"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De hemel is altijd paars

Dinsdag, 29 maart, 2022

Geschreven door: Sholeh Rezazadeh
Artikel door: Lalagè

Opgroeien in Iran, wonen in Amsterdam

[Recensie] De Iraanse Arghavan heeft een kringloopwinkel in Amsterdam. Bij alles wat ze verkoopt, heeft ze een verhaal. De winkel heeft vaste bezoekers, zoals de vrolijke danseres Anna en fluitist Mees. Tegenover de winkel staan judasbomen, met hun paarse sluiers. In De hemel is altijd paars staan veel mooie metaforen die over bomen gaan.

Arghavan vindt het niet altijd makkelijk om in Nederland te leven. Hoe zij denkt en doet sluit vaak niet aan bij anderen en dat maakt haar verlegen, vooral als ze twijfelt. Wat ze duidelijk observeert, durft ze soms wel te uiten, zoals hoe ze Nederlanders ziet:

“Je moet werken, iedereen heeft het druk. Hoe drukker hoe beter. Je mag niet stilstaan, maar ondertussen vergeet je om te leven en te genieten van de simpele dingen.”

Die kleine dingen maken dit boek prachtig. Op de flaptekst lees ik dat Sholeh Rezazadeh in 2015 van Iran naar Nederland is verhuisd. Ik Google het, want ik kan het haast niet geloven, maar het klopt echt. Ze stortte zich op het Nederlands en na drie jaar won ze al een verhalenwedstrijd. En nu is er dit boek in verfijnde taal.

Dans Magazine

Arghavan gaat op bezoek bij de oudere Johan, die in het bos woont. Hij zet thee voor haar. Ze heeft ook veel contact met Anna, die altijd langskomt om danskleren te kopen. En dan wordt ze verliefd op Mees, die voor haar een Iraans liedje fluit. Ze valt voor zijn blauwe ogen. De ontmoeting met zijn vrienden wordt echter een teleurstelling.

Tussen deze verhaallijn in het heden door, zijn er de herinneringen aan het opgroeien in Iran. Arghavans vader was verslaafd aan opium. Haar moeder verdween regelmatig voor een paar dagen. Ze zei tegen Arghavan dat ze ongewenst was.

De dromerige sfeer van het begin van het boek wordt treuriger. Arghavan is eenzaam. De zorgzaamheid van Anna en wijsheid van Johan helpen. En dan is er de liefde…

“Ik wil dat Mees mijn haar aait terwijl ik hem vertel over mijn onvermogen om mezelf te uiten, over mijn diepe angsten voor een wereld die ons als een lelijk monster opslokt, kauwt en ons vormt naar zijn wil. (…) Hij zal zeggen dat de liefde een kopje warme thee is voor wanneer het buiten koud en donker is. Een kort, zoet middagdutje. Hij zal zeggen dat de liefde voor hem een kleurrijke kamer is waar hij binnenstapt op de momenten dat hij genoeg heeft van de grijze muren om zich heen.”

Zal deze liefde opbloeien of zijn de verschillen te groot?

Ik zou weleens bij Arghavan in haar winkel willen langsgaan, een praatje maken en een kleurige tweedehands rok uitzoeken, die door haarzelf is hersteld. Ze zou een hand op mijn arm leggen en vertellen wie dit kledingstuk eerder heeft gedragen. Wat een mooi mens en wat een heerlijk debuut.

Eerder verschenen op Lalagè leest

Boeken van deze Auteur: