"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De kleine miezerige god

Maandag, 6 oktober, 2008

Geschreven door: Esther Gerritsen
Artikel door: Laura Starreveld

Getuige gezocht

Dominique bezoekt trouw elke week haar dementerende moeder in het verzorgingstehuis in Nijmegen. Die laat zich de bezoekjes geruisloos welgevallen als was Dominique een willekeurige vreemdeling. Een vader heeft ze niet meer, hij is overleden zonder dat Dominique hem echt heeft gekend. Dominique staat er alleen voor, iets waar ze allerminst aan toe wil, of durft, te geven.

‘Maar ze zou niet – ze zwoer het: ze zou niet – ze zou nóóit zeggen dat ze hier voor zichzelf kwam. Ze was hier omdat dat moest, en nooit zou ze liegen dat het anders was. Dan, dacht ze laconiek – als was het een grap – doe ik het nog liever voor god. Iemand moest toch de schuldige zijn en deze bezoeken van haar eisen. En hup, daar was god.’

Deze god is de reden waarom ze het allemaal doet, hij legitimeert al haar daden, hij kijkt over haar schouder mee. Hij is haar getuige en dat stelt haar in staat haar eigen gevoel buiten spel te zetten. De god, de getuige, is haar manier om voor zichzelf op de vlucht te kunnen slaan en gewichtloos door het leven te gaan.

In haar nieuwe woonplaats Amsterdam gooit Dominique het roer om. Geen oppervlakkige vriendschappen meer die alleen in de kroeg lijken te bestaan, geen vluchtige romances meer die toch nergens op uitlopen. Vanaf nu pakt ze het anders aan. Haar sociale omgeving blijft beperkt tot slechts een paar personen. Haar opdringerige onderbuurvrouw, met wie ze een onoverkomelijke vriendschap sluit, en Kris, de grote, lelijke man met wie ze een relatie krijgt. Zowel in de vriendschap met haar onderbuurvrouw als in de relatie met Kris lijken gevoelens voor Dominique geen rol te spelen; van vriendschap of liefde lijkt geen sprake. In dat opzicht behandelt ze haar omgeving zoals zichzelf, schijnbaar koud en gevoelloos.

Ondanks, of misschien juist wel dankzij, dat al lijkt het aan de oppervlakte best goed te gaan met Dominique. Als ze zwanger wordt van Kris neemt haar god vastere vormen aan, haar getuige is er straks echt. Maar zo ver komt het niet, het baby’tje in haar buik blijkt buiten Dominiques lichaam niet levensvatbaar. Voor Dominique een teken dat haar god het laat afweten. Vanaf dat moment noemt ze hem haar kleine, miezerige god en raakt Dominique steeds geïsoleerder, vereenzaamt ze en probeert ze dwangmatig grip te houden op zichzelf.

Esther Gerritsen heeft met De kleine miezerige god een mooie roman geschreven. In afwisselend tempo van nu eens korte, dan weer lange zinnen komt Dominiques geworstel met zichzelf goed uit de verf. Dominique raakt sluipenderwijs steeds geïsoleerder; zelfs Kris, de enige die nog echt dichtbij haar stond, laat ze niet meer toe, ze glipt als los zand door zijn vingers. Ondertussen onderneemt ze verwoede pogingen ook nog haar vader postuum te leren kennen via zijn blue-grass-liefde.

Gerritsen weet de steeds verder geïsoleerd rakende Dominique mooi te karakteriseren. Haar innerlijke strijd ademt van elke bladzijde. Na haar miskraam blijkt het bijna onmogelijk haar gevoel buitenspel te zetten. Een gegeven dat de strijd van Dominique nog intenser en aangrijpender maakt. Dominique ontroert soms, maar geeft je ook de neiging haar af en toe eens flink door elkaar te willen rammelen. Hét bewijs dat ze een personage van vlees en bloed is.

In De kleine miezerige god spelen slechts een paar personages een rol en soms is het jammer dat in er maar weinig bijfiguren voorbijkomen. Waarom hoort Dominique nooit meer iets van haar ‘vrienden’ uit Nijmegen? Is er dan echt niemand die een poging doet contact met haar te maken? Wat meer bijfiguren had de blik op Dominique misschien iets meer dimensie gegeven. Het beeld blijft nu beperkt tot dat van haarzelf. Tegelijkertijd past het bij de geïsoleerde Dominique en schetst Gerritsen hiermee een keihard tijdsbeeld. Iedereen, zijzelf incluis, is alleen met zichzelf bezig en vriendschappen blijken dikwijls alleen aan de oppervlakte te bestaan.

Het verhaal van Dominique kent één minpunt, en dat sluipt er tegen het einde in: haar reis naar Amerika. Ze bezoekt er een blue-grass festival om haar vader via zijn favoriete muziek beter te leren kennen. Maar waarom ze de as van haar ongeboren kind meeneemt blijft in het ongewisse. Is het een poging van Dominique om met zichzelf in het reine te komen en hierna met een schone lei te beginnen? En is het echt nodig om daarvoor een oceaan over te vliegen?

Al met al is deze vierde roman van Esther Gerritsen geslaagd. Ze toont op ingetogen hoe een jonge vrouw uit onvrede met zichzelf zich steeds verder afsluit van de buitenwereld en, onnodig, vereenzaamt. Daarmee laat Gerritsen zien wat we allemaal eigenlijk al weten: je moet eerst met jezelf overweg kunnen, de rest volgt later.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: