"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De hongergoochelaar

Vrijdag, 20 oktober, 2006

Geschreven door: Guus Luijters
Artikel door: Henk Bergman

Samen de hongerwinter door

Ik zag dit boekje ergens getypeerd als ‘oorlogsroman’, maar dat is echt te veel eer. _De hongergoochelaar_is wat je noemt een novelle. Dat is iets meer dan een verhaal, maar duidelijk minder dan een roman. Als ik me goed herinner van de lessen Nederlands heeft een novelle als kenmerken een eenvoudige structuur, een klein aantal personages en een kort tijdsbestek. Eerlijk gezegd ben ik niet zo’n liefhebber van novellen. De kans op teleurstelling is redelijk groot. Of er is sowieso niets aan, of het is een boeiend verhaal en dan had je graag verder willen lezen. Maar helaas: de schrijver vond het wel mooi zo.

De hongergoochelaar speelt zich af eind 1944, begin 1945. Het is het verhaal van variétéartiest de Grote Mels (47) en Sientje, een meisje van tien uit de grote stad. Samen proberen ze in het dorp waar de Grote Mels woont de hongerwinter door te komen. Hij heeft Sientje in zijn omgeving geïntroduceerd als kind van Arie, zijn broer. De Grote Mels is als een vader voor Sientje. Hij zorgt ervoor dat ze een vals persoonsbewijs krijgt, ziet erop toe dat ze weer naar school gaat, viert haar verjaardag, neemt haar soms mee naar een optreden en waakt aan haar bed als ze ziek is.

Aanvankelijk is Sientje erg gesloten, maar later wordt ze losser. Ze lacht vaker, maar heeft ook onverklaarbare huilbuien. Omdat de voedselsituatie steeds moeilijker wordt, moet de Grote Mels werkelijk wonderen verrichten om dagelijks iets op tafel te krijgen. Maar hij blijft optimistisch en spreekt Sientje voortdurend moed in. Dan wordt het huis bezet door Duitse soldaten. Sientje en haar weldoener vluchten. Als ze terug komen treffen ze een enorme ravage aan. Wel is de oorlog nu voorbij. Maar een week na de bevrijding verdwijnt Sientje uit de Grote Mels’ leven. Uit de korte epiloog blijkt vervolgens dat al diens liefdevolle inspanningen door de buitenwereld helemaal verkeerd worden opgevat. Of is er toch meer gebeurd dan de schrijver heeft verteld?

Luijters’ stijl in dit boekje is extreem sober. Kennelijk wilde hij geen woord te veel schrijven. Ook de dialogen zijn minimaal: zelden doet een van de personages een mededeling die langer is dan één regel. Dat geeft het geheel iets primitiefs en onbeholpens, dat mij steeds meer ging irriteren. Af en toe dacht ik dat ik een tekst aan het lezen was van iemand die de cursus ‘Korte verhalen schrijven’ van de LOI had gevolgd. Het zal wel met mijn vooroordeel tegen novellen te maken hebben.

Boekenkrant


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.