"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De ommegang

Vrijdag, 16 maart, 2018

Geschreven door: Jan van Aken
Artikel door: Jona Lendering

Het genoegen van lezen als een kind

[Recensie] Vroeger woonde romanschrijver Jan van Aken in een woonboot op loopafstand van mijn huis, tegenwoordig woont hij kilometers verderop en hoewel die niet onoverkomelijk zijn, zie ik hem minder vaak dan ik zou willen. Dat komt overigens niet alleen door zijn verhuizing maar ook doordat hij voor zijn schrijfwerk een studio heeft gehuurd die nog verder weg is. En ook doordat ik altijd teveel aan mijn hoofd heb. Vorige week ben ik echter eindelijk weer eens bij hem langs gegaan en ik fietste naar huis met op de bagagedrager een print van zijn nieuwe roman, De ommegang, die later dit jaar zal verschijnen. Ik heb het manuscript rond de jaarwisseling gelezen. En het is weer een echte Van Aken.

Een echte Van Aken wil zeggen dat de helden middeleeuwse vagebonden zijn die, zelfs als ze wat geld hebben (zoals de held in De ommegang), in feite aan de zelfkant van de samenleving verblijven. Mensen zonder vaste verblijfplaats, of het moeten de kroegen en bordelen zijn in de grote en kleine steden van de toenmalige wereld – Oxford, Konstanz, Parijs, Bologna, Trebizonde of Samarkand. Want de personages reizen ook dit keer heel wat af en ook De ommegang is weer een waar bestiarium, al is het dan niet bevolkt met fabeldieren maar met de wonderbaarlijkste mensen.

Een echte Van Aken draait ook altijd rond een buitengewoon getalenteerde geleerde. Zo’n observator is immers de enige manier om een betekenisvol verband te scheppen tussen alle wonderbaarlijkheden. Iemand moet ze immers duiden voor de eenentwintigste-eeuwse lezer. Net als in De valse dageraad, Van Akens bekendste roman, is in De ommegang de held een renaissance-geest: een bouwmeester die Vitruvius prefereert boven de gotiek (zonder deze laatste haar waarde te ontzeggen) en wetenschap boven ambachtelijkheid (zonder deze laatste haar waarde te ontzeggen).

Een echte Van Aken is complex. Er zijn twee verhaallagen en nog wat nevenplots, zoals het verhaal van een blinde beeldhouwer dat in een notendop de hele roman weergeeft. Maar bovenal: een echte Van Aken evoceert een verre wereld door middel van prachtige woorden. Tijdens mijn lectuur noteerde ik deze woorden die ik nog niet kende:

Hereditas Nexus

amfioen, amphiprostylos, archivolt, binnenspoorts, bomerslied, bouchanderen, calefactor, chemise, diepzicht, gantelet, gargouille, gereedschapssteel, heksenschot, hypaethros, joppen, kaproen, kathedralenslag, kemelcade, klauwier, knokkelgang, kovel, laatkoppen, lollardisme, melismatisch, nachtslaap, omvamen, ostentor, parlatorium, polei, porterie, poulaine, proctor, scharreren, sector, tonder, trolichos, vleeskeuken, velijn, vlychonias, wijngeest, windveer, wrong, zij.

Allemaal onbekende woorden. Soms in suggestieve combinaties: ik heb geen idee wat ik me moet voorstellen bij “een in visgraatpatroon gefrijnd blok”, maar het klinkt in elk geval fantastisch.

En dat is – en daarom schrijf ik dit stukje – waarom ik de boeken van Van Aken zo leuk vind. Ze brengen het gevoel terug dat ik als kind had: er was een grote wereld vol mooie, onbekende dingen, waarover je allerlei nieuws en leuks kon ontdekken. De namen waren een eerste en veelbelovende kennismaking. Daarna volgde de rest, die zelden teleurstelde. Zo ook De ommegang: ik heb heerlijk liggen lezen met een tablet erbij om op te zoeken wat bouchanderen was, wat lollardisme was, wat een sector doet. En ook dit keer stelde dat wat achter de woorden schuilging zelden teleur.

Eerder verschenen op Mainzer Beobachter 

De ommegang