"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De spiegel van het Westen

Zaterdag, 19 september, 2015

Geschreven door: Jean-Louis Vullierme
Artikel door: Marnix Verplancke

Hitler was gek, noch origineel

De nazi-ideologie was het rationele kind van haar tijd, een uiting van westerse waarden – onze waarden dus, waarschuwt de Franse politieke filosoof Jean-Louis Vullierme.

Het is een stelling die heel wat mensen tegen de borst zou kunnen stuiten: het nazisme was geen uitbarsting van collectieve waanzin en daardoor een unieke, onbegrijpelijke ideologie, maar wel een volstrekt rationeel te doorgronden politiek systeem. Dat sommige overlevenden van de Shoah en hun familieleden dit onrespectvol of ontluisterend zou kunnen vinden, pareert de Franse politieke filosoof Jean-Louis Vullierme dan ook meteen. ‘Wanneer je op de begrafenis bent van iemand die aan een vreselijke ziekte is gestorven, ben je daar niet om die ziekte, maar wel om die persoon en zijn lijden te herdenken,’ zegt hij, ‘Maar dat mag je er niet van weerhouden nadien onderzoek te doen naar die ziekte, zodat je misschien een geneesmiddel vindt. Dit is dus geen kwestie van respect. Het nazisme niet onderzoeken zou schuldig verzuim zijn.’

In De spiegel van het Westen toont Vullierme aan dat het nazisme de mosterd bij populaire ideeën uit het interbellum haalde. Zo legt hij onder meer de nationalistische, kolonialistische, messianistische, wetenschappelijk positivistische en antisemitische wortels bloot van de Duitse cultuur, maar ook die van de Amerikaanse, Britse en Franse. De eugenetica die het volk van degeneratie diende te vrijwaren werd in de V.S. in de praktijk gebracht, ook na de oorlog. Tussen 1907 en 1963 werden 64.000 gedwongen sterilisaties uitgevoerd bij “krankzinnigen, idioten, imbecielen en epileptici”. De manier waarop de Britten Azië, maar ook Ierland koloniseerden, aanzag Hitler als een blauwdruk voor zijn Lebensraumproject. En dat het nationalisme een algemeen westers gegeven is zegt volgens Vullierme ook al genoeg. Nee, het nazisme was geen uitzonderlijk regime. Het bracht gewoon in de praktijk wat ook in andere landen bon ton was. Het enige verschil was dat het dit ongekend brutaal deed.

‘De nazi’s waren echt geen stel irrationele gekken,’ beklemtoont Vullierme zijn stelling nog eens, ‘Het nazisme was een perfect rationele ideologie die berustte op de nieuwste wetenschappelijke inzichten van die tijd. Hitler was een positivist, een aanhanger van August Comte. Een mens zit niet anders in elkaar dan de rest van het heelal, zei hij. Wil je weten wat hem drijft, dan moet je de fundamentele wet achter de geschiedenis ontdekken, en die hoeft niet ingewikkelder te zijn dan Newtons zwaartekrachtwet. Voor hem was die fundamentele wet die van de rassenstrijd. Op ons kan het volstrekt irrationeel lijken, maar dat was het niet voor mensen die in de jaren 1920 leefden. Velen geloofde toen werkelijk dat de geschiedenis aangedreven werd door de strijd tussen de rassen. Dat was toen het uitgangspunt van de sociale wetenschappen, en niet alleen in Duitsland, maar in heel het westen.’

Boekenkrant

U heeft ieder geschrift van Hitler bestudeerd en u bent tot de conclusie gekomen dat hij een atheïst was die zich helemaal niet aangesproken voelde door het oude anti-judaïsme. Waar kwam zijn jodenhaat dan vandaan?
Vullierme: ‘Het anti-judaïsme dat zei dat de joden verderfelijk waren omdat ze Jezus hadden gekruisigd liet Hitler volkomen koud. Hij vond het gewoon onzin, net als alle religie. Hitler was dus geen traditionele antisemiet. We weten bijvoorbeeld dat hij dol was op zijn moeder. Op het einde van haar leven werd zij verzorgd door een joodse dokter. Geen slecht woord heeft hij ooit over die man gezegd. In Mein Kampf beschrijft hij hoe hij pas later antisemiet is geworden, als resultaat van een theoretisch denkproces. Hitler zag het Germaanse ras bedreigd door het Joodse, en wel op twee vlakken. Ten eerste merkte hij hoe in het machtige Amerika de wereld van de financiën praktisch volledig in handen was van de Joden. Dat had hij van Henri Ford geleerd, de man achter het autoconcern, een van de grote Amerikaanse antisemieten, en voor de oorlog een goede vriend van Hitler. In Duitsland, toen de belangrijkste Europese natie zag hij hetzelfde. Het tweede wat hij opmerkte, was dat Rusland ten onder was gegaan in een revolutie die voor hem niet meer was dan een Joods complot. Hetzelfde dreigde in Oost-Europa en in Duitsland te gebeuren. Wou hij daar iets aan doen, dan moest hij snel zijn, en radicaal, want zachte heelmeesters maken stinkende wonden. De Joden waren bacteriën die uitgeroeid dienden te worden, tot het laatste exemplaar. Anders zou de ziekte weer opflakkeren. Hitler besefte ook dat niet iedereen sterk genoeg zou zijn om deze harde, maar noodzakelijk taak uit te voeren of zelfs maar te begrijpen. Daarom hield hij de theorie voor zichzelf en zijn getrouwen en probeerde hij haar niet uit te leggen aan het veel te emotionele volk. Daarom bleven de details van de uitroeiing verborgen. Wij nodigen de familie van de patiënt toch ook niet uit in het operatiekwartier? De taak van de nazi’s was dus niet te onderschatten, aldus Hitlers, want deze uitroeiing uitvoeren was nog veel moeilijker dan haar ondergaan.’

