"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De tuinman van niemandsland

Maandag, 2 maart, 2009

Geschreven door: Guus Bauer
Artikel door: Bob Hopman

Vervreemdend, nostalgisch, maar geen sprookje

De geschiedenis van het huidige Tsjechië aan het begin van de twintigste eeuw is de gemiddelde Nederlander volkomen vreemd. Niet Guus Bauer (1955), die heeft besloten er een roman over te schrijven. Niemand minder dan Miloš Forman, de veelgeprezen Tsjechische filmregisseur van onder andere One flew over the cuckoo’s nest lijkt de inspiratiebron te zijn geweest. Hij verfilmde ooit enkele van Bauers verhalen en spreekt in het motto van deze roman; hij bezingt er de veerkracht van het Tsjechische volk in tijden van oorlog.

Die veerkracht heeft het volk nodig, want in oorlog is het voortdurend. De personages in De tuinman van niemandsland hebben hier aanvankelijk weinig mee te maken, Zlatomir en zijn zes broers leven ‘als halve wilden’ bij een zaagmolen in een van de wereld afgesloten landschap. Dat doet men daar al generaties lang. Niet ver van de zaagmolen staat een school, die wellicht al even vele generaties aanleiding geeft tot het verlaten van de blokhutten bij de geboortegrond, en iedereen behalve Zlatomir volgt les. Met als gevolg dat de laatste in zijn eentje bij de zaagmolen overblijft.

Broer Herman wordt boswachter verderop in de heuvels en wanneer de bossen worden gekapt voor oorlogsdoeleinden mag hij de titel ‘tuinman van niemandsland’ gaan dragen. De hoeder van verhard landschap vol boomstronken. Broer Honza wordt kelner, Franta brugmeester. Vladimir wordt chauffeur in dienst van de overheid, Pepik een kleine verzetsstrijder tegen het bewind. Zlatomir blijft hoeden over de geboortegrond, en over de inmiddels overleden vader. Afkeer van de doden heeft hij niet, wat een nogal vreemde en tegelijk vertederende relatie van zoon tot dode vader oplevert.

‘Bij een kleine open plek bleef hij even staan. Hij wierp de canvas zak op de grond en liet de weitas voorzichtig van zijn schouder glijden. Het lichaam van zijn vader was al aan het verstijven. Daardoor kon hij het in een gemakkelijke zitpositie tegen een boomstam neerzetten, Zlatomir zette zich op een boomstronk en pakte zijn pijp uit zijn jaszak. Een vader en zoon die van het uitzicht genoten.’

Boekenkrant

De beschrijvingen zijn surrealistisch, licht vervreemdend en het boek bevat even wrede als moraliserende aspecten, maar men moet niet de fout maken het daardoor met een sprookjesvertelling te verwarren. Want waar sprookjes te typeren zijn door een wereld die volkomen los van de onze staat, is in De tuinman van niemandsland elke gebeurtenis op zowel de wereldkaart als op een tijdsbalk aan te wijzen. En daarmee is het beter dan tot het genre van het sprookje, tot dat van de historische roman te rekenen.

Het vervreemdende effect ontstaat ook niet door wonderbaarlijke gebeurtenissen, maar door de waarneming van de personages. Zij hebben oog voor triviale gebeurtenissen en tonen zich slechts op schaarse momenten bewust van het ‘grote gebeuren’ en de verandering in de wereld. Het is aan de lezer deze momenten uit het lopende verhaal te filteren. Er is een alwetende verteller aanwezig die zijn bestaan toont door hier en daar een terug- of vooruitblik: ‘natuurlijk wist Zlatomir niet dat in de onteigende meubelmakerij een fabriek van oorlogstuig was gevestigd. Kranten las hij niet, een radio bezat hij niet.’ De verteller neemt de wereld waar door de ogen van zijn personages, en die zijn ‘halve wilden’: onwesters en nauwelijks in staat tot lezen en schrijven.

De waarneming van de omgeving, de dode vader, de eenvoudige handelingen van de houtzager, ze zorgen ervoor dat het verhaal aan het begin een lieflijke indruk maakt. Pas naarmate de roman vordert wordt het grimmiger en fragmentarischer. Wanneer het even trieste als onontkoombare einde zich ten slotte voltrekt doet de verteller iets vreemds: hij neemt de pen persoonlijk ter hand om als een moderne Multatuli de lezer aan te spreken over het gruwelijke lot van de Boheemse bevolking in de Tweede Wereldoorlog. Het is lang terug, nog voor de geboorte van de schrijver en het was toen al ver van ons bed. Het is bovendien een lot geweest waar de Nederlander niets mee te maken heeft gehad, in tegenstelling tot datgene waar Multatuli zijn beklag over deed. Dat maakt de roman als protest wat onbegrijpelijk: de al te sterke politieke, moralistische aanklacht die hij probeert over te brengen doet het boek, dat tot dan toe prachtig balanceert op het randje van politieke roman en ‘gewone’ vertelling, geen goed.

Als historisch gefundeerde vertelling waarin zuivere esthetiek sterk is vertegenwoordigd staat het desondanks als een huis: het Boheemse landschap biedt duidelijk stof voor een onwesterse vertelling en als zodanig is de keus goed verklaarbaar . Bovendien, Bauer heeft overduidelijk zijn hart in dit land gelegd, evenals in zijn personages. Geïnspireerd door Forman of opgesteld als ode aan de Tsjechische vriend, schrijft hij een nostalgische, thematisch onconventionele en vooral heel goede roman.

Boeken van deze Auteur:

De tuinman van niemandsland