"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De keukenjongen. De laatste, fatale nacht van de Romanovs

Vrijdag, 4 mei, 2018

Geschreven door: Robert Alexander
Artikel door: Marjon Nooij

De enige getuige

[Recensie] Zomer 1998, Chicago. Mikhail (Misha) Semyonov, vierennegentig jaar en geboren in Rusland als Leonid (Leonka) Sednyov, Nadat hij in 1918 Rusland is ontvlucht, heeft hij met zijn vrouw in Amerika een zeer vermogend leven geleid. Een verzoek om excuses voor zijn jarenlange leugens is de aftrap voor het begin van zijn relaas. Hij heeft besloten dat het de hoogste tijd is de waarheid te vertellen en neemt zijn getuigenis op op de bandrecorder. Zijn vrouw May is twee weken eerder overleden en hij wil zijn verhaal onthullen aan zijn enige erfgenaam, zijn kleindochter Kate, om May zo snel mogelijk te volgen.

“Wat ik wil bekennen is dat ik de keukenjongen was in het Ipatiev-huis waar de tsaar en de tsarina, Nicolaas en Alexandra, gevangenzaten. Dat was in Siberië. En… en de nacht dat ze werden geëxecuteerd werd ik weggestuurd. Ze stuurden me weg maar ik sloop terug en die nacht, die maanloze nacht van 16 op 17 juli 1918, zag ik de tsaar en zijn gezin de drieëntwintig treden van de achtertrap van het Ipatiev-huis afkomen, ik zag ze die kelder ingaan… en ik zag hoe ze werden doodgeschoten. Vertrouw me, geloof me, als ik dit zeg: ik ben de laatste in leven zijnde getuige en ik ben de enige die weet wat er werkelijk is gebeurt tijdens die verschrikkelijke nacht.”

Op chronologische volgorde volgt De keukenjongen Misha’s verhaal over de laatste weken in Siberië voor de gruwelijke moord op het gezin Romanov. Nicolaas Alexandrovitsj, zijn vrouw Alexandra Fyodorovna en hun vijf kinderen, Olga, Tatjana, Maria, Anastasia en Alexi. Onder voortdurende bewaking van Commandant Avdejev en zijn kameraden, waren de gedragsregels streng en mochten de ramen niet open tijdens de zeer hete Siberische zomer in ‘Het Huis met het Bijzondere Doel’, zoals het Ipatiev-huis in Jekaterinenburg werd genoemd door de Bolsjewieken – heel suggestief om het een bijzonder doel te noemen, want we weten allemaal wat een tragedie zich heeft afgespeeld in de gewelven. De Romanovs verbleven daar onder strikte regels en werden vernederd en geminacht. In de roerige dagen vol geweld, vertelde Lenin echter dat de ex-tsaar en zijn gezin in veiligheid waren.

Hemofilie

Zoals al wel voor de meesten bekend is, leed troonopvolger Alexi Nicolajevitsj aan hemofilie, wat een grote zorg met zich meebracht, omdat dit destijds niet te behandelen was. Hij had extra voeding nodig, zoals boter, eieren, brood en melk. Gedurende lange tijd werden de nonnen niet meer toegelaten, maar door omkoping van de bewakers – het vermoeden is door de dochter van de sinistere Rasputin – mochten Zuster Antonina en novice Marina later toch een paar keer per week voedingsmiddelen en andere benodigdheden, zoals garen, brengen. Helaas werd er veel achtergehouden door de wacht.

Leonka, de keukenjongen laveert overal langs en omheen. Hij sleept dagelijks met vele liters water en is het gezin van dienst door klusjes te doen. Later laat de tsaar hem briefjes smokkelen naar allerlei mensen, waaronder Dr Botkin, de arts. Waneer hij weer een briefje krijgt van de tsaar dat naar buiten gesmokkeld moest worden, verstopt hij het in zijn ondergoed, maar…

“Toen ik door de hal liep en boven aan de korte trap kwam, zag ik dat ze (werksters/MS) bij de deur werden tegengehouden.”
“Er zijn nieuwe regels,” legde Joerovski, die hen de doorgang versperde, uit. “Van nu af aan wordt iedereen die het Huis met de bijzondere Doel binnenkomt of verlaat, grondig gefouilleerd.” De komendant keek naar mij. “Jij bent zo aan de beurt, jongeman, wanneer ik klaar ben met deze vrouwen.”
Ik begon te beven. Dit kon niet waar zijn. Ik stond op het punt gefouilleerd te worden. Paniek sloeg toe. Gospodi, wat als ze het geheime briefje vonden dat ik bij me had?’

Leonka neemt direct een besluit. Een besluit dat hij zijn hele leven niet meer zal vergeten. Een besluit dat hij nu, op zijn vierennegentigste, nog altijd betreurt…

Zomer 2001, Sint-Petersburg, Rusland

Na het overlijden van haar grootvader reist Kate af naar Sint-Petersburg, alwaar ze een afspraak heeft met de algemeen directeur van de Hermitage. Ze heeft de geluidsband afgedraaid en het testament is voorgelezen. Nu is het tijd om iets terug te brengen naar Rusland, het land waar het hoort te zijn en bewaard moet worden. Ook heeft ze een adres in haar zak en ze gaat op zoek. De vrouw die opendoet is in eerste instantie wat terughoudend, maar wanneer ze weet wat Kate’s missie is, vertelt Marina haar verhaal.

Auteur Robert Alexander heeft de feiten van deze geschiedenis bestudeerd aan de hand van documentatie in Russische archieven en goed in beeld gebracht. Deze feiten heeft hij op een creatieve manier verwerkt met fictie en hierdoor is een smeuïg verhaal ontstaan met een heel eigen en zeer onverwachte twist. Robert Alexander weet de clou te bewaren tot de laatste bladzijden. Het verhaal blijft boeien, door de ontwikkelingen en de sympathieke uitstraling van het gezin van de tsaar en tsarina. De angst, hopeloosheid, maar ook het volharden in hoop op een goed einde worden met veel gevoel beschreven.

Het massagraf van de tsarenfamilie is in het begin van de jaren ’90 gevonden. De lichamen van Alexej en Maria waren niet aanwezig in dit graf. Dit in tegenstelling tot eerdere geruchten dat het om Anastasia zou gaan die niet is gevonden. Wat soms stoorde is de vernederlandsing van de namen, zoals Mar voor Maria, en Nicky of Nico voor Nicolaas. Maar goed, Nicolaas is ook niet de naam die hem bij zijn geboorte is gegeven, omdat zijn Russische naam Nikolaj is. Tijdens het lezen van dit boek riep het associaties op met Het Winterpaleis van John Boyne. Ook een verhaal over de Romanovs in hun laatste dagen en ook dit boek eindigt zeer verrassend.

De keukenjongen is een mooi boek, waarin je, al lezende, ook nog een flink stuk geschiedenis tot je neemt, want de feiten kloppen.

Over de auteur

Robert Alexander (pseudoniem van R.D. Zimmerman, 1952) is geboren en getogen in Chicago en heeft ook een aantal jaar in Rusland gewoond. In verband met het onderzoek ten behoeve van zijn werk aan deze roman, heeft hij toegang gehad tot Russische archieven en paleizen die voor het grote publiek gesloten zijn.

Eerder verschenen op Met de neus in de boeken