"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De schilders van Domburg

Donderdag, 24 mei, 2018

Geschreven door: Francisca van Vloten
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Het duizelingwekkende licht

[Recensie] De naam van de Zeeuwse badplaats Domburg is onlosmakelijk verbonden met twee grote Nederlandse kunstenaars: Jan Toorop en Piet Mondriaan. Voor beide schilders was hun verblijf in de Zeeuwse badplaats een belangrijk fase in hun carrière. Mondriaan experimenteerde er voor het eerst met het kubisme. Voor velen zijn zijn semi-abstracte werken uit deze periode het mooist. De experimenten met felle kleuren of vervormde objecten (De rode molen – 1911, Bloeiende appelboom – 1912, Avond/De rode boom – 1908-10) zijn schitterend. Toorop liet zich in Domburg inspireren door het luminisme en pointillisme en schilderde pittoreske strandgezichten, de duinen, de landerijen en vaak ook de plaatselijke bevolking, in traditionele klederdracht dat wel, maar vastgelegd in een experimentele schilderstijl. Ook voor Toorop geldt dat de Zeeuwse werken behoren tot de mooiste uit zijn oeuvre. Toen Toorop zich tot het katholicisme bekeerde werden zijn werken killer en stijver. Hij koos definitief voor het symbolisme. Ook Mondriaan bekende zich voor de kilte door zich helemaal te richten op abstracte kunst.

Het was vooral de verdienste van Toorop dat Domburg rond 1910 uitgroeide tot een echte kunstenaarskolonie. Domburg was door de Nederlandse arts van Duitse komaf Johan Georg Mezger populair gemaakt. Mezger was een beroemde fysiotherapeut ‘avant la lettre’ die in de tweede helft van de 19de eeuw beweerde dat het Zeeuwse klimaat met het bijzondere licht, de lucht en het zeewater sterke geneeskundige krachten heeft. Hij liet in Domburg een huis bouwen en ontving daar patiënten met als gevolg dat de hele bon monde naar het Zeeuwse dorp trok. Rijke industriëlen, politici, maar ook de adel; prinsen, prinsessen, graven, hertogen, uit binnen- en buitenland. De hoge heren en dames moesten natuurlijk goed onderdak hebben en de mooiste gebouwen verrezen aan de Zeeuwse kust. Domburg groeide uit tot een van de chicste badplaatsen van de Noordzee en nog steeds teert het dorp op de roem van weleer.

Ook Toorop ontdekte Domburg. Naast zijn kunstenaarschap was hij ook een perfecte organisator en initiator. Hij schreef veel mensen aan dat ze naar Domburg moesten komen wat ook gebeurde. “Je wordt bedwelmd”, schreef Toorop in een van zijn vele brieven aan collega’s. “De rust is hier onzegbaar. Je innerlijk houdt je zoo bezig en buiten strijdt de zon met al de herfst koeleuren […].” Kunsthistoricus en conservator van het Domburgse Marie Tak van Poortvliet Museum, Francisca van Vloten omschrijft het zo. “[…] Domburg op het voormalige eiland Walcheren wordt ten dele omringd door het zeewater dat een belangrijke rol speelt bij de reflectie van het zonlicht, zoals een relatief hoog zoutgehalte van de lucht het licht bijna transparant kan maken en de schittering ervan over vlak, open land duizelingwekkend is.” In haar nieuwste boek De schilders van Domburg laat ze alle kunstenaars van toen de revue passeren met Domburg in de hoofdrol. In zes hoofdstukken heeft ze ruim tweehonderd werken verzameld. Stijlen en kunstenaars staan kriskras door elkaar en hierdoor krijgt de lezer een mooi overzicht van de Nederlandse kunst anno de jaren 10 van de vorige eeuw. Het waren tijden van het grote experiment; luministen, postimpressionisten, de eerste expressionisten trokken de duinen in, het strand op of het mooie bos van Domburg de Manteling, in met zijn woeste en grillige, door de wind misvormde bomen. Er waren ook behoorlijk wat traditionele naturalistische schilders die Domburg vereeuwigde. Wie Domburg en zijn omgeving kent herkent in al die schilderijen zonder moeite de duinen, de huizen, het kerkje en de bossen van het badplaatsje.

Francisca van Vloten heeft het verhaal over Domburg al tientallen keren vertelt, in artikelen, in boeken over Mondriaan, over Toorop, over minder bekende kunstenaars als de Hongaarse Maurice Goth, over de van de Eerste Wereldoorlog weggevluchte Vlaamse schilders zoals Emmanuel Viérin en Jozef Posenaer, over de grote groep vrouwelijke kunstenaars die onderdeel maakt van de groep rond Toorop, zoals Jacoba van Heemskerk, Mies Elout-Drabbe en natuurlijk over de kunstverzamelaar en mecenas Marie Tak van Poortvliet naar wie het museum in Domburg is genoemd. Dat Van Vloten het verhaal al zo vaak verteld heeft merk je aan de teksten in het boek, die zijn wat vlak en afgeraffeld. De teksten hadden wat meer over de kunst zelf mogen gaan, nu is het vaak te biografisch en te veel over Domburg. Als kunsthistorisch werk is De schilders van Domburg daarom minder geslaagd. Maar voor iedereen die verliefd is op Domburg is de verzameling van al deze kunstwerken in een mooi handzaam gebundeld boek prachtig.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Leven voor de kunst is alles / Leben für die Kunst ist alles

De schilders van Domburg