"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De lanterfanter

Dinsdag, 25 mei, 2010

Geschreven door: Yusuf Atilgan
Artikel door: Marnix Verplancke

Ennui in Istanbul

Zonder Yusuf Atilgan geen Orhan Pamuk, zouden we een beetje gechargeerd kunnen zeggen. Of dat is toch wat Pamuk zelf beweert. “Als beginnend schrijver keek ik enorm naar Atilgan op omdat hij erin slaagde aansluiting te vinden bij de westerse literatuur zonder zijn Turkse identiteit te verliezen,” aldus de Nobelprijswinnaar. Atilgan, die maar drie romans en een handvol korte verhalen schreef, was nochtans geen onomstreden figuur. Toen hij in 1959 debuteerde met De Lanterfanter waren de kritieken gemengd. Collega Orhan Kemal zei bijvoorbeeld dat Atilgan duidelijk kon schrijven, maar “dat boek’” voegde hij eraan toe, “waar gaat dat eigenlijk over? Welke boodschap brengt het?”

De Lanterfanter is het verhaal van C., een achtentwintigjarige rentenier die door de moderne wijken van Istanbul flaneert, naar de film gaat, met bevriende kunstenaars praat en af en toe in een vechtpartij belandt. Zijn leven heeft geen zin en vertoont een schrijnend gebrek aan authenticiteit. Wanneer hij een jongen een appel ziet eten fleurt hij even op, maar na een paar seconden is dat gevoel alweer verdwenen. C. zoekt verlossing van zijn algemene moedeloosheid, of misschien wel van zichzelf. En steeds vaker vindt hij die in de alcohol.

“Een verhaal zonder vrouw is als een bord eten zonder zout,” merkt de verteller van De lanterfanter op, en het is inderdaad daar dat het schoentje wringt. Ook die alcohol is slechts een surrogaat voor datgene waar het C. werkelijk aan ontbreekt: de ware liefde. En hij doet nochtans zijn best. Om de haverklap wordt hij verliefd, op Güler bijvoorbeeld, die aan de academie studeert. Toppen van emotionaliteit scheert hij met haar, tot beiden merken dat ze elkaar steeds minder uit liefde en steeds meer uit angst begonnen te omhelzen, alsof ze bang waren iets te zullen verliezen.

En dit scenario herhaalt zich met Ayse, een jonge schilderes. In het begin van de roman breekt hij met haar omdat hij volstrekt ten onrechte overspel vermoedt. Een half jaar later komen ze elkaar weer tegen in een klein plaatsje aan de zee van Marmara waar ze toevallig allebei op vakantie zijn en de passie laait weer op. Om een paar maanden later uit te doven in verveling. Ook hier volgt een onmerkbare breuk: geen ruzie of tranen. Wanneer C. Ayses kamer binnengaat om een einde te maken aan hun relatie vindt hij een brief op de tafel. Ayse was het beu om te wachten op zijn komst en is vertrokken.

Pf

Wanneer Pamuk zegt dat Atilgan aansluit bij de westerse traditie, heeft hij het ongetwijfeld over de stijl en de structuur van De lanterfanter. Een alwetende verteller brengt het verhaal, maar wordt af en toe onderbroken door de cursieve gedachten van C. Güler schrijft brieven en Ayse houdt een dagboek bij, waar die verteller sporadisch ook nog eens commentaar op levert. Meer nog dan die vormelijke link met de westerse literatuur is er de psychologische. Wanneer Ayse het over C.’s wispelturige aard heeft merkt ze op dat die voortvloeit uit al dat gelanterfant. Wat ze echter niet inziet is dat dit gelanterfant een psychische oorzaak heeft. En hier doet Freud zijn intrede. In C.’s kindertijd is er heel wat fout gelopen en zijn onmogelijkheid om zich aan een vrouw of de wereld te hechten vloeit daaruit voort. Deze roman had net zo goed in Parijs, Berlijn of Dublin geschreven kunnen zijn, denk je dan, of zoals Atilgan schrijft: “Een slager in Londen en een slager in Istanbul bekijken de wereld met dezelfde ogen”.

En zo zijn we bij de reden gekomen waarom De Lanterfanter eind jaren 1959 slechts gemengde kritieken kreeg. Atilgans gebruik van de psychologie en zijn nihilistische kijk op het bestaan werden in het Turkije van die tijd slechts matig gesmaakt. Het land keek optimistisch naar de toekomst. Industrialisering en landbouwmechanisering zouden welvaart brengen, en geen ennui of drankzucht. In een maatschappij die de literatuur beschouwde als een middel tot volksopvoeding bracht Atilgans roman over het existentiële geworstel met de zinloosheid van het bestaan een boodschap die men liever niet wilde horen.

Verschenen in De Morgen


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Hotel Moederland

De lanterfanter