Wanneer we naar de oorlog kijken, zien we een groot verschil tussen de West-Europese en de Oost-Europese oorlog. Heeft dat ook met Hitlers rassentheorie te maken?
Vullierme: ‘Natuurlijk. In het westen wou Hitler op zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk territorium veroveren en de bevolking daarna inlijven in het Reich. Dat waren immers allemaal Germanen. Tijdens de bezetting werden door de Duitsers alleen Joden en verzetslui rechtstreeks geviseerd. In Oost-Europa zagen we iets heel anders. Zoals de Britten hun kolonies hadden in Afrika en Azië, wou Hitler daar zijn eigen kolonies stichten. “Wat India is voor de Britten, zal Rusland zijn voor de Duitsers,” schreef hij. En net zoals de Amerikanen het westen niet hadden kunnen veroveren zonder de roodhuiden af te slachten, zouden er ook in het oosten veel slachtoffers vallen. Niet alleen moesten alle Joden eraan geloven, ook een groot deel van de plaatselijke bevolking moest baan ruimen voor de Duitsers. In Oekraïne vielen vijf miljoen burgerslachtoffers. In het westen vocht Hitler dus een klassieke oorlog uit, terwijl hij in het oosten een “Amerikaanse oorlog” uitvocht, zoals hij het noemde.’

Hoe belangrijk was Amerika voor Hitler?
Vullierme: ‘Hij bewonderde niet alleen het kolonialisme van Jefferson die aanzette tot het veroveren van het westen, maar hij wou Duitsland ook vol Amerikaanse architectuur zetten. Volgens hem was ieder visionair politicus ook een architect. En die architect gaf niet alleen de wereld vorm, maar ook de mens. Hitler was helemaal verkocht voor de eugenetica die toen heel populair was in Amerika. Eugenetica werd gezien als de wetenschap die veel lijden zou voorkomen. Er waren niet alleen eugenetische genootschappen in Amerika, maar ook in Frankrijk, Groot-Brittannië, Zweden, Duitsland en alle andere vooruitstrevende landen. Ook na de oorlog leefde de eugenetica trouwens voort. De laatste eugenetische wet ter wereld is bij mijn weten pas afgeschaft in 1985 in het Zwitserse kanton Vaud, waar tot dat jaar dwang-sterilisaties werden uitgevoerd op geestelijk gehandicapten. Een pasgeboren baby met een afwijking vergassen was in het interbellum volgens veel vooraanstaande wetenschappers en burgers een goede daad. Gas – om te verdoven – kwam uit de medische wereld. Met gas deed je positieve zaken, en daarom werden, nog voor de Joden, de Duitse gehandicapten vergast. In Amerika kwam er weinig protest tegen dergelijke praktijken. In het Christelijke Duitsland daarentegen werd er fel op gereageerd. Maar hij mocht niet toegeven aan die druk, besefte Hitler. De toekomst van zijn land stond immers op het spel. Wanneer zijn land de eugenetica niet zou omarmen en Amerika wel, zou het immers steeds verder achterop beginnen lopen. Het Duitse volk zou degenereren en het Amerikaanse zou steeds fitter worden.’

Hitler voerde dus vrij breed gedragen principes uit. Vandaar dat Amerika pas heel laat in de oorlog verwikkeld raakte?
Vullierme: ‘Hitler werd politiek niet gezien als een abnormale man. Men vond hem brutaal, dat wel. Zeker in Groot-Brittannië waren er veel politici die iets zagen in een alliantie met Hitler-Duitsland. Men noemde dat appeasement, maar in dat is gewoon een andere naam voor een alliantie. Dat die uiteindelijk niet is doorgegaan heeft veel met toeval te maken. Toen premier Chamberlain in 1940 diende af te treden zag het er lang naar uit dat hij opgevolgd zou worden door Viscount Halifax, de bedenker van het appeasementbeleid en een vriend van Hitler. Uiteindelijk werd het Winston Churchill, een hevige tegenstander van Hitler die niets zag in appeasement. Zijn aanstelling als premier werd door velen dan ook als een dwaasheid beschouwd. Hij had een persoonlijke obsessie met Hitler, zei men, en daardoor zou hij het gevaar van het bolsjevisme uit het oog verliezen.’

