"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De ontdekking van Urk

Dinsdag, 24 november, 2020

Geschreven door: Matthias Declercq
Artikel door: Evert van der Veen

Een indringende kennismaking

[Recensie] Wat heeft een Vlaamse journalist in Urk te zoeken? Helemaal niets eigenlijk maar Matthias Declerq werd in 2009 op pad gestuurd om op Urk een verhaal te schrijven omdat er een moord was gepleegd. Hij werkt voor De Morgen en schreef in 2017 de roman De val waarmee hij de tweede prijs won voor debuterend schrijver.

Urk was destijds voor hem een onbekende wereld die hem wel fascineerde, zelfs in die mate dat hij na tien jaar besloot om voor langere tijd terug te keren. De tijd die er overheen is gegaan, laat al zien dat Urk hem na zijn eerste kennismaking niet meer heeft losgelaten. Hij besloot vorig jaar om een tijdje op Urk te gaan wonen om zo de mensen écht te leren kennen en alle aspecten van het dorp van dichtbij mee te maken.

Kán dat? Een nieuwsgierige journalist, geen Nederlander en… geen gelovige. Dan wordt het toch wel spannend zou je denken. Zo voelt Matthias dat ook wel een beetje: “Van meet af ben ik een curiosum in dit Bijbeldorp”, pag 35. Al doet hij er alles in om met mensen in contact te komen en het is bewonderenswaardig dat hij werkelijk iedereen te spreken krijgt. Hij gaat op pad, met zijn vouwfietsje en weet werkelijk overal binnen te komen en mensen aan het praten te krijgen. Door zoveel mogelijk één van hen te worden, weet hij het vertrouwen van mensen te winnen en laat men hem in hun eigen omgeving toe.

Er komen dan ook mooie maar tevens aangrijpende en zelfs trieste verhalen los. Urk is gevarieerder dan wij denken, heeft onvermoede en ook zwarte kanten die je misschien niet had vermoed en niet achter deze mensen had gezocht.

Boekenkrant

Urk was eeuwen lang een eilandje in de Zuiderzee: “Het was al wat we hadden. Maar alles is veranderd” aldus de schipper die Matthias op Urk brengt. Bij aankomst vindt hij in zijn kamer op tafel een boekje Hoe kan ik God leren kennen? Dat beantwoordt precies aan het beeld dat wij van Urk hebben: archaïsch – vroom, een reservaat van stoere visser met stevige orthodoxe opvattingen. Dat beeld klopt grotendeels wel maar het heeft ook schaduwzijden zoals Matthias Declerq verderop in zijn boek laat zien.

In eerste instantie – en daar blijft hij ondanks alles ook bij – is het een bijzondere en vriendelijke wereld waar hij in terecht komt. Met gevoel voor details weet hij de sfeer te tekenen, mensen te typeren en gebeurtenissen te beschrijven. Een fraai voorbeeld daarvan is het gesprek met ds. Brons die een kerkhistorische verhandeling van enkele uren houdt. De sfeer in zijn studeerkamer en de rol van zijn koffie serverende vrouw wordt prachtig getekend.

Zo maakt de lezer het verblijf echt met hem mee en gaat het verhaal steeds meer intrigeren. De auteur weet historische gegevens mooi in zijn verhaal te verweven waardoor het boek onderhoudend en tegelijk informatief is. Het is niet slechts een sfeerbeeld maar een dieptepeiling van binnenuit waar hij veel moeite voor doet en die wordt overal beloond met open gesprekken.

In contacten met visser komen uiteraard de verhalen over de zee los: ongelukken die in de loop der jaren de nodige slachtoffers eisen. Het vissersmonument gedenkt hun namen en is voorzien van een poëtische tekst. “Religie en visserij zijn al eeuwenlang verstrengeld in dit dorp” dat meer dan 25 kerken telt. Matthias bezoekt alle kerken om zo de mensen en hun religie te leren kennen. Hij ervaart een “dorp doordesemd van geloof”. Dat zorgt ook voor tegenstellingen want de nuanceringen in religie zijn velerlei en voor een buitenstaander vaak moeilijk te begrijpen. Matthias voert gesprekken met mensen uit vele kerken, ook met hen die ‘anders’ zijn zoals een vrouw die minder orthodox denkt en daardoor in conflict raakte met haar vader en een man die homofiel is wiens moeder alleen maar zei ‘stop daarmee’ en de vrouw die het slachtoffer is van incest door haar vader maar geen gehoor vond. Er zijn ook andere stromingen zoals de evangelischen die een jonge vrouw dopen in het IJsselmeer.

Een Marokkaans gezin is hier komen wonen omdat de man als visser werkzaam is maar hun woning werd het mikpunt van gewelddadige vernielzucht. “Dit dorp is zo wit als slagroom,” verzucht Matthias Declerq en dat is één van die zeldzame momenten dat hij zich even laat gaan. Je voelt natuurlijk hier en daar zijn persoonlijke mening wel maar die weet hij toch goed te verbergen achter zijn verslag dat toch niet afstandelijk wordt maar betrokken overkomt.

Er is weinig ruimte om ánders te zijn en de neiging tot conformisme, puur uit zelfbehoud, is dan ook groot. Matthias laat zien dat de uiterlijke eenheid van ‘wij Urkers’ tegelijk ook veel onderliggende verdeeldheid maskeert. Het oorspronkelijke Urk bestaat nog slechts ten dele. Ook hier is ‘het dorp gemoderniseerd’ zoals Wim Sonneveld bezong in zijn liedje ‘Het dorp’.

Die ‘modernisering’ komt scherp naar voren in de vele illegale bars die zich op het industrieterrein bevinden. Drank en drugs vieren hier hoogtij. Het is een nogal ontluisterend beeld dat hier van het vrome Urk opduikt. Het boek sluit af met een hoofdstuk over de visserij waarin de laatste tientallen jaren grote veranderingen zijn opgetreden. Matthias gaat mee op zee en beschrijft de verandering kernachtig: “je werkt niet meer op zee, je werkt nu in de vis”, pag 277. De vissersvloot bevindt zich grotendeels elders aan de Noordzeekust, nu is het vooral de visverwerkende industrie die op Urk beeldbepalend is en voor veel werkgelegenheid zorgt. Dit hoofdstuk is zeer informatief: de omzet bedraagt maar liefst 1,5 miljard euro. Ook keerzijden als vangstquotum en visfraude komen ter sprake en zo heeft dit boek een actueel einde.

De indruk die dit boek achterlaat, beantwoordt enerzijds aan het tamelijk stereotiepe beeld dat we van Urk hebben maar met name het gedrag van jongeren in hun vrije tijd is vrij schokkend, al wordt dat door de Urkers zelf in mindere mate zo ervaren. Zij tolereren dit min of meer vanuit de gedachte dat het bij de jeugdjaren hoort en vanzelf overgaat wanneer jongeren trouwen en kinderen krijgen.

Een boeiend verhaal waar veel tijd aan is besteed!

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles