"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De korf

Zaterdag, 6 november, 2021

Geschreven door: Ahmet Chakioglou
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Interessant debuut maar wereldbouw schiet ernstig tekort

Disclaimer: ik ken de auteur niet. Ik kocht dit boek omdat ik mijn best doe op de hoogte te blijven van Nederlandstalige SF.

[Recensie] Een dystopische YA van eigen bodem, gesitueerd in Rotterdam, met SF-elementen zoals tijdreizen erin. Spekkie naar mijn bekkie, zou je zeggen. Bovendien valt het me al langer op dat er wat afkomst betreft weinig diversiteit is onder schrijvers van het fantastische genre in Nederland, dus sprak het me aan om een keer een boek te lezen van iemand met een andere achtergrond dan ik. Die wordt overigens ook op een goede manier getoond in dit boek. Niet opdringerig of zo, maar het is mooi dat er personages zijn die naar de moskee gaan en voor wie hun eigen cultuur belangrijk is. De cover is ook mooi en aansprekend. Dus mijn verwachtingen waren hooggespannen. Te hoog – helaas voor mij. Ik kon dit boek uiteindelijk geen dikke voldoende geven en weet nog niet of ik het tweede boek ook ga lezen. Overigens deed dat af aan mijn leesgenot: toen ik begon aan het boek wist ik niet dat er een tweede boek zou komen. Ik dacht dat het op zichzelf stond. Op de kaft en op de achterkant staat geen indicatie dat dit het eerste deel zou zijn. Verhaallijnen waarvan ik dacht dat die afgerond zouden worden bleven open en dat ervoer ik als licht frustrerend.
Laat ik eerst aangeven waar ik wél van genoot.

Ten eerste het originele idee van dit boek. Tijdreizen in een dystopische setting, het gebruik van werkelijk bestaande locaties uit Rotterdam, dat vond ik echt leuk om te lezen. Er waren ook een paar mooie actiescènes waar ik van genoot. Ten tweede een vrij vlotte schrijfstijl (waar ik ook wel wat op aan te merken heb, zie hierna, maar toch las het vlot). Verder een sympathieke hoofdpersoon. Wat ik ten slotte erg goed gedaan vond was hoe de auteur speelt met je gevoelens voor bepaalde karakters. Vooral Hazel blijft een enigma. Hoe kan het dat iemand die in het begin van het boek zo sympathiek is, later een van de ergste vijanden is? Hoe kan het dat hij samenwerkt met iemand die aan het begin van het boek duidelijk slechte bedoelingen heeft? Aan het eind weet je nog niet hoe het zit, zelfs al heb je dan een flink stuk achtergrondinformatie meegekregen. Heel fascinerend en in mijn optiek goed uitgevoerd.

Dit is het debuut van deze schrijver (volgens mij, maar ik kan het mis hebben, ook het eerste boek dat hij schreef – en het is altijd aan te raden meer te schrijven voor je iets hebt dat je naar een uitgeer stuurt) en als zodanig is het toch veelbelovend. Maar wil je dit boek echt een kans geven, dan moet je je kritische kant als lezer uitschakelen. Daar ben ik niet zo goed toe in staat, dus heb ik wel wat opmerkingen bij het verhaal.

Boekenkrant

Ten eerste stonden er best veel foutjes in. Veel daarvan (ontbrekende woorden, te veel spaties, herhaling van een heel zinsdeel,’net als hem’ in plaats van ‘net als hij’) hadden er door de eindredacteur uitgehaald moeten worden, maar een aantal kwamen op het conto van de schrijver. Zo haalde hij tegenwoordige en verleden tijd soms door de war (‘ze wisten dat deze mensen schietgrage schurken waren die niet bang zijn om een leven te nemen’) en wilde hij teveel beschrijven (‘Met moeite ging ze heel langzaam rechtop zitten’ waar ‘Met moeite ging ze rechtop zitten’ en ‘Heel langzaam ging ze rechtop zitten’ hetzelfde uitdrukken). Ook denk ik dat de auteur veel in het Engels leest en misschien wel heeft geschreven, want hij schrijft: ‘Hij wilde ook niets van hem horen, na alles wat hij de vorige keer had geleerd,

Ten tweede denk ik dat de voortdurende perspectiefwisselingen een teken zijn van de onervarenheid van de auteur. Het is natuurlijk prima een alwetende verteller toe te passen, maar ik geloof toch dat de auteur de jongen Zilver als hoofdpersoon wilde volgen, maar toch opeens middenin een passage in de gedachten van iemand anders ging springen. Het loont de moeite bewust te kiezen in welk perspectief je een verhaal wilt schrijven en je daar ook aan te houden.

Mijn grootste kritiekpunt was echter dat de wereld niet goed genoeg was uitgedacht. In dit verhaal is het grootste deel van de wereld vernietigd. Een deel van Nederland is bewaard gebleven onder een ondoordringbare koepel. Deze staat er nu al tien jaar. Maar wat de gevolgen daarvan zijn worden niet duidelijk. Mensen drinken whisky en koffie. Waar komt dat vandaan? Vooral de koffie – de koffieplant groeit niet in Nederland … Er is een benzinestation met een snoepautomaat – waar komt de benzine vandaan? Waar komt de snoep vandaan? Als er geen wind is in de koepel – hoe kan er dan windenergie worden opgewekt? En is de wereld buiten de koepel nog steeds bedekt door stofwolken? Zo ja, kan er dan wel sprake zijn van van zonne-energie? Dit soort vragen stelde ik mezelf voortdurend. Zo’n koepel is een leuk idee, maar dan moet je wel goed uitdenken welke gevolgen die heeft voor de mensen die eronder leven! Is er wel voldoende zuurstof? Wat als luchtvervuiling niet kan ontsnappen? Ga zo maar door. Ik ben teveel een SF-lezer om niet over deze vragen te struikelen en dat is de voornaamste reden dat ik met mijn beoordeling niet boven een 6 uitkwam.

Eerder verschenen op Hebban

Boeken van deze Auteur:

De korf