"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De kok, de boerin, haar advocaat en dier verpleegster

Woensdag, 24 april, 2019

Geschreven door: Els Quaegebeur
Artikel door: Karin de Leeuw

Vrouwen met 50 jaar ervaring

[Recensie] In 2013 interviewde freelance journaliste Els Quaegebeur actrice Ellen Vogel. Die was toen 91 jaar oud. Het bracht Quaegebeur op het idee een aantal vrouwen te gaan interviewen die één ding gemeen hebben: ze kunnen terugkijken op een lange carrière.

Alle vrouwen zijn boven de vijfenzestig en een groot deel van hen werkt op het moment dat ze geïnterviewd worden nog steeds. Ze kijken niet alleen terug op hun werk, maar ook op huwelijk en relaties, jeugd, verhouding met de ouders, vrouw-zijn en de verglijdende tijd, Quaegebeur beschrijft hen in hun eigen omgeving, meestal hun huis, soms het bedrijf. Ze maakt uitgebreid melding van deze entourages, wat ze te eten en te drinken krijgt, hoe ze wordt ontvangen, hoe de geïnterviewden gekleed gaan. Dat maakt dat de lezer zich als het ware op bezoek voelt bij de vrouwen. Je mag mee op de thee bij Marthe Röling en Mensje van Keulen, fotografe Bertien van Manen en huisarts Fransje van der Waals. Ik moet zeggen, dat is geen straf. Al deze vrouwen hebben iets te vertellen. Ze hebben veel meegemaakt en hebben vaak stevige opinies die ze ook best willen delen. De vrouwen zijn intelligent en veel van hen beschikken zeker over gevoel voor humor. Quaegebeur weet het mooi te registreren.

Veel geïnterviewden, het zijn er veertien in getal, komen uit Amsterdam. Ik vind dat een beetje jammer. Tegelijk begrijp ik dat: er wonen veel prettige eigenwijze en initiatiefrijke vrouwen in Amsterdam, ze zijn er zelfs vaak bewust naar toe getrokken. Bovendien heeft de schrijfster veel gewerkt voor Het Parool en woont ze zelf in Amsterdam. Ze heeft daardoor natuurlijk een netwerk en voor dit type diepte interviews kan je nu eenmaal niet een willekeurig persoon uit het telefoonboek bellen. Dan was dit boek zeker een stuk minder interessant geworden.

Engeltje Huckriede bijvoorbeeld, geboren in 1932 en levenslang verpleegkundige geweest. Ze weet op prachtige wijze niet eens zozeer een beeld te schetsen van haar beroep en beroepsgroep, maar vooral van het Amsterdams bohemienne milieu van haar tijd. Ze was getrouwd met Jan Huckriede, pianist bij het Concertgebouworkest en oprichter van het Amsterdams Philharmonisch Orkest. Hij was ouder en, als we het verhaal mogen geloven, heeft hij zijn vrouw haar hele leven in de watten gelegd en verzorgd. Samen speelden ze een actieve rol in het uitgaansleven, zozeer zelfs dat Jan met de baas van Engeltje regelde dat ze ’s ochtends niet voor half tien hoefde te beginnen op het werk. Geen verhaal van een doorsnee verpleegster, wel erg leuk om te leven.

Boekenkrant

Ties Prakken, de advocate die mensen uit de Amsterdamse kraakbeweging zich nog herinneringen. Vaak was zij de eerste met wie de krakers contract hadden nadat ze opgepakt waren door de politie. Dat kwam nog al eens voor. Prakken had er een bloeiende praktijk aan. Cardiologe Harriette Verwey kwam naar Nederland vanuit Suriname. Zij was de hartspecialiste die aandacht vroeg voor het feit dat hartklachten zich bij vrouwen vaak heel anders uiten dan in de (mannelijke) handboeken werd aangegeven. Charcutier Diny Schouten is 72, maar maakt nog zes dagen per week pasteien en andere zaligheden en kan zich nog steeds opwinden hoeveel kwalitatief slecht eten Nederlanders tot zich nemen. Marga van Praag en Betty Stöwe vertellen, ieder op haar zeer eigen wijze, over het leven in de sportwereld.

Het is opvallend hoeveel vrouwen zonder vaste relatie zijn gebleven. Ook het aantal vrouwen zonder kinderen is boven gemiddeld. Tegelijk is er ook een behoorlijke groep die getuigd van een geslaagd verbond met een levenspartner en van warme liefde tussen hen. Uitgesproken feministisch zullen de meesten zich niet noemen, onafhankelijk en eigengereid zijn ze allemaal, en economisch zelfstandig gedurende hun hele leven.

Dit boek is, al is het daarvoor misschien niet speciaal geschreven, een mooi historisch document. Leg het naast een boek als 1001 Vrouwen in de Twintigste Eeuw, het prachtige overzichtsboek van historica Els Kloek, dan is dit weer een heel andere wijze om ons iets te vertellen over het leven van Nederlandse vrouwen. Ik hoop dat de boeken over honderd jaar nog naast elkaar in de bibliotheken zullen staan.

Els Quaegebeur verwijst aan het begin van haar boek naar haar dochter en het feit dat zij zelf, naast haar werk ook de zorg voor haar dochter heeft. Het roept de vraag op: heeft ze het boek, mede, geschreven als voorbeeld en inspiratie voor een volgende generatie? Ik zelf, die een aantal van deze vrouwen ken en die tien tot twintig jaar jonger ben dan de geïnterviewden, word blij van hun verhalen en voel me verlicht. Of ik het mijn dochters, die aan het begin van hun werkend leven staan, cadeau zou geven? Ik geloof het niet. Die hebben die verhalen van oude vrouwen niet nodig. Hun omstandigheden zijn net weer anders en ze kiezen hun eigen weg. Dat kan Quaegebeur trouwen zelf ook zien. Haar, zeer jonge, dochter vindt alle vrouwen die haar moeder bezoekt erg interessant, maar zelf wordt ze bakker!

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles