"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De oorgetuige

Vrijdag, 27 januari, 2023

Geschreven door: Elias Canetti
Artikel door: Chris Reinewald

Wat je leest ben jezelf

[Recensie] Voor zijn bundel karakterschetsen De oorgetuige inspireerde de (latere) Nobelprijswinnaar 1981 Elias Canetti (1905-1994) zich op vergelijkbare komische typeringen van de Griek Theophrastus, 400 voor Christus. Bijna vijftig jaar na Canetti’s publicatie zou een tweede Nederlandse heruitgave op zijn plaats zijn.

De naam Canetti zei mij niets toen ik midden jaren zeventig de intrigerende Oorgetuige uit de kast trok op de – uitstekende – boekenafdeling van V&D in Amstelveen. Vanaf het omslag staart een zorgelijk mannetje, de titelheld zo te zeggen, je aan. Zijn armpjes ondersteunen met moeite zijn gigantische flubber-oren. De mooie omslag, een tekening/aquarel van Joost Roelofsz vergrootte mijn nieuwsgierigheid.
Boekrecensies las ik destijds niet. De verplichte leeslijst op het lyceum had mijn leeslust gesmoord. Dat veranderde met dit boekje. Na die aankoop en de eerste leesronde (her)las ik het vaak weer. Canetti benoemt surrealistisch en absurdistisch allerlei mensentypes, die mij later op de kunstacademie inspireerden om ze als tronies te tekenen. Je ziet ze namelijk zó voor je.

Tranenwarmer en radtongige
De types blijven je namelijk bij. Wie kent niet de tranenwarmer? Iemand die dagelijks naar de bioscoop gaat [kan ook roddel-tv of een juice channel zijn] om prettige, warme tranen te vergieten over andermans sores.
Zelf beken ik een radtongige te zijn: “sprekend op schaatsen”. “Begint hij eenmaal te praten, dan maakt het ook niet meer uit wat hij zegt.” Bij Theophrastus (die ik later kocht in vertaling met – gedateerd geraakte – hedendaagse interpretatie van de psycholoog Johan Teunis Barendregt, 1977) heet de radtongige de wauwelaar: “[…] die vlak naast een onbekende gaat staan en dan een lofrede begint op zijn eigen vrouw; dan vertelt hij wat hij gedroomd heeft en daarna, gang voor gang, wat hij heeft gegeten.”

Leeddirecteur
Canetti’s leeddirecteur koestert – anders dan de tranenwarmer – zijn eigen leed. Rampen, faillissementen, enge ziektes… Maar klagen, ho maar. Hij aanvaardt, zwijgt, glimlacht. (Overigens ken ik meer leeddirectrices dan -directeuren).
En zie: daar ontmasker ik mijzelf ook als een papierzuiper… ”leest ieder boek, geeft niet wat voor, als het maar moeilijk is. De papierzuiper zoekt naar boeken die niemand kent, vindt ze en leest ze snel door om anderen met citaten eruit te overtreffen…”

Foodlog

Papierzuiper
De papierzuiper lijkt op professor Kien, in Canetti’s enige, wat stroeve roman Die Blendung (Het Martyrium) over een huiskamergeleerde die met zijn bibliotheek in vlammen opgaat. Het einde van de bibliotheek van Alexandrië op huisformaat.
Canetti’s filosofische studie over samenscholingen, massa’s en meutes met kwade bedoelingen, Massa en Macht blijft actueel: de bestorming van de parlementsgebouwen in Brasília, begin januari 2023. Maar ook het militaire bevel als een angel die je er alleen kunt uittrekken… als je het bevel uitvoert.

Met zijn driedelige autobiografie als Oostenrijks-Hongaars jongetje rond 1915 vertedert en overtreft Canetti naar mijn smaak Stefan Zweigs Die Welt von gestern. Als geboren Sefardische jood was Canetti behoorlijk multicultureel en reislustig. Hij beheerste het Spaanse Ladino, Bulgaars, Duits en Engels. (Zijn broer Jacques werd in Parijs trouwens een gevierd chanson-producer.)
Bij de vijftig personages in de Oorgetuige mis je de doodsafwijzer. Nadat zijn eigen jonge vader midden in een echtelijke ruzie stierf aan een hartaanval weigerde Canetti te accepteren dat ook hij zou sterven. Daarom bleef hij het zijn leven lang oneens met de dood.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur: