"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De huurmoeder

Zaterdag, 30 mei, 2009

Geschreven door: Tania Heimans
Artikel door: Lotte Brugman

De suggestie is voldoende

Heimans’ debuutroman Hemelsleutels werd genomineerd voor de Academica Debutantenprijs, maar Recensieweb was er weinig enthousiast over. Te zware thema’s, een matig plot en de ongeloofwaardig uitgewerkte vertelstem van een zesjarig kind waren de belangrijkste struikelblokken. Toch maakte het nieuwsgierig naar Heimans tweede boek, dat onlangs is verschenen. Heimans beschrijft daarin een moeder die met haar zoon doordeweeks bij een familie intrekt om daar als ‘huurmoeder’ orde op zaken te stellen.

Lisa en haar zoon Marlon (11) wonen in de weekends in de aula van een begraafplaats waar al jaren geen (officiële) nieuwe graven meer bijkomen. De beheerder, meneer Peters, ziet hen als zijn onderduikers. Lisa komt namelijk oorspronkelijk uit Moldavië en is illegaal in Nederland. Lisa’s man Justus is een paar jaar geleden overleden. Marlon heeft zijn vaders bijenkasten overgenomen en hijst zich regelmatig in zijn imkerpak om de bijen te verzorgen. Heimans weet het vreemde gegeven van een elfjarige imker die nog in zijn bed plast geloofwaardig te brengen. De fascinatie die Marlon voor de bijen voelt, komt zelfs aanstekelijk over. De bijen zijn een terugkerend thema in het boek. Zo noemt Marlon de mannen bij wie hij met zijn moeder doordeweeks intrekt darren en ziet Lisa zichzelf als een bijenkoningin.

De Huurmoeder concentreert zich op het verblijf van Lisa en Marlon bij het gezin van filmliefhebber Fred en de twee kinderen Annelot (een wispelturige, veertienjarige puber ) en Victor (een wat schimmige jongen van een jaar of negentien). Het lijkt aanvankelijk een betrekkelijk normaal gezin in een grote, luxe villa, maar al snel blijken er vreemde dingen aan de hand te zijn. Zo sluit Lisa Marlon steeds op in zijn kamer om contact tussen hem en de andere gezinsleden te vermijden en blijkt Annelot een licht nymfomaan meisje dat contact heeft met een loverboy, haar vriendinnen nauwelijks meer ziet en regelmatig haar toevlucht zoekt in het computerspel Second Life.

De huurmoeder is, in tegenstelling tot Hemelsleutels, geen boek ‘over’ iets. Het vertelt in de eerste plaats een (spannend) verhaal met een verrassend plot. Bijgevolg zijn de personages beduidend minder vlak en daarmee realistischer. Vrijwel alle hoofdpersonen hebben iets vreemds en ongrijpbaars, maar dat maakt ze niet ongeloofwaardig of karikaturaal. Weliswaar blijven Fred en Victor tamelijk vage figuren met slechts enkele kenmerkende trekken zoals een liefde voor films en een promiscue houding, maar dit blijkt een functie te hebben: als je te snel te veel over hen te weten zou komen, zou de spanning uit het boek verdwijnen. Heimans weet deze en andere informatie goed te doseren, waardoor de suggestie van verschillende feiten op subtiele wijze gewekt wordt. Dat Marlons vader Justus dood is, blijkt niet direct, maar het vermoeden wordt langzaam bij de lezer ‘ingemasseerd’, tot het uitgegroeid is tot een zeker weten.

Ons Amsterdam

Dit effect wordt met enige regelmaat echter tenietgedaan door Heimans neiging om het nog eens te bevestigen. Daaraan valt misschien niet altijd te ontkomen, maar in enkele gevallen had het bepaald niet gehoeven. De combinatie van het ‘digitale horloge’ om Freds enkel en de ontdekking dat de Klaas die af en toe langskomt om te kijken hoe het gaat, een reclasseringsambtenaar is ‘van het type dat vindt dat iedereen een tweede kans verdient’, is ruim voldoende om te vermoeden dat Fred onder elektronische detentie staat. Dat nog eens te benoemen is overbodig.

Iets soortgelijks gebeurt in het laatste hoofdstuk, dat als volgt begint:

‘Zijn moeder tekende hem wakker. Ronde vormen langs zijn ruggengraat, omhoog naar zijn schouders. Ronde vormen zonder einde, waarin hij tussen droom en waken figuren, zelfs letters probeerde te herkennen. Net toen hij het begin van een bekend patroon dacht te voelen, stopten haar vingertoppen, zoals iedere ochtend, onder in zijn nek.

Ze schoof de krullen die over zijn voorhoofd vielen opzij en drukte haar lippen op zijn haargrens. Hij opende zijn ogen. Maar doordat de gordijnen nog dicht waren, was zijn moeder niet meer dan een donkere gestalte.’

Deze alinea’s zijn precies gelijk aan de eerste van het boek en ook het verdere verloop van het laatste hoofdstuk lijkt sprekend op dat van het eerste, wat het verhaal mooi rond maakt. Helaas lijkt Heimans de verleiding niet te kunnen weerstaan om in deze laatste pagina’s nog even alle losse eindjes aan elkaar te knopen. Het doet denken aan het laatste stukje van een slechte film, waarin verteld wordt dat het stel dat elkaar na veel misverstanden gevonden heeft, getrouwd is en hoeveel kinderen ze hebben gekregen: het laat weinig aan de verbeeldingskracht over en voegt bovendien niets toe. Dat is immers een ander verhaal en de suggestie van het bestaan daarvan was voldoende geweest. Heimans heeft met De huurmoeder een verrassend goede tweede roman neergezet, maar als ze meer had durven vertrouwen op de gewekte suggestie en op de intelligentie van de lezer, was hij nog beter geweest.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Het huis met de leeuwen

De huurmoeder

Hemelsleutels