"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De herinnerde soldaat

Vrijdag, 19 juni, 2020

Geschreven door: Anjet Daanje
Artikel door: Marjon Nooij

Wie was ik, wie ben ik, wie wil ik zijn?

[Recensie] Op de Beurs van Bijzondere Uitgevers werd dit boek door de Groningse uitgever Anton Scheepstra himself, aangeprezen als een indrukwekkende, historische roman met een absoluut literair gehalte. Wij van WC-eend…? Hij bleek de plank echter niet misgeslagen te hebben. Voortdurend herhalende patronen, personages die bijna eindeloos om elkaar heen blijven draaien en een verhaal dat in lange zinnen met cyclische bewegingen meandert, waardoor je een gestaag repeterende beweging gewaarwordt. En dat in een vuistdikke roman van 536 pagina’s. Oersaai? Absoluut niet! Fenomenaal!

Anjet Daanje (Wijster, 1965) heeft acht romans op haar naam staan en is, tot ongenoegen van Kees ’t Hart, nooit echt doorgebroken bij het grote publiek. Tót het verschijnen van haar laatste roman, De herinnerde soldaat, die op 22 mei jongstleden is beloond met de titel Beste Groninger Boek 2020 en is opgenomen in de Longlist Libris Literatuurprijs 2020.

Al tijdens haar middelbare schooltijd maakt ze – samen met haar broer – twee speelfilms en zeven scenario’s voor hoorspelen. Na haar studie wiskunde verschijnt in 1993 haar eerste roman en legt ze zich succesvol toe op het schrijven van filmscenario’s en een televisieserie.

Het verhaal speelt zich af in Kortrijk – België, in de jaren na de Eerste Wereldoorlog. Noen Merckem slijt al vier jaar zijn dagen in een gesticht. Hij is als soldaat gevonden achter het Belgische front, niet gewond, maar verward, niet aanspreekbaar en verstoken van enige herinnering van het leven dat hij daarvoor heeft geleid. Zijn naam dankt hij aan de plaats waar ze hem hebben gevonden. Hij is er tevreden, heeft zijn werk in de moestuin, belijdt zijn geloof en vindt houvast bij de voorspelbaarheid van de dagelijkse dingen.

Hereditas Nexus

Dan verschijnt er een vrouw die in hem haar echtgenoot herkent: Amand Coppens, 35 jaar oud en eind 1917 vermist geraakt. Alles klopt en acht jaar nadat ze haar man ten strijde heeft zien vertrekken, kan Julienne hem eindelijk weer mee naar huis nemen.

Onwennig maakt hij kennis met het huis, de twee kinderen en het leven met Julienne. In eerste instantie zijn de kinderen afhoudend en brengt hij zijn nachten door op de bank, maar langzamerhand wennen ze aan het leven met elkaar.

“En ineens staat zij in haar nachtpon in de deuropening, en hij weet niet zeker of ze er wel echt is, of hij toch niet ongemerkt in slaap is gevallen, en zij had er niet op gerekend dat hij wakker zou zijn, ze mompelt betrapt dat ze naar de koer moet, en hij is haar zo dankbaar dat ze hem van deze nacht komt verlossen, ze steekt haar hand naar hem uit, en hij weet dat hij het niet moet doen, maar hij loopt naar haar toe en hij pakt haar warme vingers beet en laat zich door haar meevoeren de trappen op naar hun slaapkamer, naar hun bed, waar hij veilig naast haar kan liggen.”

Amand en Julienne vinden elkaar in de liefde, maken plezier en het gezin vindt zijn draai met elkaar. Ze vertelt hem hoe ze elkaar hebben leren kennen, dat ze uit een totaal verschillend milieu komen, waar ze de eerste keer hebben gevrijd en dat hij haar en hun tweejarige zoon verliet om mee te strijden in de loopgraven. Voor de oorlog was hij fotograaf en zij heeft hun zaak al die jaren draaiende gehouden. Geduldig leert ze hem de kneepjes van het vak weer en samen runnen ze de winkel: zij fotografeert en hij doet het werk in de donkere kamer. Heel lucratief is haar idee om oorlogsweduwen te fotograferen, met Amand in soldatenuniform achter hen. Julienne retoucheert de foto’s en met verbazing ziet hij dat ze zijn gezicht iedere keer weer een andere uitstraling weet te geven, passend bij de overledene wiens plaats hij op de foto inneemt. Zoals ze de foto’s retoucheert, retoucheert ze ook hun leven. Een prachtige metafoor!

Ondanks haar geduldige verhalen, is Amand regelmatig wat achterdochtig en vraagt haar dan uit. Hoe het zit met de waarheid? Dat is niet alleen iets wat hém bezighoudt, maar ook de lezer heeft het gevoel op het verkeerde been gezet te worden door zijn vrouw.

In de gehele roman blijft het perspectief bij de protagonist, Amand, waardoor de lezer, dieper dan diep, onder zijn huid kan kruipen en zich in kan leven in zijn gedachten- en ervaringswereld. De auteur heeft hier echter niet gekozen voor het ik-perspectief, maar voor de derde persoon enkelvoud. Opvallend is dat het verhaal volledig in de tegenwoordige tijd is geschreven, zodat het chronologisch is opgebouwd en de lezer zich probleemloos kan verplaatsen in de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog. Het tijdsbeeld en de toen geldende mores zijn, tot in de allerkleinste details, levensecht en realistisch neergezet.

Amand krijgt steeds vaker te maken met nachtmerries en ontdekt dat hij van zijn wandaden lijkt te hebben genoten. Dit is zo angstaanjagend dat hij bang is om in slaap te vallen. Julienne neemt het op zich om over hem te waken en wekt hem wanneer hij angstig droomt.

Maar dan komen ook overdag de demonen los in Amand. Hij zakt weg in korte perioden van vergetelheid, lijkt hiermee zijn eigen flashbacks te creëren en kan zich er later niets meer van herinneren, ook niet als blijkt dat hij Julienne tijdens zo’n toeval fiks heeft toegetakeld. De sfeer wordt door dit gegeven steeds grimmiger en langzaam maar zeker lijken er toch herinneringen uit zijn verleden op te poppen. Herinneringen die hij maar wat graag wil verifiëren…

Door de herhalingen – ook die van de dagelijkse rituelen – krijgt het verhaal een consequente vertelstructuur. In een bijna flegmatische cadans kabbelt het indrukwekkend voort, geeft steeds iets meer prijs, zoals bij een ui waar iedere keer de buitenste rok af wordt gepeld en langzaam de kern wordt blootgelegd.

Ook al is het verhaal in de derde persoon enkelvoud geschreven, door de lange, voortdurend kronkelende zinnen lijkt het toch verdacht veel op een stream of consiousness, omdat je uitsluitend met Armand in zijn hoofd ronddwaalt. Dit gevoel wordt versterkt door de gewaagde, spannende schrijfstijl – die in het begin heel vreemd aandoet – door de lange, samengestelde zinnen en het veelvuldige gebruik van het woordje ‘en’. Daanje begint zelfs de meeste alinea’s hiermee.  Toch heeft dit een duidelijk effect; je voelt wat hij voelt, wat hij denkt en wat zijn demonen zijn, en hij wordt daardoor psychologisch zeer realistisch uitgediept. Zoals al vermeld; Fenomenaal! Een boek om te her-, her-, herlezen. Jammer dat het niet in hardcover is uitgevoerd.

Eerder verschenen op Met de neus in de boeken


Laat hier je reactie achter:

13 reacties op “De herinnerde soldaat

  1. Het is een topper hoe is het mogelijk om zo een boek te schrijven 550 bladzijde over een man zonder dat het verveeld je kan er geen genoeg van krijgen geweldig

  2. ….tsja wat kan ik hieraan toevoegen? Het in iemands hoofd zitten, is sws boeiend. Er zit ook een niveau van suspense in waardoor je toch verder wil lezen. Het heeft wel teveel monoloog niveau, iets wat de schrijfster zelf ook heeft. Desalniettemin een (letterlijk) waanzinng boek!

  3. Prachtig boek. Meesterwerk. Zo verfijnd over een stel dat elkaar terug vindt na een gruwelijke periode, de eerste wereldoorlog, beiden met trauma’s en goede wil.
    Verdient de Libris.

  4. Zélden zo’n goed boek gelezen! Moeilijk om weg te leggen want je raakt gefascineerd door het verhaal. Ik heb het ademloos gelezen. Prachtige karakters en super beschreven

  5. Een fascinerend werk. De lange zinnen nodigen uit om traag te worden gelezen en de repetitieve vertelstructuur dompelt je volledig onder in de psyche van een getraumatiseerde soldaat.
    Meesterlijk en boeiend verteld.

  6. Verhaal is mooi, maar het woordje en waar elke zin mee begint irriteert me mateloos.
    Ik ben het zelf weg gaan laten, leest opeens veel prettiger

  7. Wat een mooi boek! Schitterend verhaal en erg ontroerend. Wat doet oorlog met een soldaat en zijn thuisfront…
    Helaas viel het me ineens op, dat in vrijwel elke zin het woordje ‘en’ wordt gebruikt. Volstrekt onnodig.
    Het lastige is, dat het dan ook ineens erg hinderlijk wordt.
    Een misser van formaat voor de uitgever, die het manuscript toch gelezen moet hebben, zou je zeggen.

  8. Werkelijk, een fenomenaal mooi maar ook indringend verhaal. Amand maakt mij deelgenoot van zijn diepste gedachtes en strijd. Hun strijd, die van hem maar ook die van Julienne. De diepe liefde voor elkaar maar ook de wanhoop.

  9. Mij stoorde dat veelvuldig gebruik van het woordje”en” dermate dat ik het boek niet verder kon lezen. Het werd door dat ene woord een continue opsomming van feiten . Ik zag alleen nog maar ennen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.