Waarom is het belangrijk te beseffen dat het nazisme geen irrationele uitspatting was?
Vullierme: ‘Wanneer ik het nazisme voorstel als iets uitzonderlijks, een soort geestesziekte die Duitsland ongewild in haar macht kreeg, ontkennen we er de nog steeds voortwoekerende wortels van. Neem bijvoorbeeld het nationalisme. Dit stelt dat de mensheid verdeeld is in antagonistische groepen en dat het individu zijn identiteit te danken heeft aan zo’n groep die we dan vervolgens een natie noemen. Het nationalisme is een ziekte waarvan men precies het ontstaan kan aanduiden. De negentiende eeuw was haar bloeiperiode. Denken dat het nationalisme een natuurlijk politiek gegeven is, is dus fout. Een fervent nationalisme is een ziekte, de ziekte die het verenigd Europa steeds meer bedreigt.’

Verandert dit besef iets aan de manier waarop we naar de wereld kijken?
Vullierme: ‘Dat mag ik hopen. Sinds ik dit ben gaan inzien, breng ik mensen niet langer onder in abstracte groepen. Geen Joden of Arabieren meer dus. Bovendien ben ik gaan inzien dat er geen slechte mensen zijn, maar alleen slechte daden. Ik heb het niet over het perfide IS, maar wel over de perfide daden van IS. Onze ideeën bepalen ons gedrag, en er zijn nu eenmaal goede en slechte ideeën. Wat ik wil doen is op zoek gaan naar wat mensen met elkaar verbindt en niet naar hetgeen hen vreemden maakt voor elkaar. Neem bijvoorbeeld het islamisme. Het is goed in te zien dat dit heel wat westerse wortels heeft. De Ayatollah Khomeini heeft zelf toegeven dat zijn invulling van een aantal Shariawetten beïnvloed is door hetgeen hij aan de Sorbonne heeft geleerd. Daar kwam hij in contact met het werk van Frantz Fanon, die op zijn beurt een leerling was van Jean-Paul Sartre. De kritiek die binnen het islamisme geuit wordt tegen de westerse wereld is typisch voor het linkse, marxistische gedachtengoed dat toen aan de Sorbonne zo populair was. Wanneer we dit islamisme dus willen aanpakken, moeten we ons daarvan bewust zijn. Maar wat doen we? We zeggen dat islamisten barbaren zijn en gekken die alleen door middel van bombardementen uitgeroeid kunnen worden.’

Hoe kunnen we onze eigen slechte ideeën tegengaan?
Vullierme: ‘Door bij onszelf te beginnen. Eens we dat gedaan hebben, moeten we hopen dat goede ideeën even besmettelijk zijn als slechte. We hebben dit in de geschiedenis toch al vaak gezien? De ideeën van Jezus en Boeddha waren heel invloedrijk. We moeten ons afvragen van welke beschaving wij deel willen uitmaken. Vandaag wordt Europa overspoeld door oorlogvluchtelingen. Veel mensen hebben geen zin om hen binnen te laten, maar denk eens terug aan wat er in de jaren dertig gebeurde met de Joden. In 1938 riep de Amerikaanse president Roosevelt in het Franse Evian een conferentie bijeen die zich zou buigen over het vraagstuk van de Joodse vluchtelingen die weg wilden uit Duitsland. De nazi’s stelden de 31 andere deelnemende landen voor hun Joden te kopen. De Fransen zeiden dat ze zelf al honderdduizenden Joden hadden. De Zwitsers opperden plaatsgebrek. De Canadezen wilden alleen boeren en de Australiërs merkten droogjes op dat ze geen last hadden van antisemitisme en dat ze dit ook niet wilden importeren. De weigering van die landen betekende achteraf gezien dat ze medeplichtig waren aan een zware misdaad. Als de V.S. in 1938 alle bedreigde Joden hadden opgevangen had dit hun bevolking met twee procent doen toenemen. Als wij vandaag alle 22,5 miljoen Syriërs zouden opnemen – in de foute veronderstelling dat ze allemaal naar hier zouden willen komen natuurlijk – zou dit de bevolking van de EU met nog geen halve procent doen toenemen. Het lijkt erop dat we vandaag de fouten uit het verleden aan het herhalen zijn.’

Wie is Jean-Louis Vullierme (°1955, Parijs)?

* Studeerde filosofie en recht en werd hoogleraar rechtsfilosofie aan de Sorbonne.

* Kreeg in 2010 de titel Chevalier de la Légion d’Honneur.

* Eerder verscheen van hem Le concept de système politique, waarin hij de noodzaak aan kennis benadrukte in iedere politieke actie en het politieke ook ging zoeken in onze dagdagelijkse contacten van persoon tot persoon.

* De spiegel van het westen is tot nu toe zijn opmerkelijkste boek.

Verscheen in de Trouw