zeventigste verjaardag zelfs een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hij behoorde tot de voorhoede van de moderne kunst in Nederland.

Juliana
In de publicatie, voorzien van vele foto’s uit het familiearchief worden vader en de drie zonen mooi gekarakteriseerd. Vader was de autodidact die gekenmerkt werd door zijn vrijheid van schilderen, maar die het essentieel vond dat een kunstenaar beschikte over een ‘ambachtelijke’ basis. Zoon Johan was een geliefd portrettist en kreeg zelfs de opdracht om ter gelegenheid van de troonswisseling Juliana te portretteren. Hij werd uitgenodigd op een theevisite: “Goed kijken en snel schetsen.”  Hij maakte veel monumentaal werk, was docent aan de AKI in Enschede had veel opdrachten, maar dat putte hem uit. Hij miste het vrije werk en vertrok in 1976 naar Warns: “Ik had zeven jaar niet geschilderd.” Er ontstaat vervolgens een artistieke wedergeboorte. Hij wordt een succesvol kunstenaar. Folkert jr volgt de Academie en haalt ook zijn lesbevoegdheid, wordt tekenleraar in Meppel en overal in de provincie Drente was werk van hem te zien, waarbij hij vooral de wens van de opdrachtgever wist te vertalen in kunst. Bij alle zoons zie je ook dat ze midden in de samenleving staan, net zoals dat bij hun ouders het geval was.

Hereditas Nexus

Figuratief – abstract

De artistieke ontwikkeling bij de Haanstra’s loopt van figuratief naar abstract, zij het dat Folkert jr figuratief met abstract afwisselt. Fijn dat er zoveel werk in het boek is opgenomen. Het laat zien wat de Haanstra’s konden: mooi uitgewerkte portretten, tekeningen, vrij werk, werk in opdracht, monumentaal werk. De abstracte bomen van Folkert sr. sieren de cover van het boek. Hij ontroert met een schilderij als ‘Treurbomen’ (opgenomen in de collectie van Museum Belvédère) waarin het gevoel van treuren echt binnenkomt. Johan gaat het verst in zijn abstractie met de prachtige landschappen waarin kleuren en vormen over elkaar heen buitelen. Kijken, goed observeren, gevoel in je schilderij leggen, vlakverdeling, compositie zien we bij de portretten van Bert. En dat komt goed van pas in zijn filmcarrière. Twee pagina’s uit een storyboard voor de film Dr. Pulder zaait papavers laten dat zien. Het werk van Folkert jr zou je wat poëtischer kunnen noemen.

De nazaten kwamen veelal in beroepen die te maken hadden met kunst/onderwijs terecht. We begonnen dit artikel met Bert Haanstra. Zijn zoon Rimko (1948), van wie een kinderportret uit 1953 in de uitgave is opgenomen is filmregisseur en Jurre Haanstra (1852 is bekend als componist van filmmuziek. Haanstra en de kunsten: het zit gewoon in hun dna.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow