"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Ring van Ardek

Zaterdag, 11 september, 2021

Geschreven door: Tais Teng
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Wat onevenwichtige bundel bevat enkele griezelpareltjes

[Recensie] Ik ben fan van de verhalen van Tais Teng en meen dat hij een van de belangrijkste SF- en fantasyschrijvers is in het Nederlandse taalgebied, met een opvallende diversiteit aan werelden en plots in zijn verhalen en een schier onuitputtelijke bron van ideeën – lees de Ziltpunkbundel of de Hans D’Ancy-verhalen en je wordt van je sokken geblazen. Hij is ook bekend als schrijver van griezelverhalen – met name voor de jeugd, als lid van het Griezelgenootschap. Een deel van de verhalen die hij in die hoedanigheid schreef zijn gebundeld in zijn nieuwste werk: De ring van Ardek en andere griezelverhalen. Daarbij zijn ook enkele langere verhalen opgenomen die hij duidelijk voor een volwassen publiek heeft geschreven. Het is om die reden dat ik dit boek maar net aan vier sterren kon geven (7,5 moet naar boven worden afgerond) want het leidt ertoe dat de bundel op twee gedachten hinkt. De verhalen die oorspronkelijk voor een jong publiek bedoeld waren lezen nog steeds als jeugdverhalen. Ze bevatten wel leuke wendingen, maar wekken niet een werkelijk gevoel van angst of onrust op (‘dread’ zoals ze dat in het Engels zeggen). Ze zeggen ook niet veel over de menselijke natuur (behalve dat het willen bezitten van magische voorwerpen geen goed idee is, behalve als je een tante uit Indonesië in de buurt hebt). De verhalen zijn eerder vermakelijk dan werkelijke horror. Wat wel leuk is, is dat ze putten uit diverse culturen en achtergronden. Van Inuit tot Vikingen en ga zo maar verder. Daarbij lijkt Teng die culturen wel te respecteren, al worden oudere mensen uit andere tradities wel snel als magisch begaafd neergezet (de ‘magic negro’-trope). Voor moderne lezers kan dat aanstoot geven.

Verder zijn er veel verhalen die samen een ‘reisgids voor magisch Nederland’ vormen. Maar de meeste verhalen zijn eigenlijk een soort encyclopedie-lemma, gevolgd door een narratief fragment. De nadruk op ‘show’ in plaats van ’tell’ hier maakte ze voor mij wat saai, al is de fantasie van Teng zoals altijd onbegrensd. Ze zouden enger zijn geweest als ze wat realistischer waren overgekomen, als ik er als lezer meer/bijna in had kunnen geloven. Nu wekten de meeste van deze fragmenten bij mij een flauwe glimlach op, maar niet meer. De beste verhalen staan achterin, maar dit zijn dan weer helemaal geen kinderverhalen. Dus wie deze bundel aan kinderen toe wil vertrouwen vanwege de eerdere verhalen, doet er goed aan zelf even naar het einde te bladeren. Mynheer Reynaerde en de gestolen staarten is een geweldige vertelling waarbij de vos Reynaerde in San Francisco terechtkomt, te maken krijgt met Japanse vossengeesten en de schrijver Mark Twain. Een geweldige combinatie met vossenstreken, magie en een kwaadaardige tovenaar. Ik was tot het einde geboeid door dit verhaal, dat de auteur schreef met vaste schrijfpartner Jaap Boekestein. Ook de laatste twee verhalen (hommages aan weird fiction auteur Clark Ashton Smith) waren geweldig: zich afspelend in een ‘stervende aarde’-scenario met goden die weer tot leven zijn gekomen, necromancers en slavenhalers waren ze fantasievol en spannend. Ik kon ze allebei niet voorspellen en ze hadden goede, onverwachte conclusies. Hier was de sfeer wel vervreemdend en onrustwekkend, anders dan in de eerste verhalen en ik werd geheel in de wereld van Zothique getrokken (ook al kende ik de verhalen van Clark Ashton Smith zelf niet – je kunt deze verhalen prima lezen zonder voorkennis van deze verhalen).

Eerder in de bundel staan trouwens ook een paar goede verhalen, begrijp me niet verkeerd! Ik vond Het beloofde eiland een geweldig verhaal! Een Japanse christen probeert de vervolging door de Shogun te ontvluchten naar het Nederlandse eiland Deshima. Hij krijgt daarbij hulp van een engel… De sfeer zit er goed in, de pogingen van hoofdpersoon Sun om aan zijn lot te ontsnappen zijn meeslepend en het einde is goed grimmig. Het lezen meer dan waard. Ook erg goed is Het paleis van wier en schedels dat gaat over een Vikingdorpje waar het economisch niet voor de wind gaat en dus een offer moet worden gebracht aan de zeegoed Aegir. Hoofdpersonen Jorn en Liss zijn sympathiek weergegeven en ik was geboeid door de ontwikkelingen en de levendige beschrijvingen. Ook laat de schrijver de lezer goed twijfelen over wat er nou werkelijk aan de hand is. Een mooi lang verhaal met een mooi einde. Verder vond ik De geur van bloed en eeuwenoude rum ook spannend. Een jongen vindt in een juttersmuseum een piratenfles en droomt van een scheepje dat daarin vaart onder een hemel van groen glas. Een vervloekte kapitein en wakker worden met rode striemen op je pols… De beschrijvingen zijn hier goed ‘creepy’. Zeker een aanrader. Als alle verhalen in de bundel dit niveau hadden gehad was De ring van Ardek zeker vijf sterren waard geweest. Nu blijft het bij een nipte vier (ook omdat er wel wat redactiefoutjes in zaten). Maar zoek je naar pareltjes van deze topauteur uit het Nederlandse fantasygenre dan is het een aanrader. Voor mij maakten de paar geweldige verhalen in deze bundel het lezen van de rest de moeite waard.

Foodlog

Eerder verschenen op Hebban