"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De meidagen van 1940

Woensdag, 4 mei, 2022

Geschreven door: Luuc Kooijmans
Artikel door: Evert van der Veen

Oorlog wordt invoelbaar

[Recensie] De meidagen van 1940 bestaat uit citaten van dagboeken van met name soldaten maar ook van ministers en ambtenaren met ministeriële functies, allerlei burgers en scholieren en beslaat de hele maand mei met een zekere nadruk op de meidagen van 10 – 15 mei. In de citaten komen bekende namen voor als vice-president van de Raad van State Frans Beelaerts van Blokland, fractievoorzitter van de SDAP Willem Drees, dichter Jan Greshoff, historicus Johan Huizenga en opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten generaal Winkelman.

De citaten brengen de lezer echt dicht bij de sfeer van die tijd omdat mensen van verschillende achtergronden hun beleving destijds hebben opgeschreven. Het zijn dan ook geen historische beschouwingen maar impressies van hetgeen zij hebben gehoord, gezien en meegemaakt die zij op schrift hebben gezet. Wat opvalt is wel de heftigheid van de oorlog die direct in ons land voelbaar wordt door allerlei gevechten, bombardementen en talloze beschietingen met slachtoffers onder militairen en burgers als onvermijdelijk gevolg.

Op 2 mei schrijft Lou de Jong, de auteur van het latere standaardwerk “Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog” (opvallend dat dit werk niet bij zijn naam in de ‘Verantwoording’ achter in het boek wordt genoemd): “… ’s mensen onmacht en de vergankelijkheid van zijn bestaan, de broosheid vooral van de rust die ons geschonken was. Hoe lang nog?” (p. 10).

Diverse mensen staan stil bij het prachtige voorjaarsweer, anderen noemen het intrekken van alle verloven en een luitenant-kolonel merkt 8 mei op: “Omtrent den toestand tast iedereen volmaakt in het duister” (p. 26). Er is optimisme maar ook een vaag besef van naderend onheil. Dat is terecht want in citaten van Duitse militairen en politici is sprake van een aanvalsplan. Op 9 mei dringen signalen daarvan tot Nederland door en 10 mei is er sprake van ‘toestand 4’: oorlog. Een scholier is ‘… bang voor de donkere toekomst’.

Heaven

Opvallend is de Duitse militaire overmacht die Nederlandse soldaten en burgers overrompelt. In veel citaten is sprake van grote aantallen vijandelijke vliegtuigen en parachutisten, modern Duits oorlogsmaterieel, afweergeschut, beschietingen, gevechten aan de Maas, op vliegveld Valkenburg en vooral op de Grebbeberg. De oorlog brengt dan ook angst en paniek bij de bevolking teweeg. Er ontstaan direct stromen van vluchtelingen. De getuigenissen van het bombardement van Rotterdam zijn indrukwekkend en leiden tot de capitulatie. Ook de verwoestingen in Middelburg en Rhenen zijn gigantisch.

Schrijver Anton Coolen ergert zich aan mensen die te bereidwillig Duitsers informatie over wegen en plaatsen geven. Iemand beseft: “het vroegere goede leven in Holland is voorgoed voorbij”, (p. 233). Indrukwekkend is de afscheidsbrief van een 23-jarige soldaat op de Grebbeberg.

Het beeld van onze regering in Londen is niet erg verheffend: ‘Niet alleen van de minister-president ging geen leiding uit. Afgezien van een enkele uitzondering, maakte het geheel der gezagsdragers een uitermate zwakke indruk; men was totaal overrompeld” schrijft Max Hirschfiield, secretaris-generaal van het departement Handel, Nijverheid en Scheepvaart (p. 234).

De vlucht van koningin Wilhelmina naar Engeland heeft een grote, deels ook negatieve impact op de bevolking, zo blijkt uit allerlei citaten. Bijzonder zijn de ontsnappingen per boot(je) naar Engeland, iets dat in die dagen nog even mogelijk is. 18 mei wordt het eerste verzetsblad uitgegeven door Bernardus IJzerdraat. Hij werd in 1941 op de Waalsdorpervlakte geëxecuteerd. Zijn naam ontbreekt echter in de ‘Verantwoording’ achter in het boek. Een Joodse arts wordt in de wachtkamer met veel mensen geconfronteerd die een einde aan hun leven willen maken en hem om ‘vergif’ vragen.

“De meidagen van 1940” is een belangrijke aanvulling op de vele boeken over de Tweede Wereldoorlog omdat het ons dicht bij de mensen van die tijd en hun persoonlijke ervaringen brengt. Eerder verscheen in een vergelijkbare opzet van Walter Kempowski Zwanenzang 1945, met citaten uit Duitse dagboeken over de laatste oorlogsweken in april en mei 1945.

Luuc Kooijmans is docent aan de Universiteit van Amsterdam en zelfstandig historicus. Hij publiceerde eerder Het geheim van de Valeriusstraat.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

De meidagen van 1940

Het geheim van de Valeriusstraat