"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De reis van het dromenkind

Zaterdag, 18 januari, 2020

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Nico Voskamp

Zachte tekeningen omlijsten een goed verhaal          

[Recensie] Aan een prentenboek is al snel te zien of het inderdaad een symbiose van tekst en tekeningen is, zoals de bedoeling zou moeten zijn. Bij dit verhaal is dat top. Wel zijn de tekeningen iets sterker dan de tekst, omdat ze hoe zeg je dat, zo beeldend zijn. Daardoor dragen ze de fijn beknopte tekst, zoals dat dan weer hoort in een prentenboek.

Illustraties dus. Richard Jones maakte ze en het verdient de moeite voor de geluksvogels die dit boek in handen krijgen, om ze gedetailleerd te bekijken. De bomen zijn stijlvol stakerig, met her en der uitstekende takken vol strakke bladeren die uitgeknipt en opgeplakt lijken. Dat samen met de kleurencombinatie van de stam en de takken die loopt van donkerbruin naar lichtgroen, rood en kopergeel, geven de bomen een weemoedige sfeer.

Er is meer natuur, veel meer. Elke pagina staat vol bloemen, dennenbomen, grasvelden, en nog meer bomen. Diezelfde bofkonten die nu in het boek bladeren, kunnen op zoek gaan naar in het landschap verstopte eekhoorntjes, vogelnestjes, een vos, en zalmen. Genoeg te ontdekken voor nieuwsgierige kinderoogjes.

Schrijven Magazine

Tussen het groen door loopt iemand: een meisje. Ook in kalme aardekleuren, goed passend in het struweel. 

“Hoog boven het dal,
voorbij het bos,
woonde een jong meisje
met lavendelblauwe
ogen en glanzend
kastanjebruin haar.”

Dat naamloos blijvende meisje woont samen met haar moeder in het bos, tot beider tevredenheid. Ze leefden nog lang en gelukkig – of nee, dit is geen sprookje. Hier rollen problemen het paradijs binnen.

“De hele zomer was het
meisje buiten. Ze klom in de
bomen en zwom in de rivier.
Ze kende de dieren en de
vogels en zag hoe ze geboren
werden, hoe ze leefden en
wanneer ze stierven.
En ze zag dat ieder dier een
moeder en een vader had.”

In die laatste zin zit de drijfveer die deze queeste voortstuwt. Het meisje realiseert zich dat ze alleen een moeder heeft. Hoe kan dat?

In vierkantjes gezette korte zinnen begeleiden daarna haar tocht door het bos. Prima zinnen, die niet meer en niet minder informatie geven dan noodzakelijk. Net genoeg om kinderen die de zinnen lezen, aan het denken te zetten. Om daarna de moeite te nemen met het meisje mee te gaan op ontdekking, die weer wordt bekroond met een mooie universele boodschap.

-/-

Ook verschenen op Nico’s recensies