"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De roaring fifties

Woensdag, 16 februari, 2022

Geschreven door: Ad van Liempt
Artikel door: Evert van der Veen

De moed om tegen de stroom in te roeien

[Recensies] Elke tijd krijgt achteraf een bepaald imago: de dertiger jaren worden getypeerd door de economische crisis, de veertiger jaren door de Tweede Wereldoorlog, de zestiger jaren door studentenprotesten en maatschappij kritiek. De vijftiger jaren hebben bij ons een wat bleek, kleinburgerlijk imago: “een stabiel, traditioneel, streng verzuild en sterk verkerkelijkt land” volgens historicus Hans Rigthart.

Dat beeld is ten dele waar maar niet helemaal terecht wil Ad van Liempt in dit boek De roaring fifties duidelijk maken. Hij presenteert hier elf personen die op uiteenlopende terreinen iets voor de samenleving hebben betekend. Sommigen zijn nu nog bekend, anderen zijn min of meer vergeten maar hebben destijds toch een belangrijke bijdrage aan ons land geleverd. Van alle personen wordt uitvoerig de levensloop getekend en die is bij menigeen niet gemakkelijk, zelfs bewogen te noemen en bij anderen wat eigenzinnig.

De eerste persoon is Johan van Veen, een waterbouwkundige die waarschuwde voor de zwakke staat waarin Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden verkeerden. Hij zei in een interview in de Elsevier in september 1952: “Een nieuwe Elisabethvloed is zomaar mogelijk. Onze dijken tellen zoveel kwetsbare en gevaarlijke plaatsen dat een zeer zware stormvloed er grote bressen in zal slaan. Ze willen niet naar mij luisteren, beschouwen mij als een Cassandra, als een sombere waarzegger die de verdrinkingsdood van duizenden mensen aankondigt. Maar het kán gebeuren. Morgen zelfs”.

Het wrange is dat hij enkele dagen voor de watersnoodramp van 1 februari 1953 een plan presenteerde om zeegaten af te sluiten, dit voorstel is in het Deltaplan ook gevolgd.

Dans Magazine

De tweede persoon is Pia Beck, jazzpianiste en zangeres, die destijds veel aandacht kreeg in de media. Ze was lesbisch maar dit bleef onbenoemd want daar was Nederland in die tijd nog lang niet aan toe. Haar leven en carrière verliepen niet altijd even gemakkelijk.

Ab Hein was de bedenker van de supermarkt, “misschien wel de grootste doorbraak in de jaren vijftig” (p. 66). Hij was een succesvol zakenman die in korte tijd deze formule over het land wist uit te rollen en deze supermarkt maakte een einde aan de economische verzuiling: de gewoonte dat een protestant en een katholiek bij mensen van hun eigen zuil inkopen deden.

Typerend voor de tijd waarin hij opgroeide is het feit dat hij als stagiaire zakken voor onder andere suiker moest leren vouwen. Hij bedacht het blad AllerHande. Het gevolg hiervan was wel dat het aantal kruideniers in veertig jaar tijd van ruim 24.000 afnam naar 3700.

Wat minder interessant vind ik de verhalen over Mieke Bouman, die de rol van verdediger op zich nam in een proces tegen twee Nederlanders in Indonesië, en Egidius Joosten, een Limburgse zakenman die zich inzet voor betaald voetbal.

Belangrijk(er) dan deze personen is Jo Cals voor ons land die als minister van onderwijs de zogenaamde mammoet wet voor het onderwijs voor elkaar kreeg. In deze wet wordt een betere aansluiting tussen de diverse onderwijsvormen gerealiseerd zodat leerlingen beter kunnen doorstromen. Het was een lang en moeizaam proces alvorens het parlement de wet aannam en het duurde tot 1968 voordat de wet inging.

Zeer karakteristiek voor de jaren 50 is Annie M.G. Schmidt die de tekst schreef voor de Familie Doorsnee, destijds een zeer geliefd radioprogramma. Zij had hierbij regelmatig te maken met censuur omdat lichte krachttermen toen niet door de beugel konden. Haar kinderversjes werden enorm gewaardeerd. Later schreef ze teksten voor de programma’s Ja zuster, nee zuster en Pension Hommeles. Ze kreeg meerdere prijzen voor haar oeuvre.

Carel Enkelaar was de eerste hoofdredacteur van het NTS journaal en het is interessant om te lezen hoe men hier destijds te werk ging. Aardig en typerend voor de beperkte techniek van de jaren 50 is de melding in 1957: “wegens mist geen buitenlands nieuws”. Het kostte nogal wat moeite om het journaal een onafhankelijke positie te geven want de omroepen hielden lang een stevige vinger in de pap.

Boeiend is het portret van Marga Klompé, de eerste vrouwelijke minister die in 1963 de algemene bijstandswet door het parlement kreeg na een lang proces. Zij had een zeer gedreven stijl en werd door haar partijgenoot Joseph Luns “onze lieve vrouwe van eeuwigdurende bijstand” genoemd.

Mary Noordmans was voorzitter van de NVSH (Nederlandse Vereniging Sexuele Hervorming) en pleitte voor waardering voor het kind, wat toen nogal vernieuwend was omdat de opvoeding sterk vanuit de ouders werd belicht. Zij hield zich bezig met woninginrichting en voerde een gesprek met bisschop Bekkers over geboortebeperking.

Remco Campert behoorde tot de groep van vijftigers die de poëzie vernieuwde. Hij hield hij er een nogal losse levensstijl op na, zijn gedichten werden aanvankelijk als controversieel beschouwd maar later groeide de waardering.

Deze elf personen hebben een belangrijke invloed op hun eigen terrein uitgeoefend. Het is een keuze waarin ook andere mogelijkheden waren geweest, een wetenschapper, een journalist of een predikant bijvoorbeeld. Toch zijn deze elf geportretteerde personen “exemplarisch voor een intense gedrevenheid” (p. 286). De jaren vijftig zijn bij nadere beschouwing toch minder eentonig en burgerlijk dan men denkt.

Ad van Liempt is journalist en mede-auteur van het programma Andere Tijden. Hij promoveerde enkele jaren geleden op de biografie over Gemmeker en kreeg een eredoctoraat van de UvA.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles