"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De prequel komt uit de wikkels

Vrijdag, 14 augustus, 2020

Geschreven door: Tosca Menten
Artikel door: Nico Voskamp

[recensie]

Uitermate succesvol is hij, de ‘Dummie de mummie’-reeks. Elf delen zijn er inmiddels en ze verkopen beter dan schepijs op een hete dag, sterker nog: drie ervan zijn verfilmd. Er is één probleem: de serie begint met nummer 1. Dat kan natuurlijk niet. Hoe weten we bijvoorbeeld waarom de jonge prins Darwishi opeens koning moest worden? En vond hij dat wel leuk, of zou hij liever gaan zwemmen in de Nijl? Raadsels voor alle lezertjes van de reeks.

Die kunnen vanaf nu weer rustig gaan slapen. Tosca Menten heeft het 0-deel van Dummie geschreven. In vaktermen heet die de ‘prequel’, als in de voorloper van de ‘sequel’, de serie. In zo’n ‘prequel’ legt de schrijver uit wat er gebeurd is vóór al die andere delen en maakt zo het profiel van de hoofdpersoon completer.

Het is wel lastig om pas later dat eerste deel te schrijven, als er al veel andere delen uitgekomen zijn. De schrijver moet verzinnen hoe het leven van de hoofdpersoon eruit ziet vóórdat hij al die andere avonturen beleeft, en dat moet kloppen. Ook in alle andere delen.

Boekenkrant

Bij dit deel 0 heeft de schrijfster haar huiswerk goed gedaan. Darwishi is de zoon van de koning en heeft daarom een luizenleventje. Hij kan zwemmen in de Nijl en spelen met Noezi, zijn beste vriend, en dat doet hij dan ook volop. Alleen: zijn opa gaat dood, en Darwishi’s vader volgt hem op. Darwishi moet allerlei (meestal saaie) dingen gaan leren omdat hij ooit, later zelf koning wordt. Dat is niet zijn favoriete hobby. Dus verzint hij samen met Noezi een plan om dat leren zo lang mogelijk uit te stellen. Maar natuurlijk loopt het heel anders, erg fout ook.

Het verhaal zit uitstekend in elkaar. De schrijfster schildert met woorden prachtige beelden van de nederzetting Mennoefre, waar de jongens Darwishi en Noezi op een ezel afdalen naar de oevers van de Nijl. Dat is al meteen de intro tot het grootste probleem: de Nijl dreigt droog te vallen:

“De rivier was smal en de akkers lagen er verdord bij. De laatste overstroming was alweer een jaar geleden en het graan was allang van de velden. Het land scheurde van de droogte en iedereen wachtte tot de goden het water lieten terugkeren.

‘De Nijl is veel smaller dan vorig jaar,’ zei Noezi. ‘Straks komt het water nooit meer terug. Dan kunnen we ook nooit meer wemmen. Gaan we dan verhuizen?’

‘Ik niet. ik blijf altijd in het paleis wonen,’ zei Darwishi. ‘Het water komt heus wel. De priesters offeren iedere dag.’”

Meer problemen volgen al snel. Bij het zwemmen in de Nijl komt Darwishi wel erg dichtbij een nijlpaard, en iedereen weet: die dieren zijn gevaarlijk. Later gaan de jongens nog gevaarlijkere dingen doen, zoals goud halen in de mijnen. Bijna in elk hoofdstuk laat Menten de jongen obstakels – eigenlijk zichzelf – overwinnen, en ze worden er steeds sterker van. Dat is handig voor de jonge Darwishi, want hij groeit zover dat hij best koning zou kunnen worden.

Goede inhoud, in een verhaal dat zo goed doorloopt dat geen lezer zich een seconde verveelt. Complimenten voor Tosca Menten die deze hele reeks heeft opgezet en heel veel lezers tevreden houdt. Lezers die ongetwijfeld niet kunnen wachten om aan dit nuldeel te beginnen.

Ook verschenen op Nico’s recensies