"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Pruimelaarstraat

Vrijdag, 20 april, 2007

Geschreven door: Louis van Dievel
Artikel door: Pieter Wybenga

Een volksvertelling

‘‘En ik weet niet hoe ze dat geflikt heeft, maar madame zat daar op de eerste rij. Nog straffer! Ze zat op de plaatsen die waren voorbehouden voor de families van de slachtoffers! Victor en ik, wij waren beschaamd in haar plaats.’
De winkel staat vol. Hoe de andere dames dat geroken hebben, ik weet het niet, maar Yvonne van Victorke de Wachter stond nog geen twee minuten binnen, of ze waren daar ook. De winkeldeur stond geen moment stil. […] En allemaal hadden ze hun meest onschuldige gezicht opgezet.’

De hele volksbuurt stroomt samen om de laatste dorpsnieuwtjes, ietwat aangedikt, van mond tot mond te laten gaan. De intellectuele elite kan zich er slechts een voorstelling van maken, waarschijnlijk met afkeurende ondertoon. Iets om je verre van te houden, de Privé in de volkse praktijk. En in dit geval was er zeker wat te bespreken. Een jongen uit de eigen straat was gebleken een lustmoordenaar te zijn, in de kraag gevat en voor het gerecht gesleept. De buurt op zijn kop.

Staf van Eyken, geboren en getogen in de Pruimelaarstraat nummer 11 te Bonheiden, vermoordde en verkrachtte begin jaren ´70 drie vrouwen in de omgeving van Mechelen. Het leverde hem de bijnaam ´De vampier van Muizen´ en een levenslange gevangenisstraf op. Dit waargebeurde verhaal heeft Louis van Dievel, die zelf op een steenworp afstand van Staf´s huis opgroeide, als kapstok gebruikt om een kleurrijke vertelling te schrijven over het reilen en zeilen van een Vlaamse volksbuurt, gevuld met eenvoudige mensen, van komaf en niet zelden ook van intellect. ´Mensen met een hoek eraf zoals wij dat in Vlaanderen noemen´, aldus Van Dievel zelf (NRC 29/03/07).

Waar Van Dievel in België zeker bekendheid geniet – en niet alleen positief: nabestaanden van Staf’s slachtoffers betichtten Van Dievel van lijkenpikkerij – is hij in Nederland aan de aandacht ontsnapt. Tot voor kort dan. Inmiddels prijkt De Pruimelaarstraat op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs. Of dat terecht is mag de lezer uitmaken. Feit is dat Van Dievel er bijzonder wel in geslaagd is om een geloofwaardige, sympathieke schets af te leveren over het leven van een twintigtal fictieve figuren en hun reacties op het gruwelijke dat er in hun nabije omgeving plaatsvond.

Kookboeken Nieuws

Maar het draait in De Pruimelaarstraat niet om Staf van Eyken. Zijn verhaal is eigenlijk slechts een haakje van de kapstok, waaraan het verhaal wordt opgehangen. En dat is het grote pluspunt van het boek, het verlegt de focus naar de levens van de buurtbewoners, die allemaal hun eigenaardigheden blijken te hebben. De verhoudingen in de buurt beginnen te schiften na het lugubere nieuws. De goeie Fons blijkt bij Staf’s stiefvader Pierre Jacobs op zondagmiddag porno te kijken. De eerste verhangt zich uit schaamte, maar zonder het beoogd succes, de tweede combineert veel drank en autorijden met alle gevolgen van dien. Kapelaan Peters ziet alles met lede ogen aan, stotterende René zoekt zijn heil in het duivenmelken, totdat hij iets vreselijks van zijn vrouw Gaby te weten komt. Francine raakt de weg kwijt en Simone valt voor de buurman. En de arme Dokter Van Camp maakt overuren. Een selecte greep uit een bont gezelschap.

Op intieme wijze neemt Van Dievel ons aan de hand mee door zijn geboorteplaats. En hoewel veel van de bewoners als dronkaards, hoerenlopers, roddelaars en overspeligen zijn te beschouwen kweekt zijn verhaal sympathie voor deze eenvoudige, eerlijke mensen. De lezer aanschouwt hun verhaal niet zozeer uit de hoogte, met een wat denigrerende compassie, maar bevindt zich tussen die mensen. Dit bewerkstelligt Van Dievel door ze ieder apart hun verhaal te laten doen. Alle personages krijgen door het hele boek heen een aantal hoofdstukken om vanuit hun perspectief de gebeurtenissen te becommentariëren. En af en toe wordt deze fictie aangevuld met de feiten: krantenberichten over de gebeurtenissen van weleer. In een vermakelijk plat Vlaams dialect rijgen de verschillende observaties en de berichten uit de gazetten zo een verhaal aaneen, uitmondend in een stil makend einde.

Nu is het lastig om een twintigtal karakters in één roman allemaal uit te diepen. Van Dievel heeft –hoewel elke buurtbewoner middels zijn persoonlijke eigenaardigheden onderscheidend is – dan ook niet kunnen voorkomen dat er enige afstand blijft bestaan tot die individuele personages. Maar hij heeft het wel voor elkaar gespeeld om een volksaard uit te diepen, om te spitten en mooi ontleed aan de lezer te presenteren, zodat deze als anonieme kijker zich tussen die mensen, in de Pruimelaarstraat kan begeven. En dat is toch veel leuker dan de Privé?


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: