"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De sprong naar het zuiden

Woensdag, 23 december, 2020

Geschreven door: Konstantin Paustovski
Artikel door: Lalagè

Wederom prachtige omschrijvingen van de natuur

[Recensie] Met deel vijf nader ik het einde van Konstantin Paustovski’s autobiografie in zes delen. Toch is Paustovski pas net dertig, want het is 1923. Aan het begin van De sprong naar het zuiden is hij nog op het schip waarmee deel vier eindigde. Ze varen over de Zwarte Zee en doen de haven van Soechoem aan. Op dat moment is Abchazië in quarantaine vanwege nare besmettelijke ziektes, althans, dat beweert men. Het is dus niet de bedoeling dat mensen er van boord gaan, maar Paustovski krijgt het voor elkaar dat hij toch even een uurtje aan wal mag. Zijn koffer moet achterblijven, om ervoor te zorgen dat hij wel weer terugkomt. Gelukkig heeft hij wel geld bij zich en hij besluit om een tijdje in dat bijzondere land te vertoeven.

“Voor mij was toentertijd alles vreemd in Abchasië, de bergen, de rivieren, de plantengroei, de mensen. De reusachtige bergtoppen waarvan ik de namen nog niet kende, tekenden zich het scherpst af tijdens de zonsondergang. In het licht van de ondergaande zon gloeiden hun ijzige tanden als kolen. (…)
Deze eerste, enigszins onheilspellende indruk van de bergen veranderde pas in de lente toen ik diep in Abchasië doordrong en de bergen in hun volle schoonheid met hun beukenbossen, schuimende rivieren en wildwoekerende begroeiing aanschouwde.
Ik kende niemand in Soechoem en zwierf vaak in mijn eentje in de omgeving van de stad rond. Ik durfde niet ver weg te gaan.”

Na beschrijvingen van ontmoetingen met bijzondere mensen in de stad, maakt Paustovski een uitstapje naar de vrije natuur. De reden daarvoor is dat hij malaria heeft opgelopen en een arts hem adviseert de koelte van de bergen op te zoeken. Het is heerlijk om zijn prachtige beschrijvingen van de bergen, de geuren van de bloemen, het meer met de vissen en de kleuren van de zonsondergang te lezen.

Na een tijdje verhuist Paustovski naar Batoem, in het zuiden van Georgië, vlak bij de Turkse grens. Daar richt hij weer een krant voor zeelieden op. De verhalen over de krant zijn niet zo uitgebreid als in deel vier en ik blijf het boeiend vinden om te lezen over zijn belevenissen en alle aspecten van die verre stad.

Het Weer Magazine

Aan het begin van dit boek blijkt Paustovski een verlovingsring te dragen. Hij vertelt er niet bij wie zijn verloofde is en ik ben verbaasd, want hij reist toch steeds alleen. Hij heeft het wel over zijn eenzaamheid en dat hij mensen mist die hem heel na staan. Met zijn moeder en zijn zus heeft hij weinig contact, omdat ze zo ver weg wonen. In Tiflis, de hoofdstad van Georgië, ontmoet hij Maria, met wie hij een bijzondere band opbouwt. Het is nog niet duidelijk hoe dit afloopt, dus ik wil binnenkort deel zes gaan lezen. Dat wil ik uit hebben voordat ik begin in een andere Russische klassieker: Anna Karenina. In mijn volgende artikel vertel ik daar meer over.

Eerder verschenen op Lalagè leest

Boeken van deze Auteur: