"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De stilte en het onuitsprekelijke

Donderdag, 1 december, 2016

Geschreven door: Antoon Van den Braembussche
Artikel door: Marnix Verplancke

Het geluid van de stilte

In een wereld waar flitsende beelden en storend lawaai steeds indringender worden is rust en stilte een schaars goed. Kunstfilosoof Antoon Van den Braembussche toont de weg naar verlichting.

[Recensie] “Stilte is niet de afwezigheid van geluid. Stilte is de diepste klank,” wil een Chinees spreekwoord. In 1952 illustreerde John Cage dit met zijn composite 4’33”, waarin een pianist voor een piano gaat zitten en exact vier minuten en drieëndertig seconden geen toets aanraakt. Op zo’n moment hoort het publiek de stilte, en tezelfdertijd ook de afwezigheid ervan, want absolute stilte bestaat niet. Wie in een volstrekt geluidsdichte kamer gaat zitten wordt na verloop van tijd gek van de schreeuwende stilte. In De stilte en het onuitsprekelijke probeert kunstfilosoof Antoon Van den Braembussche de stilte te doorgronden en verbindt hij haar met het onuitsprekelijke dat zowel in de oosterse als westerse mystiek zo centraal staat. Stilte, zowel fysiek als mentaal, vormt er de weg naar het goddelijke of essentiële van wereld en menszijn.

Zijn vertrekpunt hierbij is precies het tegenovergestelde: de beelden- en geluidslawine die ons dag in dag uit overspoelt. Nooit eerder in de geschiedenis was de mens blootgesteld aan zoveel prikkels, en daardoor lijkt niets ons nog langer te kunnen raken. Maar is dat wel zo? Van den Braembussche haalt bijvoorbeeld de foto van Bibi Aisha aan, het Afghaanse meisje wiens neus en oren door haar schoonfamilie werden afgesneden. De foto stond op de cover van Time en werd World Press Photo van het jaar 2010. Waarom herinneren we ons die foto vandaag nog, terwijl er sindsdien miljarden andere beelden ons netvlies hebben geraakt die we allang weer vergeten zijn? Volgens Van den Braembussche omdat hij iets onuitsprekelijk toont. Die foto is subliem in een filosofische betekenis van het woord. Hij is angstwekkend en bevrijdend tegelijkertijd en toont het ontoonbare.

Zoals misschien wel te verwachten is het hoofdstuk over muziek en de rol die de stilte daarin speelt het pakkendst. Waar Van den Braembussche elders nogal gierig is met voorbeelden, de theorie het lezen doet stokken en het soms lijkt alsof hij zelf de samenhang van zijn boek niet goed voor ogen heeft, komt hij daar bijzonder helder uit de hoek. “Muziek is een in het metafysische verankerd spel met geluid en stilte,” zei Paul Van Ostaijen al en Van den Braembussche wil hem zeker niet tegenspreken. Zo heeft hij het ondermeer over de Estse componist Arvo Pärt. Die begon als aanhanger van het twaalftonensysteem maar merkte na verloop van tijd dat hij de essentie miste. Acht jaar stilte volgde, waarna hij met een heel ander soort muziek kwam, melodisch en uitgepuurd, “één enkele stem die een dans aangaat met de stilte,” zoals hij het zelf beschreef.

Pf

De Japanse componist Toru Takemitsu volgde eenzelfde pad. Zijn hele carrière was hij op zoek naar die ene absolute klank die volgens het boeddhisme de verlichting zou brengen. Bij beschreef zijn missie als het vinden van “de mystieke stilte van de wind die door een oude vervallen bamboegroeve waait”. Dat brengt Van den Braembussche bij de stilte van de mystiek die zowel voor Meister Eckhart als voor de Japanse dertiende-eeuwse Dõgen het doel van hun leven vormde. Ook al stamden ze uit twee volstrekt verschillende culturen, toch hadden zij eenzelfde levensideaal voor ogen: het vinden van god of verlichting door stilte en meditatie, het overstijgen van het ego en de wil en het verder denken dan het basale dualisme dat zegt dat god alle positiefs is en de wereld alle negatiefs. Het goddelijke staat daar juist boven, beweerden zij. Het is ontoegankelijk, onmeetbaar, onuitdrukbaar en onbenoembaar. Alleen de diepste stilte kan het ontsluiten.

Van den Braembussche heeft een uiterst relevant boek geschreven. Steeds meer mensen zijn immers op zoek naar de essentie in voeding, wonen, werk en menselijke relaties; in hun leven kortom. Stilte hoort daar ongetwijfeld bij.

Eerder verschenen in De Morgen


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.