"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De onfatsoenlijken. Een reis door populistisch Europa

Dinsdag, 6 november, 2018

Geschreven door: Jan Antonissen
Artikel door: Marnix Verplancke

De opstand van de restjesmens

De Vlaamse journalist Jan Antonissen bezocht de Europese rust belt, sprak met de onmondige slachtoffers van de verandering en zag dat het niet goed was.

[Recensie] In 1930 schreef de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset zijn befaamde boek De opstand van de massamens. De teneur was dat overal in Europa de maatschappij sterke wijzigingen onderging door de bevolkingstoename en de democratisering van politiek en de economie. Het tijdperk van de gecultiveerde elite liep ten einde, zag Ortega y Gasset, terwijl dat van de blinde massa aanbrak. Het was een gedachtegang die niet wars bleek van enig dedain.

Een eeuw later zien we iets gelijkaardigs gebeuren. De massamens steekt opnieuw de middelvinger op naar de culturele elite en keert zich collectief af van de traditionele politiek. In Nederland stemt hij voor de PVV, in Duitsland voor de AfD en in Groot-Brittannië voor de Brexit. En opnieuw is er het dedain. Hillary Clinton noemde hen de ‘basket of deplorables’ die voor Trump gingen stemmen en voor Europees Parlementsvoorzitter Martin Schulz zijn ze de onfatsoenlijken.

De Vlaamse journalist Jan Antonissen is geen voorstander van deze aanpak. Zijn oma woonde in Borgerhout, schrijft hij in het voorwoord van De onfatsoenlijken, de deelgemeente van Antwerpen die in de volksmond ook wel eens Borgerokko werd genoemd omwille van het grote aantal Marokkaanse migranten dat er woont. Zij had haar gemeente op heel korte tijd zien veranderen, tot er uiteindelijk nog maar een kleine minderheid oorspronkelijke bewoners overbleef. Ze was bang wanneer ze met haar tas boodschappen over straat liep, bang voor het onbekende. Ze was geen raciste, zegt Antonissen, maar ze had wel reële grieven en het maakt geen staat die met een denigrerende lach onder de mat te vegen.

Schrijven Magazine

Net zoals hij regelmatig met zijn oma sprak over de veranderingen in haar buurt, is hij voor De onfatsoenlijken met mensen gaan spreken die zich in gelijkaardige omstandigheden bevinden, van Italië, over Duitsland, Nederland, België en Frankrijk tot in Engeland. Wat zij gemeen hebben is dat zij in streken wonen waar de welvaart verdwenen is en met lede ogen gekeken wordt naar migranten die het schijnbaar veel makkelijker hebben dan zij. Het zijn flexwerkers, nachtwerkers en ook nogal eens vrijwilligers of werklozen. “Restjesmensen,” noemt Antonissen hen, “het voormalige proletariaat.” Ze zijn subtieler en slimmer dan we over het algemeen denken, ze hebben alleen de pech op het verkeerde moment op de verkeerde plaats te zijn.

Soms levert dit echt schrijnende verhalen op, zoals dat van Alessandra Verni waarmee Antonissen zijn boek opent. Haar achttienjarige dochter werd naar alle waarschijnlijkheid door een Nigeriaanse drugsdealer vermoord en in stukken gesneden. Toen een extreemrechtse jongen daarop het recht in eigen handen nam en zes zwarten neerschoot, werd een protestbetoging gehouden in Verni’s woonplaats Macerata. De burgemeester liep mee voorop, had de mond vol over extreem rechts en noemde Verni’s dochter geen enkele keer. Dat zij zich in de steek gelaten voelde is volgens Antonissen dan ook logisch. Onrecht is onrecht, van welke kant het ook komt, en je moet het altijd serieus nemen, ook al kan dit politiek incorrect zijn.

Veel analyse bevat De onfatsoenlijken niet, en dat is een beetje jammer. Om een echt goed boek te zijn had het meer in de diepte moeten gaan. Nu blijft het al te vaak steken in anekdotiek, al suggereert Antonissen wel veel. Een aantal geïnterviewden blijkt bijvoorbeeld een gemeenschappelijke vijand te hebben, Europa. Het Hasseltse truckerskoppel Benny en Brigitte heeft het over de overrompeling door Oost-Europese chauffeurs die amper kunnen manoeuvreren met hun mastodont maar voor een fractie van hun prijs rijden. En over Calais natuurlijk, waar je truck beschadigd wordt en je niet op vergoeding moet rekenen. De Geraardsbergse automonteur Marc heeft het dan weer over de verloedering in de Brusselse Audi-fabriek waar hij werkt omdat er niet langer Belgen werken, maar wel massa’s migranten die door Europa zijn binnengehaald.

Antonissen wijst die kritiek niet af, maar laat hem vergezeld gaan van een verhaal over Robert Schuman dat als een rode draad doorheen het boek loopt. Schuman lag aan de basis van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, een voorloper van de EU uit 1952. Het idee erachter was te voorkomen dat de economische grootmachten Frankrijk en Duitsland ooit nog concurrenten zouden kunnen worden, wat de druk van de politieke pan zou houden. En het werkte. De EEG volgde en dan de EU, maar heel wat burgers voelen zich in de steek gelaten door een sociale wetgeving die het mogelijk maakt dat mensen een maand moeten werken voor 800 euro bruto. Op zo’n moment is Wilders verleidelijk, “ook al is het een enge man,” zoals Pamela uit Enschede zegt.

Eerder verschenen in Trouw

Boeken van deze Auteur:

De onfatsoenlijken

De onfatsoenlijken. Een reis door populistisch Europa

De onfatsoenlijken. Een reis door populistisch Europa