"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De moeder en het meisje

Zondag, 22 maart, 2009

Geschreven door: Inge Schouten
Artikel door: Roosmarijn Scheffer

Waarom vrouwen liever zonen willen

Moeders proberen hun dochters altijd te behoeden voor de fouten die ze zelf maakten. Ze gunnen hun dochters de dingen die ze zelf hebben moeten missen. Dochters daarentegen doen hun uiterste best om niet in de voetsporen van hun moeders te treden, niet dezelfde fouten te maken en alles anders te doen. En over het algemeen slagen dochters daar niet in. Dit basale moeder-dochterprincipe ligt ten grondslag aan De moeder en het meisje.

Moeder Sophia had liever een zoon gehad. Naarmate het verhaal zich ontvouwt, wordt duidelijk waarom: ze leeft in voortdurende angst dat haar dochter Lucy hetzelfde zal overkomen als wat haar op dertienjarige leeftijd is gebeurd.

We lezen afwisselend over deze angst en over de belevenissen van Sophia als kind. De moeder en het meisje begint met Sophia’s hekel aan de winter. Het weer speelt, sinds ze een cursus meteorologie heeft gevolgd, een belangrijke rol in haar leven. Ze noteert iedere dag haar beleving van het weer in een schriftje. Dit thema blijft terugkeren soms tot het irriterende aan toe. Hoewel soms storend, het draagt wél bij aan de karaktertekening van Sophia: zij wordt neergezet als een vrouw – en moeder – die houdt van regelmaat en controle. Daarnaast komt in deze obsessie juist ook haar enigszins labiele karakter naar voren:

Ik ben geboren in de herfst. Op Allerheiligen. Als ik zelfmoord zou plegen, zou ik het begin november doen als de klok net teruggezet is en de dagen korter worden. Tussen vijf en zes uur.

Archeologie Magazine

Het feit dat het bijhouden van de weersverschijnselen haar belangrijkste dagbesteding is, geeft ook weer hoe leeg haar leven is, wat haar overbezorgdheid met betrekking tot haar dochter begrijpelijk maakt.

Als dochter Lucy na een feest wordt thuisgebracht door een leraar springt Sophia’s paniek van de bladzijdes. Vanaf dat moment wordt langzaam duidelijk wat haar eigen traumatische jeugdervaring is geweest. Toch lezen we pas ruim over de helft van het boek (pagina 154) daadwerkelijk over het seksuele misbruik door meneer Meijer, leraar van de dertienjarige Sophia. Het misbruik zelf is weliswaar geen verrassing meer, maar de passages zijn dermate levendig beschreven dat het toch zeer schokkend overkomt. Het lezen van deze passages zorgt voor een paradoxale belevenis: van walging kun je niet meer verder lezen, maar het boek houdt je – op deze momenten althans – zodanig in zijn greep dat je het niet weg kúnt leggen.

Sophia zorgt er zelf voor dat het misbruik zijn einde vindt. Hoewel dit natuurlijk heroïsch van haar is, brengt het niet meer sympathie voor haar teweeg. Sophia confronteert Meijers vrouw met het misbruik, waarop het gezin Meijer aan het einde van het schooljaar verhuist. Later spreekt Sophia, op verzoek van Meijer, nog eenmaal met hem af, waarop Sophia ieder contact verbreekt. Een weinig innovatieve wending, die het hele verhaal, ondanks het zware onderwerp, nogal saai maakt. De voorspelbaarheid van de opeenvolgende gebeurtenissen is het grootste mankement van het boek.

Hoewel Lucy er ook een nauw contact op na houdt met een leraar, leidt dit in haar geval niet tot misbruik. Sophia is erin geslaagd haar dochter voor hetzelfde leed te behoeden. Vreemd genoeg is dat fenomeen onbevredigend om te lezen. Je blijft tevergeefs wachten op ellende en rampspoed in het leven van Lucy. Maar daar gaat het niet om. Het gaat om het effect van Sophia’s jeugdtrauma’s op haar moederschap. Het gaat om het meisje in de moeder. Een mooi en herkenbaar gegeven, maar onvoldoende om de saaiheid van De moeder en het meisje goed te maken.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.