"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De steniging

Woensdag, 20 december, 2006

Geschreven door: Frenk van der Linden
Artikel door: Rachel Levy

Kritische Kanttekening is geen goede roman

Niet goed, geld terug’ – welke gevestigde schrijver zegt dit tegen zijn lezerspubliek? Frenk van der Linden (1957) durfde het aan met zijn debuutroman. Sinterklaasactie: ‘wie mijn boek niet mooi vindt, mag het terugbrengen.’ De onverschrokken durf, het enigszins brutaal provoceren, typeert Frenk van der Linden al jaren als journalist. Ooit begonnen als stagiair bij de HP werkt Van der Linden inmiddels al vijfentwintig jaar als interviewer voor onder andere NRC Handelsblad, Nieuwe Revu en de NPS Radio. Zijn interviews kenmerken zich door een grondige kennis, durf, en vooral opmerkzaamheid. Van der Linden laat geen vragen open staan en durft door te vragen – met behoud van respect voor de gevoelens van zijn geïnterviewden.

Het schrijven van een roman is een compleet ander vak dan het maken van een goed doorwrocht interview. Waar bij een interview de feiten en de context zo volledig en accuraat mogelijk beschreven moeten worden, dienen deze bij een roman juist als decor, en gaat de essentie van een roman over iets anders. En waar bij een interview gedrevenheid en een duidelijk kritische kijk het interview kunnen voortstuwen, kan een te opzichtige vorm daarvan een roman schaden. Een roman draait niet om de feiten – maar om het leven, het stellen van de juiste levensvragen, het beschrijven van de levensdilemma’s.

De tweeëntwintigjarige Priscilla is de hoofdpersoon in De Steniging. Het meisje, afkomstig uit een laag sociaal-economisch milieu, werkt als verkoopster bij de Free Record Shop en leert daar de Marokkaanse Karim kennen. Karim komt uit een bovengemiddeld sociaal-economisch milieu en is – schijnbaar – seculier. Tegen de achtergrond van het multiculturele Nederland en alle daarmee samenhangende problemen krijgen de twee een relatie.
De Steniging gaat echter niet om de relatie tussen Priscilla en Karim, maar om dat multiculturalisme en het integratiedebat in Nederland. De relatie tussen Priscilla en Karim heeft uitsluitend een instrumentele functie om enkele kritische noten over die onderwerpen te plaatsen.

De autochtone Priscilla blijkt in de loop van het verhaal niet uit een net gezin te komen, heeft niet voldoende financiële middelen, heeft niet voldoende onderwijs genoten, en houdt zich bovendien niet aan de wet. Naarmate het verhaal zich verder ontvouwt leren we de allochtone Karim kennen als iemand die wel goed opgeleid is, seculier is, zijn taal bovengemiddeld beheerst, en een net staatsburger is.

Het nadrukkelijke ‘zij de autochtoon is niet’ en het even zo nadrukkelijke ‘hij de allochtoon is wel’ waarna alle gebruikelijke vooroordelen over beide groepen worden ontkend, doet nogal kunstmatig aan. De personages zijn vooral figuren die vooroordelen moeten tegenspreken, geen mensen van vlees en bloed die je verrassen. Het lijkt wel alsof van der Linden denkt dat alle lezers er van uit gaan dat autochtonen altijd goede nette mensen en allochtonen altijd slechte criminele mensen zijn. Lijkt: iedereen die zijn zorgvuldige, genuanceerde journalistieke interviews kent, weet dat van der Linden weet dat zijn lezerspubliek helemaal niet (meer) in dit soort clichématige stereotiepen over allochtonen en autochtonen denkt. Dat hij zijn hoofdfiguren toch op deze manier opbouwt, heeft er waarschijnlijk mee te maken dat de personages minder hun eigen verhaal vertellen, dan dat ze in dienst zijn van Van der Lindens Eigen Verhaal – zijn kritische kanttekening over de multiculturele samenleving anno 2006. Anders gezegd: van der Linden loopt in de val waarin zo velen journalisten terechtkomen wanneer zij de overstap maken van journalistiek werk naar literatuur.

De maatschappelijke problematiek die Van der Linden optekent in De Steniging getuigt zowel van brede kennis als van een goed analytisch denkvermogen. Als roman is De Stenigingechter veel minder geslaagd. Hinkelend van het ene been (de relatie Priscilla-Karim) op het andere (de achtergrond van Priscillla) krijgt de lezer een soort van overdosis aan ellendige feiten over zich heen. De in het boek beschreven personages komen te weinig tot leven, en blijven, ondanks de schat aan interessante ingrediënten die Van der Linden erin stopt, vooral symbolen voor wat op een groter maatschappelijk vlak plaatsvindt.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.